Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (216)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (216)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de grote hongersnood in Egypte, waren Jozefs schuren bevoorraad met koren voor de hongerigen in Egypte en in omliggende landen. Zal de naam Jozef daarom niet wijd en zijd vermaard zijn geweest? Zal dan Christus, de meerdere Jozef niet des te meer geëerd worden als Hij geestelijke hongerigen waar ter wereld ook voedt? Zij leven eerst in dat hun hulpbronnen leeg zijn, om vervolgens als nooddruftigen tot Christus’ voorraden gedreven en door Hem verzadigd te worden. Dit werd niet alleen afgebeeld door de tafel met toonbroden die in het heilige van de tabernakel stond, maar ook als het werd gedragen op de schouders van de Levieten tijdens de woestijnreis naar het beloofde land Kanaän.

Klaarmaken voor vertrek!

Zodra de wolk- en vuurkolom zich voorwaarts bewoog en de trompetten werden geblazen, gold de opdracht: In het optrekken des legers, zo zullen Aaron en zijn zonen komen (Num. 4: 5). De priesters waren door de Heere aangesteld om in het heilige werkzaam te zijn. Zij alleen mochten de tafel in gereedheid brengen. De Levieten, nakomelingen van Kahath, waren hun helpers. Zij mochten absoluut niets van de tafel en het servies zien of aanraken, maar waren geroepen om deze te dragen nadat alles door de priesters met kleden was bedekt.

De priesters maakten de tafel gereed, de Kahathieten zorgden voor het transport Zoals we weten stond de tafel met toonbroden op vier voeten, waaraan vier gouden ringen waren bevestigd en bijpassende draagbomen (Exod. 25:26-28). Deze draagbomen werden door de ringen geschoven, als het volk hun reis door de woestijn voortzette.

In onze gedachten zien we de priesters gaan, via het voorhof door de deur die toegang verschaft tot het heilige. Zij hebben drie kleden bij zich. Als zij bij de tafel met toonbroden staan, halen zij de broodschotels, wierookschaaltjes en wijnkannen van het tafelblad. Daarna spreiden zij een hemelsblauw kleed over het tafelblad, en zetten het servies weer terug op de tafel. Toch gebeurt dit niet op dezelfde wijze, omdat de Heere nadrukkelijk aangeeft: En zullen daarop zetten de schotels en de reukschalen en de kroezen en de dekschotels, ook zal het gedurig brood daarop zijn (Num. 4:7). We kunnen hieruit opmaken dat wel de twee stapels brood op de tafel werden teruggezet, maar geen wijn in de kannen en wierookkorrels in de reukschaaltjes. De priesters hadden namelijk de wijn rondom het koperen brandofferaltaar gegoten, en de wierookkorrels op het reukofferaltaar geworpen. Daarna spreiden zij een scharlakenkleed over het servies, en bedekken dit met dassenvellen. Als hun taak is beëindigd, is het de beurt van hun helpers, de Levieten, de zonen van Kahath, die de draagbomen met de bedekte tafel op hun schouders leggen. Zij dragen deze vanuit het heilige naar het voorhof en komen vandaar in de woestijn. Het hele kamp is in de weer, de vrouwen en meisjes maken alles in de tenten klaar voor de komende verhuizing, en de mannen en jongens halen de tenthaken uit de grond, rollen hun tenten op en maken alles in gereedheid om de Heere in de woestijn te volgen. Waar naar toe? Dat wisten de woestijnreizigers als pelgrims niet, maar de HEERE als de Verbonds-God leidde hen naar Zijn welbehagen.

De overdekte tafel met een dassenkleed tijdens de woestijnreis

Hoewel het volk weet dat de Levieten de tafel met toonbroden dragen, zien zij toch niet anders dan handbomen en de overdekte toontafel met een dassenkleed dat uit dikke dierenhuiden bestaat. U vraagt zich wellicht af waarom het hemelsblauwe kleed waarop het servies is geplaatst en daarover het scharlakenkleed met dassenvellen was bedekt. Het hemelsblauwe kleed wees op Christus, het Brood Dat uit de hemel zou komen om hongerige zondaars te verzadigen. Het daarop geplaatste servies bevatte gewoonlijk brood en wijn dat op Christus’ vlees en bloed wees. Het scharlakenkleed wees op de rode wijn die Christus’ bloed afbeeldde. Ieder begrijpt dat de dassenvellen als bedekking en bescherming tegen regen, zonlicht en woestijnzand als er bovenop waren gelegd. Maar toch heeft het ook een andere bedoeling. De dassenvellen leren ons hoe verborgen Christus voor het volk was, en hoe nodig het was dat Hij hen op reis naar de eeuwigheid bekend zou worden. Wat een rijke prediking ging er uit van de overdekte tafel! Christus was verborgen, maar onder het dassenkleed stonden de schotels met brood die op Christus wezen. Zullen de geestelijke hongerigen onder het volk van Israël niet voor hun ziel hebben afgesmeekt of zij iets van Christus, het verborgen Brood mochten ontdekt krijgen en verzadigd worden? Ook onder ons?

