Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want wij die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden. 2 Kor. 4:11

Geliefde lezer,

De apostel Paulus spreekt in onze tekst over levende zielen: Wij die leven. Wie zijn dat? Wij die leven betekent niet: wij die nog aan deze zijde van het graf zijn, wij die nog niet gestorven zijn. Nee, het betekent: wij die geestelijk leven. In onze tekst wordt een scheidslijn getrokken. We leven, of we zijn dood. Paulus kan zeggen: Wij die leven. Kunt u het ook zeggen? Wij die eens dood waren, maar nu leven? Er is niemand die van nature leeft. Wij zijn allen dood door de misdaden en de zonden. Wij leven niet, wij sterven de dood!

Maar zij die leven, zijn degenen die wedergeboren zijn tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus. Zij hebben nieuw leven ontvangen. De Geest des Heeren heeft intrek genomen in hun harten. De Geest heeft een nieuw beginsel van leven geschonken, heeft de blinde zielsogen geopend.

Die Geest heeft allereerst Zijn werk gedaan als de Geest des oordeels en der uitbranding. Hij heeft hen ontdekt aan hun zonden tegen God. Hij heeft een haat tegen de zonden verwekt in het hart, een diepe smart dat zij tegen God gezondigd hebben, dat zij God verlaten hebben. Er is een pijnlijk gemis, een droevig tekort opengelegd in hun zielen. Hij heeft benauwdheid en droefenis gewerkt in hun harten.

Het is de Geest Die hen deed bukken voor God. Van hun hoogten afgebracht, in het stof geworpen om te bukken voor God als Rechter, in aanvaarding van Zijn oordeel.

Maar die levendmakende Geest is ook de Geest waarvan Christus gesproken heeft: Die zal Mij verheerlijken. Daarom schrijft Paulus ook aan de Korinthiërs als de geheiligden in Christus, de geroepen heiligen met allen die den Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onze Heere. Paulus schrijft dus wij die leven en bedoelt degenen die weten van Christus als Middelaar en Zaligmaker. Ongetwijfeld zijn er ook in Korinthe zuigelingen geweest, jonge kinderen in de genade die geen verzekerd geloof hadden. Maar Paulus schrijft wel aan degenen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen.

Denk niet dat Paulus ooit tegen iemand gezegd heeft: Wij die leven, als er niet enige kennis van deze Heere Jezus Christus in het hart was, als er niet enig geloof was in de beloften van het Evangelie waarin Christus als de enige grond van zaligheid wordt toegezegd aan de verslagenen en vermoeiden, de belasten, die door het ware geloof tot Hem vluchten! Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven (Joh. 3:36). Dat is ook de gewaarwording van de ziel: dat is alleen het leven. Hij is het Leven, Hij is de Levensbron alleen. Wie buiten Hem omkomt in de dood, vindt in Hem het leven uit vrije genade. Wonder van genade, oorzaak van blijdschap, vreugde en verwondering!

Maar zij zijn het nu, die vervolgens moeten ondervinden dat zij steeds opnieuw worden overgegeven in de dood. Zij komen in moeiten, in strijd, in verdrukking. Zij worden geleid in verbijsterende wegen. Zij worden getroffen door ziekte en pijn, door rouw en verdriet. Dit sterven door verdrukkingen dient daartoe, opdat wij die leven, sterven aan alles wat ons het leven niet schenkt. Wij worden in de dood overgegeven, wij lijden verdrukkingen, wij ondergaan smarten en haat, opdat wij ook in geestelijke zin meer en meer sterven aan alles wat ons niet zal redden van de rechtvaardige dood. Het leven van Jezus zal geopenbaard moeten worden in ons sterfelijk vlees!

- Daartoe worden wij overgegeven in de dood, opdat onze eigen kennis en wijsheid gekruisigd zullen worden. De verborgenheid des geloofs wordt de wijzen en verstandigen niet geopenbaard, maar de kinderkens! Daartoe leidt de Heere ons in verdrukkingen, opdat we het niet meer weten, en het leven van Jezus, de grote Profeet, in ons geopenbaard wordt. Opdat we ons als dwazen, als kinderkens, als onwetenden laten leiden door Hem in Wie alle kennis is. Opdat we ons als blinden in Zijn handen overgeven om door Hem geleid te worden.

- Daartoe worden wij overgegeven in de dood, opdat onze eigen gerechtigheid gekruisigd wordt. Opdat we leren dat onze eigen gerechtigheden niet kunnen bestaan voor Gods rechterstoel. Overgegeven in de dood, opdat we leren dat onze omgang met de Borg, ons profetisch onderwijs door de Borg, nog niet het bezit van de gerechtigheid van die Borg is! Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden (Matth. 16:25). We kunnen drie jaar met Jezus gewandeld hebben zoals de discipelen, en toch nog niet weten hoe onze ziel behouden zal worden, niet te weten van een Jezus Die gestorven is maar nu leeft. Niet te weten van die verborgenheid: Sion zal door recht verlost worden, en haar wederkerenden door gerechtigheid (Jes. 27:1). Onze gerechtigheden zullen in de dood overgegeven moeten worden, opdat Jezus alleen ons leven wordt.

- Daartoe worden wij overgegeven in de dood, opdat onze eigen heiligheid gekruisigd wordt. Wat is er in het leven van de Kerk een ijveren in eigen kracht om buiten Christus heiligheid voort te brengen. We trachten onszelf aangenaam te maken voor de Heere in een nette levenswandel. Maar het zijn nu juist de verdrukkingen, het is nu juist het overgegeven worden in de dood waardoor onze onverenigdheid aan de dag komt. In plaats van lijdzaamheid komt er ongeduld en murmureren openbaar. Dat is werkelijk de dood: kruisen te moeten dragen, en er maar niet onder te kunnen komen. Dan blijft er een onreine, onheilige vijand van genade over. Het is een wonder als de Heere ons dat nu laat zien opdat we onszelf niet meer opbouwen in wettische heiligheid, maar het in alles van Christus’ volkomen gehoorzaamheid en heiligheid verwachten.

Maar wij worden ook in de dood overgegeven om ons te leren dat het aardse leven vergankelijk is. Wij hebben hier geen blijvende stad, maar het is ons nodig om in de dood overgegeven te worden, opdat wij het hemelse leven zullen zoeken. Ook Gods kind heeft het menigmaal zo goed naar zijn zin op deze wereld. En daarom moeten wij in de dood overgegeven worden, om losgemaakt te worden van deze wereld. En dat opdat wij zullen verlangen naar het eeuwige leven met Jezus! Wetende dat Hij Die den Heere Jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken, en met ulieden daar zal stellen (v. 14).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's