Verkort verslag van de Synode op woensdag 13 juni 2018 te Barneveld (3)

Deputaatschap Emerituskas

Het jaar 2017 is afgesloten met een positief resultaat van € 20.243, zo meldt ds. J. Roos in zijn rapport. Dit is met name veroorzaakt door een eenmalige gift van de opgeheven gemeente te Harderwijk. De uitgaven zijn gering. Om die reden wordt het aan de vrijheid van de kerkenraden overgelaten om voor de Emerituskas een collecte te houden of een financiële bijdrage te verlenen. Voor de ontvangen giften en collecten, ook van particulieren, wordt hartelijk dank gezegd.
In de ontstane vacature door het terugtreden van de heer M. Meijering als penningmeester, wordt ds. O.M. van der Tang gekozen.
De voorzitter stelt vast dat de synode instemt met het financiële verslag en dat de overige deputaten worden herbenoemd.

Deputaatschap art. 49 DKO

Ds. J. Roos brengt namens deputaten verslag uit. Hun taak bestaat niet alleen om de classes bij te staan bij de examens van aankomende predikanten, maar ook om de classes hulp te verlenen in alle andere voorvallende zwarigheden. Helaas heeft deze situatie zich de afgelopen periode voorgedaan. In de gemeente van Opheusden zijn moeilijkheden ontstaan rond onze ambtsbroeder, ds. A. van Voorden. Een en ander heeft erin geresulteerd dat kerkenraad en predikant van Opheusden op 31 januari 2018 een gezamenlijk verzoek tot losmaking hebben ingediend bij de classis Oost. De beslissing op een dergelijk verzoek mag niet worden genomen zonder daarbij het advies in te winnen van deputaten art. 49 DKO (Dordtse Kerkorde). Mede op basis van dat advies is het verzoek tot losmaking in eerste instantie aangehouden. Tevens is een commissie benoemd om de problemen nader te onderzoeken en zo mogelijk de vertrouwensbreuk te helen.
Op de classisvergadering van 22 maart 2018 is hierover rapport uitgebracht. Evenals de commissie hebben ook deputaten art. 49 DKO geadviseerd om het verzoek tot losmaking goed te keuren, maar dit pas te laten ingaan per 1 juni 2018. De classis heeft deze adviezen overgenomen.
Doordat ds. Van Voorden vóór 1 juni 2018 een beroep naar een andere gemeente (Leerdam) heeft aangenomen, is daarmee het verzoek tot losmaking achterhaald. Het neemt niet weg dat het droevige omstandigheden zijn waarover deputaten advies hebben moeten uitbrengen.
Ds. Roos besluit zijn rapport met de wens dat de Heere broeder Van Voorden in deze moeilijke weg wil gedenken en hem geven wat nodig is om straks in de gemeente van Leerdam de herdersstaf te mogen opnemen. Voor de kerkenraad en gemeente van Opheusden is het eveneens een onbegrepen weg die hierin moet worden gegaan. Het deputaatschap wenst alle betrokkenen de bijzondere hulp en bijstand toe van de Koning van de Kerk.

Op dit moment maken alle predikanten deel uit van het deputaatschap art. 49 DKO. Aan de synode wordt voorgesteld de huidige deputaten te continueren en kandidaat D.E. van de Kieft tot deputaat te benoemen. Deze benoeming zal ingaan na de dag dat hij als predikant aan een gemeente zal zijn verbonden.
De voorzitter vraagt of de afgevaardigden kunnen instemmen met de rapportage.
Ouderling Van Heukelom geeft als algemeen advies in overweging om bij de personele invulling van de verschillende deputaatschappen wat meer het ‘regeerambt’ te betrekken. In sommige deputaatschappen zijn uitsluitend predikanten vertegenwoordigd, terwijl die toch al overbezet zijn.
De voorzitter gaat ervan uit dat de verschillende deputaatschappen hier goede nota van nemen. Wellicht is dit ook iets om binnen het deputaatschap Algemene kerkelijke zaken (Akz) te bespreken.
De voorzitter concludeert dat met de rapportage wordt ingestemd, evenals met de herbenoeming van deputaten en benoeming van kandidaat Van de Kieft onder de genoemde opschortende bepaling.

