Verslag bevestigingsdienst van kandidaat D.E. van de Kieft

De tekstwoorden waarmee ds. J. Roos kandidaat Van de Kieft bevestigde, waren uit Handelingen 28:31:
Predikende het Koninkrijk Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd.

Thema: Predik en leer het Evangelie van de Heere Jezus Christus:
1. met de opdracht van uw Zender: met alle vrijmoedigheid;
2. met de belofte van uw Zender: onverhinderd.

Geliefde broeder, de tekst waarmee we u in het dienstwerk in Gods wijngaard willen bevestigen, staat vermeld in de Handelingen der apostelen. Wat een vertroostend en verblijdend woord is het, waarmee u uw dienstwerk hier ter plaatse mag aanvangen als dienaar van het Goddelijke Woord. In een tijd van diep geestelijk verval mag u horen wat de historieschrijver Lukas als twee bijzondere kernwoorden gebruikt in de tekst; het eerste kernwoord is: vrijmoedigheid. En het tweede is: onverhinderd. Hoor maar: Predikende het Koninkrijk Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd. Zie dit niet als een slotwoord, maar zie dat bijwoord ’onverhinderd’ als: wordt vervolgd.
Geliefde broeder, de Heere heeft u geroepen en u gezonden naar deze plaats. Er staat: Predikende en lerende het Koninkrijk Gods. Predikende en lerende, twee woorden. Wat moest hij preken? Het Koninkrijk Gods. Predik dat het Koninkrijk van Messias is gekomen en dat Hij door de wereld zal gaan door middel van Zijn knechten. Met alle openheid, dat wil zeggen onbeschroomd, met volle vrijmoedigheid, met volmacht van uw Zender, zonder mensenvrees. Predikende het Evangelie, als u op de preekstoel staat, hier in de gemeente op Urk. Wat moet u verkondigen? Aan de gehele gemeente het Evangelie; het Koninkrijk Gods en het Evangelie van de Heere Jezus Christus. Dat wil zeggen, dat u iedereen moet aanspreken en het Evangelie moet verkondigen; dat u een ieder hebt te zeggen dat Christus de Koning is van Zijn koninkrijk. Dat geen zondaar te veel gezondigd heeft of een te groot zondaar is. Dat de Heere Zelf de nodiging laat horen: Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer. Prediken, openlijk en onverschrokken, met de volmacht die u van uw Zender ontvangen hebt. Om voor te houden dat het nodig is om door genade een onderdaan van Koning Jezus te worden.
Vervolgens hebt u met onderscheid te prediken. Predikende het Koninkrijk Gods, dat wil ook zeggen om de bazuin van het Evangelie aan de mond te zetten, en erop te wijzen wat ik lees in Ezech. 33:5: Hij hoorde het geluid der bazuin, maar liet zich niet waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij die zich laat waarschuwen, behoudt zijn ziel. Het wil zeggen dat u erop te wijzen hebt dat zij verloren liggen en verloren gaan zolang zij het bloed van Christus onrein achten. U hebt de volle raad Gods te verkondigen.
Ik lees ook: lerende van de Heere Jezus Christus. Het woordje ’leren’ heeft dus een andere betekenis dan ’prediken’. Leren, daar verstaan we twee dingen onder: vertroosten en onderwijzen. Lerende om als leraar, als dienaar van het Goddelijke Woord te vertroosten. Waarmee? Lerende van de Heere, Jezus, Christus. Drie bijzondere namen. Daar ligt de enige troost in.
Heere: troost zondaars met de naam Heere, Kurios, Eigenaar. Dat Christus nu als de Eigenaar van Zijn Kerk, Zijn Kerk gekocht heeft met Zijn bloed. Leer hen dat het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonde. Leg de naam Heere uit, ook dat Hij de Eigenaar is. Welk een wonder als er onder uw gemeente mogen zijn, die mogen weten het eigendom van Jezus te zijn. Leer hen de volgende naam: Jezus, Zaligmaker. Als er hier in ons midden zijn, jongeren en ouderen, die zich als een zondaar kennen, dan mag u hen leren, troosten met de Naam Jezus, Want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Wat een gepast woord voor een zondezieke zondaar, wat een gepast woord daar u uzelf aanklaagt als een zwarte Moriaan, vanwege het boze bestaan wat u omdraagt. Vervolgens houdt het ook de opdracht in om hen te vertroosten met de naam Christus. Dat God de Vader Hem tot drie ambten gezalfd heeft: Profeet, Priester en Koning.
Het woordje ’leren’ betekent ook ’onderwijs geven’. Leg de weg bescheidenlijker, nauwkeuriger uit. Leg ze uit dat de pijl verder ligt. Wijs hen erop hoe noodzakelijk het is om met bewustheid voor onze ziel te weten, niet alleen dat er een weg ter zaligheid is, opdat we zalig kunnen worden in Christus, als Die dierbare Goddelijke Persoon; maar onderwijs hen dat het nodig is dat God de Vader nu volkomen voldoening gevonden heeft in Zijn offer. En daarom ook ons aanziet in Christus en dat God de Vader Hem ons schenkt. Het heeft Gode behaagd Zijn Zoon in mij te openbaren.
’Met alle vrijmoedigheid’: Als u zo het Evangelie van dat Koninkrijk mag verkondigen, en van Jezus Christus, dan geeft dat vrijmoedigheid voor uw ziel. Dan mag u met bewustheid zeggen, op dat moment, mijn Heere, mijn Zaligmaker, mijn lieve Borg, mijn Voorbidder. Dan zegt u echt niet te veel.