Christus als het Brood nog verborgen op uw woestijnreis naar de eeuwigheid?

Vrienden, is Christus, Die wij als het Brood des levens middels de tafel met toonbroden hebben voorgesteld verborgen gebleven? Is uw antwoord helaas bevestigend nu we het schijven over de toontafel gaan afsluiten? Als u na het lezen hiervan plotseling sterft, dan is niet alleen uw reis op aarde beëindigd, maar ook de genadetijd waarin Christus u was voorgesteld. Nog mogen wij u voorstellen dat er overvloed is bij Jezus. Er is een feestmaaltijd in de gekruisigde Christus. Het Evangelie is de toontafel die u Christus, het Brood des levens bekendmaakt. U hebt tot hiertoe gelezen en gehoord hoe Gods knechten u bij elke gelegenheid Christus voorstellen met de smeekbede: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20). Tot hiertoe hebt u het Evangelie veracht en versmaad! U hebt nooit één rechte klop van verontrusting gevoeld en nooit een hartenkreet tot God geslaakt om ontferming en genade. God geve dat ‘het dassenkleed’, ofwel uw blinde zielsogen worden geopend. Het dassenkleed draagt voor u de naam ‘ongeloof’ en ‘vijandschap’. Het Evangelie legt alle rijkdommen op tafel, maar zolang dat dassenkleed van ongeloof en vijandschap uw ogen verblindt, zult u nooit uw zonde en schuld inleven en hongerig naar Christus en Zijn gerechtigheid worden. Mocht Gods Geest nú op dit moment de schellen voor uw ogen wegnemen! (Jes. 25:6-8).

Christus als het Brood bekendgemaakt op uw woestijnreis naar het hemelse Kanaän!

Volk des Heeren, Christus is u voorgesteld als het Brood des levens, Die u voedt op reis naar het hemelse Kanaän. Waar Christus u ook leidt, Hij is altijd bij u, zoals de tafel met toonbroden altijd bij het volk Israël in de woestijn was. Waar Christus is, daar voedt Hij u en wil met u gemeenschap hebben. Zelfs al leidt Hij u door het water van verdrukking of in de oven van beproeving (Jes. 43:2). Al was John Bunyan in de gevangenis, en al waren Samuel Rutherford en de apostel Johannes verbannen, de dierbare Christus was ook dáár bij hen, en openbaarde nog méér van Zijn liefde en gunst dan ooit tevoren. Zo blijft Christus voor u zorgdragen, en houdt Zich voor u niet verborgen op uw reis naar het hemelse Kanaän. Christus is Overwinnaar! Christus heeft voor u de dood overwonnen, en u zult misschien dan niet zingend, maar wel met vertrouwen in ootmoed uitroepen: Heere Jezus, ontvang mijn geest (Hand. 7: 59). O, niets dan het zien op Jezus bemoedigt u in uw sterven. Christus heeft uw verdriet overwonnen, en zal straks uw tranen afdrogen (Openb. 21:4). In het hemelse Kanaän zal uw overwinning volkomen zijn. Hier hongert u dikwijls, maar in het hemelse Kanaän wordt u eeuwig verzadigd. Hier wordt u gekleineerd en veracht, maar Christus zal u als Zijn juwelen erkennen. De wereld en de godsdienst zullen dan verbijsterd staan, maar u zult zich verwonderen en God in Christus eeuwig aanbidden, loven en liefhebben.

Ter afsluiting

Nu we afsluiten met het schrijven over de gouden tafel met toonbroden, willen we de Heere ootmoedig erkennen voor Zijn hulp en bijstand. De Heere weet voor wie het schrijven is gezegend. Voor u geldt: Die overwint, Ik zal Hem geven te eten van het Manna Dat verborgen is (Openb. 2:17). Indien niet, de Heere zegene het alsnog. God alleen de eer!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 mei 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (216)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 mei 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's