Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijke Stukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke Stukken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van de drie vragen, welke een jeugdig lid uit kerk A in ons vorig nr. verzocht op te nemen, volge hier een enkel woordje tot bescheid.
De eerste vraag was, of de bedoelde »Fries,” die over ééne en dezelfde zaak verblijd en bedroefd was, met zichzelven in strijd is. Deze kan heel kort beantwoord. In andere gevallen en omstandigheden zou iets dergelijks nog wel te verklaren zijn. Als door een veldslag het leger overwint, is er zeker voor dat overwinnende leger stof tot vreugde. De overwinning kan echter zulke zware offers eischen, dat de vreugde der overwinning hierdoor met droefheid wordt gemengd. Dit neemt evenwel niet weg, dat tegenspraak met zichzelven onder de voorstanders der »Vereenigmg” niet vreemd is. Men denke slechts aan hetgeen Ds. Kouwenhoven nog niet lang geleden in »de Bazuin” schreef aan het adres van zeker predikant over de gewraakte doopsleer. Wie zich nader wil overtuigen, leze o. m. het’ tijdschrift »de Vrije Kerk” en vergelijke, wat voor twee en drie jaren, en wat na het feit van 17 Juni l.l. daarin te lezen gegeven werd.
Vergelijking van de voormalige met de tegenwoordige »Bazuin” kan dezelfde diensten bewijzen.
In de tweede plaats vraagt de jeugdige broeder: Als de Chr. Geref. Kerk in de asch ligt, of die dan wel met de Ned. Ger.(doleerende) kerken is vereenigd. In de asch liggen is geheel iets anders dan uit de asch herrijzen. In het laatstgenoemd geval denken we aan een herleven van iets, dat verteerd scheen. Doch in de asch kan een of ander voorwerp liggen, zonder dat het beschadigd of verteerd werd. Waar nu de Christ Geref. Gemeente zich niet hij vernieuwing openbaart, daar ligt die gemeente niet in de asch, maar zij is opgedoekt, weggesmolten en overgegaan in eene geheel nieuwe organisatie. Een nieuwe naam, een ander beginsel, eene andere leer, eene andere praktijk, eene andere historie, — alles is anders; het oude is geheel voorbijgegaan. Men noemt het vereenigen, maar in betrekking tot de Christelijke Gereformeerden van vroeger was het juister uitgedrukt met den naam versmelting. Wel tracht men dit op allerlei wijze tegen te spreken, te verbloemen en te bedekken, maar toch is’ het zoo. En als een krachtig bewijs, dat het zoo is, kan onder meer dienen, dat broeders en zusters, die hierin geen genoegen nemen, als zij niet bij tijds voor hun lidmaatschap bedanken, worden gecensureerd. De Christelijke ban, door Christus aan Zijne Gemeente gegeven als een heilig middel om ongeloovigen en goddeloozen van Zijn verbond uit te sluiten, wordt op deze menschen toegepast, waarvan het einde is, dat zij als heidenen en tollenaars worden uitgeworpen.
Zoo doet men met broeders en zusters, die door de genade Gods onberispelijk leven, en van wie men weleer beleed een even dierbaar geloof te hebben. Zoover drijft men dit, dat, toen niet lang geleden, één der weinige getrouw gebleven leeraren voor eene aanzienlijke schare volks Christus als den Eeuwigen en Algenoegzamen Zaligmaker naar de Schriften predikte, op een’ kleinen afstand, in dezelfde plaats, een voormalig Chr. Geref. leeraar voor zijn’ dwalenden broeder, die op weg naar de hel was, ernstig (?) bad om bekeering.
Scheur- en oproermakers scheldt men publiek van de kansels allen, die met de kerkelijke Vereeniging niet kunnen medegaan.
Ons hart bloedt van srnarte over zulk eene verblinding en over zulke handelingen, daar de Heere gewis bezoeking over doen zal. Maar aangezien uit »De Wekker” en meer duidelijk blijkt, dat reeds op onderscheiden plaatsen in ons land de Chr. Geref. gemeente zich bij vernieuwing als eene wettig georganiseerde gemeente openbaarde en het aantal dier gemeenten bestendig toeneemt, vraagt onzen jeugdigen broeder al verder, of dan de Chr. Geref. Kerk alreeds uit hare asch herrezen is. Hierop zeggen we: ja, dat is zij, door de genade Gods. En hoe klein en zwak ook nog, in vergelijking van hetgeen die kerk te voren was, wat uit God is zal de Heere houwen!
Een man als Dr. Kuyper moge smalend zeggen, als voor eenige dagen in »de Heraut,” dat bij de eerstkomende volkstelling eerst zal blijken, hoe luttel en onbeduidend in getal die Chr. Gereformeerden zijn, wij weten, dat groot zijn nooit tot de wezenlijke kenmerken van Christus’ kerk heeft behoord. Het doet ons leed van den man met zooveel gaven en verstand, zulke dwaasheden te vernemen, Neen! in ons harte is geene bitterheid, gelijk K. vermoedt en ten onrechte veronderstelt. Maar tegen den smaad, Gods arme volk aangedaan, zullen we met heiligen ernst getuigen.
Van onze zwakheid en geringheid zijn we ons ten volle bewust, maar we verwachten ook niets van onszelven of.van eenig schepsel: onze verwachting is eenig en alleen van Hem, in Wien Abraham, de Vader aller geloovigen, op hope tegen hope heeft geloofd.
vreest het jeugdig lid van kerk A voor het behoud der Theol. School te Kampen, wij spraken het reeds lang geleden uit, dat, naar onze besliste overtuiging, het behoud van Kampen slechts eene kwestie van tijd is. Maar zelfs, al bleef Kampen behouden, dan moet immers Kampen volmaakt homogeen worden met Amsterdam. Dat is in aller maniere onvermijdelijk. En wie nu nagaat wat Bavinck, Noordtzij, Wielinga en Lindeboom reeds hebben gezegd en gedaan, behoeft waarlijk niet meer te vragen, waar Kampen heengaat.
De mannen, die als bolwerk moesten dienen, om te waken en de erve der vaderen te verdedigen, hebben juist de acte tot capitulatie opgemaakt en onderteekend.
Niemand make zich van hen eenige illusie meer!
De verkoop is geschied, en de levering er bij.
Alle napraten is slechts tijdverlies.
Vandaag Doleerend, morgen Catholiek.
Als de voormannen er maar heil in zien !
Niets is veranderd. Alles bleef, gelijk het was. Zoo in 1892. Zoo immers ook in 1816?!! — En 1834 dan .?!
Niet naar Ulrum, maar naar Dordt!
En naar Dordt leidt alleen de weg van 1886.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Kerkelijke Stukken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1893

De Wekker | 4 Pagina's