2. met de belofte van uw Zender: onverhinderd.

Geliefde broeder, lees dit woord onverhinderd niet als een slotwoord, om het Bijbelboek te beëindigen. Onverhinderd wil zeggen, een open eind. Een eeuwigheid. Het betekent zonder verhindering, zonder te stuiten, zonder tegen te houden, of zoals het in het Engels staat, zonder te verbieden. Onverhinderd. Betekent dit dat u geen hindernissen op de weg van uw ambtelijke loopbaan zult ondervinden? Dat betekent het vanzelf niet. Paulus en al de apostelen hebben veel hindernissen en struikelblokken op hun ambtelijke weg ondervonden.
Geliefde broeder, ik wil er vijf noemen die u in uw leven zult ondervinden. Allereerst: satan, de grote tegenstander. Hij heeft het vooral gemunt op Gods knechten. Als de Heere u een kruis opgelegd heeft, dan probeert satan dat kruis te verzwaren. Een volgende hindernis is: u moet niet denken dat het alleen maar Hosanna zal zijn. U zult gaan ondervinden dat mensen, zelfs vrienden, u gaan verlaten; dat u gehoond en bespot wordt. De derde hindernis die ik noemen wil (u bent gelukkig nog sterk en gezond), is dat de Heere u een zwak lichaam kan geven; dat kan een grote hindernis zijn in het uitvoeren van uw dienstwerk. Timotheüs had een zwakke maag, Luther had zware hoofdpijnen en oorsuizingen. Philpot had zwakke longen zodat hij maanden op bed lag. De Heere acht dit soms nodig. Om dan het kruis niet af te bidden, maar te aanbidden.
Een volgende hindernis is ook een ontzaglijke hindernis: het ongeloof. Dat maakt je moedeloos en bevreesd, vooral als je het dienstwerk moet gaan verrichten. Dat boze bestaan kan toch zo in de weg staan. Als God niet over zou komen, dan zou je op de preekstoel stom staan. Als die nieuwe mens echter weer eens de overhand krijgt, dan zeggen we met Paulus: Ik dank God door Jezus Christus, onzen Heere. Dan mag u met alle vrijmoedigheid het Woord verkondigen.
De laatste hindernis die ik nog noem: de zorg in de gemeente, want u leeft met ons en de gemeente in een tijd van afval. U komt erachter wat een ellende, wat een moeite, wat de vreselijke gevolgen van de zonden zijn; als u denkt aan de invloed van de moderne media, als u gewaar wordt het harde hart van uw hoorders en dat het Woord, het Evangelie afketst, zodat u uitroept: Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des Heeren geopenbaard?
We hebben gesproken over hindernissen. Maar er staat het woordje ’onverhinderd’. Wat is nu het geheim van het woordje onverhinderd? Wel, dat Christus als Koning Zijn Koninkrijk onverhinderd uitbreidt. Het Koninkrijk van Christus kent geen tegenspoed. Geliefde broeder, ik roep u op en allen die in het ambt dienen (het geldt voor ons allen, maar ook degenen die genade ontvangen hebben) om dan te meer de Heere te smeken: O Vader, Uw koninkrijk kome. Dat is de opdracht die Christus geeft. Ik zal tot Hem nog meer vergaderen, nevens hen die tot Hem vergaderd zijn (Jes. 56:8b). Dat werk van Christus zal onverhinderd voortgaan. Wat een blijdschap in deze droeve tijd, in deze tijd van verval. De Heere rijdt verder op dat witte paard. Het Koninkrijk der heerlijkheid zal komen, Och Heere, wanneer komt U? Ik kan begrijpen waarom Johannes het heeft uitgeroepen: Amen, ja kom, Heere Jezus.
Welnu, als zo de hindernissen en obstakels zijn weggenomen, dan mag u met Paulus instemmen: Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning liefgehad hebben. Dan zult u met al Gods volk en knechten de zaligheid onverhinderd proeven en smaken. De gemeenschap met een Drie-enig God onverhinderd beoefenen. Maar wat zal mij hinderen? Ik zie de uurtjes al verminderen, laat al ’t aards gedruis, mijn voet niet verslappen, nog een weinig stappen, en dan ben ik … thuis.

Hierna las ds. A. Geuze het eerste gedeelte van het bevestigingsformulier voor. Vervolgens stelde ds. J. Roos de vragen, waarop kand. D.E. van de Kieft antwoordde met: Ja ik, van ganser harte. Daarna knielde kand. D.E. van de Kieft onder het zingen van Ps. 134:2 onder een geopende Bijbel, waar ds. Roos met oplegging der handen een gebed deed. Een indrukwekkend moment. Aan de handoplegging namen deel ds. A. Schultink, ds. A. van Voorden en de ouderlingen C. de Vries en J. Woord van de gemeente Urk.
Daarna sprak ds. Roos ds. D.E. van de Kieft toe en zei onder meer: Geliefde broeder, we zijn enerzijds zeer verblijd dat we u in uw dienstwerk hebben mogen bevestigen. We hebben u de opdracht van uw Zender meegegeven om het Koninkrijk Gods te prediken en om van de Heere Jezus Christus te leren met alle vrijmoedigheid, alsook de belofte, dat de Heere Zelf ervoor instaat dat Zijn Koninkrijk onverhinderd uitgebreid zal worden. Maar we hebben ook gezegd dat Christus het nodig acht dat Zijn volk onverhinderd Vader bidt: Uw koninkrijk kome. We hebben elkaar zo dikwijls ontmoet. U bent tien jaar onze ouderling geweest, en u hebt ons altijd in alle liefde met raad en daad bijgestaan. Drie jaar hebben we elkaar ontmoet nadat u theologisch student was geworden; we hebben samen gestudeerd, samen Gods Woord onderzocht, samen geworsteld, samen gebeden, samen gesproken van hart tot hart. We weten door welk diep dal u beiden en uw familie moest gaan. Mijn genade is u genoeg. U hebt genoeg aan genade. Ik wens u dat ook van harte toe: genoeg te hebben aan genade. Dan hebben we alles. Dan hebben we de God aller genade, en dan zorgt de Heere genadiglijk, waar we ook doorheen moeten gaan. De Heere schreef aan de gemeente van Philadelphia, tot de voorganger: gij hebt kleine kracht, dat is bijzondere genade, om dan genoeg te hebben aan genade.
Vervolgens richtte ds. Roos zich tot mevrouw Van de Kieft. U ziet hier uw man staan; veel gaat er door u heen. Ik hoop dat de Heere het Woord voor u wil gebruiken. Maar ook om uw geliefde man bij te staan, en dat u hier gauw een plaats mag krijgen op Urk. De Heere zij u genadig met alle kinderen, in alle opzichten, voor de tijd en de eeuwigheid. Dit wensen we ook de wederzijdse ouder(s) en de gehele verdere familie toe.
Hierna liet ds. Roos ds. Van de Kieft staande toezingen Ps. 90 vers 9.
Daarna las ds. Roos het vervolg van het bevestigingsformulier en eindigde met dankgebed.
De slotzang was Ps. 69:14.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen