Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God is getrouw…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God is getrouw…

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ter oorzake van deze overblijfselen der inwonende zonde, en ook vanwege de aanvechtingen der wereld en des satans, zouden de bekeerden in die genade niet kunnen volstandig blijven, zo zij aan hun eigen krachten overgelaten werden. Maar God is getrouw, Die hen in de genade, hun eenmaal gegeven, barmhartiglijk bevestigt en ten einde toe krachtiglijk bewaart. (DL, Canon V, 3).

Foute vragen

Elk mens is een vijand van Gods wet. Oude mensen. Jonge mensen. In de zoektocht naar de eigen levensstijl zijn jongeren soms op zoek naar de grenzen van Gods gebod. Kan dit nog wel? Mag dit ook niet? Waarom wel? Waarom niet? Het opzoeken van de grenzen is echter een levensgevaarlijke bezigheid. Want ons leefgebied is dat van satan, die als een briesende leeuw rondgaat om ons te verscheuren. En ons hart is zondig en tegen al de verzoekingen niet gepantserd. Integendeel. Dát thema komt ook in deze canon aan de orde.

De kernvraag

Soms lijkt het erop alsof de thema’s die in de Dordtse Leerregels aan de orde worden gesteld, maar een klein aantal vormen. De praktijk is en was anders. Niet voor niets werd door de Remonstranten voortdurend gepleit voor herziening van de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Ze bedoelden geen taalkundige herziening. Het ging om de inhoud van tal van thema’s uit de geloofsleer. Wel is er in de ondergrond één centrale vraag. Is de zaligheid te danken aan de inspanning van de al of niet gelovige mens, of is zij louter en alleen een daad Gods? Het is ook deze vraag die de kern vormt van de vragen rond de volharding der heiligen, het vijfde hoofdstuk van de Dordtse Leerregels. De canones geven op die vraag een Schriftuurlijk antwoord. Een antwoord dat een weergave is van de praktijk van het geestelijk leven van Gods kinderen. Een antwoord waarin geen eer voor de mens overschiet. Een antwoord waarin echter de eer van God op het luisterrijkst wordt verhoogd.

Het slagveld

De ware gelovige verkeert in zijn leven op het slagveld. Kort en krachtig tekent de apostel Petrus die positie. Hij schrijft: Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid (1 Petr. 1:5). Die bewaring ziet op een oorlogsterrein. Daar zijn een veelheid van vijanden die aanslagen op het leven der genade plegen. Onze canon noemt ‘de overblijfselen der inwonende zonde’, en daarnaast ‘de aanvechtingen der wereld en des satans’.

Wat wordt er van ons in dien staat,
O Vader, zo Gij ons verlaat?

(Ber. Gebed des Heeren: 7).

Dat leeft de zondaar ín. Maar hij belíjdt dat ook oprecht. Ook in onze canon. Die zondaar is begenadigd. Hij is door God uitverkoren. Hij is in de tijd wedergeboren. Zijn rechtvaardigend geloof is gegrond in de opstanding van Christus uit de doden. Hij heeft daarmee een gegronde hoop op het eeuwige leven. Hem wacht een onverderfelijke erfenis (1 Petr. 1:1-4).

De bewaring

Maar het is déze zondaar die belijdt zichzelf niet bij de genade te kunnen bewaren. Integendeel. Overgelaten aan ‘eigen krachten’ zou hij nog jammerlijk omkomen. Daarom is er geen roem in zichzelf.

Door de ingestorte liefde is de ziel op Gód gericht. Want tot de weldaden die God belooft en schenkt, behoort ook de bewaring. Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid. Die kracht Gods is als geestelijke wachtposten die uitgezet zijn op het slagveld.1 Zij omringen de gelovigen in de strijd. De engel des HEEREN legert zich rondom degenen die Hem vrezen, en rukt hen uit (Ps. 34:8). En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken (Joh. 10:28).

God is getrouw…

We vallen onszelf tegen. We vallen mensen tegen. Maar de alwetende God vallen we niet tegen (Ps. 103:14). Hij bewaart ons tegen onszelf. Hij verlaat het werk van Zijn handen niet (Ps. 138:8, Filipp. 1:6, 2 Tim. 2:13). Hij bewaart ‘ten einde toe’. Als de schaduwen langer worden en de avond valt. Als onze verstandelijke vermogens minder worden en we in de vergetelheid verdwijnen. Er blijft maar één ding over: Drie-enig God, U zij al d’ eer.

Noot

1. 1 Petr. 1:5, kantt. 18.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 februari 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

God is getrouw…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 februari 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's