Deputaatschap Algemene kerkelijke zaken (Akz)

De voorzitter van dit deputaatschap, ds. J. Roos, geeft in zijn rapport een korte schets van de belangrijkste zaken die de afgelopen periode de aandacht hebben gevraagd. Per 13 juni 2017 zijn alle specifiek kerkelijke stichtingen omgezet in een deputaatschap. Dit betreft de Stichting Theologische School, Stichting Emerituskas, Stichting Zuivere Waarheid en Stichting De Wachter Sions. Hiermee hebben deze stichtingen opgehouden te bestaan en wordt voortaan gesproken over deputaatschappen.

Benoemingen

De synode doet jaarlijks diverse benoemingen in de verschillende deputaatschappen. Deze benoemingen vinden altijd mondeling plaats (behalve bij de verkiezing van een nieuwe curator in het curatorium). Een dergelijke werkwijze is echter niet juist. De stemming over personen dient schriftelijk plaats te vinden. Deze regel hoort ook uitgangspunt te zijn bij de (her-)benoeming van afgevaardigden in de verschillende deputaatschappen. Om die reden stelt het deputaatschap de synode voor, om voortaan schriftelijke stemmingen te houden.
De afgevaardigden hebben tegen de nieuw voorgestelde werkwijze geen bezwaar. Met ingang van volgend jaar zal hiertoe worden overgegaan.

Een ander aspect betreft de jaarlijkse benoeming van de scriba van de synode. In de praktijk is er sprake van een vaste scriba. Dit laatste is van belang met het oog op de continuïteit en gelet op de specifieke taak en vereiste deskundigheid van een scriba. Het kan zich voordoen dat de vaste scriba in enig jaar geen afgevaardigde is. De betrokkene kan zich daardoor bezwaard voelen het scribaat te vervullen. In de literatuur wordt wel de aanbeveling gedaan om een scriba voor classis of synode eens per drie jaar te benoemen. Uiteraard kunnen de betrokkenen daarna uiteraard opnieuw voor een periode van drie jaar worden gekozen. Het deputaatschap stelt de synode voor om deze regel ook te gaan toepassen voor de eerste en tweede scriba van de synode. Hiermee wordt ingestemd. Deze nieuwe gedragslijn is inmiddels toegepast bij de verkiezing van een nieuwe tweede scriba. Hiertoe is gekozen ouderling M.W. Stouten (Terneuzen). Om gelijktijdige aftreding van eerste en tweede scriba in één jaar te voorkomen, zal de eerste scriba in 2019 D.V. voor een periode van drie jaar worden benoemd.

Bediening H. Avondmaal

Enkele kerkenraden hebben de vraag voorgelegd of het mogelijk is dat in vacante gemeenten het H. Avondmaal voortaan standaard op de zondagen dat er een predikant voorgaat, wordt bediend. De huidige praktijk is dat in die gemeenten hooguit eens per jaar de bediening van het H. Avondmaal plaatsvindt. Hoewel de gedachte hierachter positief gewaardeerd wordt, is er ook een nadeel aan verbonden. Het is niet denkbeeldig dat een kerkenraad de voorkeur geeft aan predikant X in plaats van predikant Y voor de bediening van het H. Avondmaal. Dit kan tot willekeur leiden. Om die reden ziet het deputaatschap geen aanleiding tot wijziging van de regel dat het de taak van de consulent is om te zorgen voor geregelde bediening van het H. Avondmaal in zijn consulentgemeenten.
Door een afgevaardigde wordt opgemerkt dat ds. Geuze (als predikant van een buitenlandse gemeente), strikt genomen niet het Avondmaal zou mogen bedienen in een van de gemeenten als dit uitsluitend de taak is van de consulent. Dit laatste heeft het deputaatschap echter niet beoogd. Het ontmoet daarom geen bezwaar om in plaats van de ‘taak’ van de consulent, te spreken over de ‘zorg’ van de consulent voor geregelde bediening van het Avondmaal in vacante gemeenten.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen