Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijke Stukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke Stukken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door uitstedigheid kwam ons eerst later het »Bazuin”-nr, in handen, waarin de Redactie van dat blad de door ons gevraagde opheldering geeft over »Booze geesten,” door Ds. Gispen in zijne rede, ter Synode onlangs in Dordrecht gehouden, ter sprake gebracht. Wij danken de Redactie voor hare vriendelijkheid ons te geven wat we vraagden, al moeten wij als in eenen adem hierbij voegen: dankbaar maar niet voldaan.
We hadden niet goed gelezen, zegt de Redacteur, anders zou ons oordeel over die »verborgen werking der geesten” (het woord »booze” was van ons) geheel anders geweest zijn. Toch staat er van die geesten letterlijk in de rede van Ds. G. »dat zij hen (n.1. de Christ. Gereformeerden) gebruiken om beroering ie verwekken, onrust, wantrouwen, verdeeldheid te zaaien, en zoodoende te beproeven de Gereformeerde Kerken te verzwakken en de gevolgen der getroffen vereniging zoo gering mogelijk te maken.”
Zoo iets te zeggen is nog wat anders dan het te bewijzen. Ds. G. zegt het, maar bewijst het niet. Dr. Kuyper is met het toelichtend woord van Gispen zóó voldaan, dat hij het in zijn geheel in »De Heraut” overnam en er onder zeide, o. ra, dat dit „afdoende” was.
En aan Ds. Gispen èn aan Dr. Kuyper vragen wij nu op onze beurt, of geesten, die beroering verwekken, onrust, wantrouwen en verdeeldheid zaaien, geen booze geesten zijn, en, in de tweede plaats, waar en wanneer de Christelijke Gereformeerden zich door zulke booze geesten, tot zulk een doel hebben ¡aten gebruiken ?
Men zal toch zeker niet willen beweren, dat de Christ. Gereformeerden, door trouw aan hun beginsel, hunne belijdenis en hunne historie te blijven, oproermakers, zaaiers van wantrouwen en verdeeldheid zijn?
Zoo men dat zon willen beweren, zon deze beschuldiging niet ons treffen, maar allereerst en allermeest de mannen der Doleantie, die, met miskenning van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland, tegenover die Kerk eene nieuwe Kerk hebben gesticht, omdat de Christ, Geref. Kerk »krank was in den levenswortel,” volgens de eigen woorden van Dr. Kuyper; zij moest vergeleken bij te vroeg geplukte druiven, die nog niet tot rijpheid waren gekomen. Toen de Doleerenden echter hunne poging om de Ned. Herv. Kerk omver te halen zagen mislukt, moest wat anders worden bedacht. Men begon te laveeren en te schipperen en die Christ. Gereformeerden, eerst zoo krank in den levenswortel, begonnen al beter en beter te worden, totdat men eindelijk hen dezelfde rechten toekende, als waarop men zelfaanspraak maakte. Dit was van die gevolgen, dat men wederzijdsch begon te vleien en te streelen, totdat men eindelijk goed vond officieel elkander in gelijke rechten te erkennen en synodaal, buiten de gemeenten om, te vereenigen, — te vereenigen onder voorbehoud van tweeërlei methode van reformatie, tweeërlei opleiding, tweeërlei stelsel tegenover de Overheid (met en zonder Kerkelijke Kas), — ja te vereenigen met opoffering van alles wat de Christ. Gereformeerden onvoorwaardelijk moesten overgeven en loslaten. Zóó vast stonden de »Doleerenden” hierbij op hun punt, dat alleen het behoud van den naam Christelijk Gereformeerd hen genoeg ware, om daarop hunnerzijds de kunstmatige vereeniging te doen afspringen.
En waar de afgevaardigden ter Synode in Amsterdam van de zijde der Christ. Gereformeerden goed vonden om te besluiten, gelijk zij besloten hebben, daar werden zij de oorzaak van het verzet, waartoe Gods heilig Woord en ons geweten ons dwingen. En wat is nu van die kunstmatige, van die saamgeperste vereeniging geworden? Men is wederzijdsch onvoldaan ! In De Roeper van 2 Nov. lI. zegt iemand, wiens naam we wel gissen kunnen: »Wij gingen van de Synode (te Dordt n.l.) naar huis in de meening, dat wij elkander beter hadden leereu kennen en waardeeren, en nu volgens hetgeen na rijp beraad overeengekomen was, samen blijmoedig aan den arbeid zouden gaan en alle kracht richten tegen de vijanden van Gods huis.” En dan volgt: „wij zijn op nieuw teleurgesteld.” Zoo is ‘t en zoo zal ‘t blijven! Dat kan niet anders. De natuur der dingen is niet te veranderen. Wat God niet samenvoegt, kan nooit één zijn. En wat de Heere samenvoegt, geschiedt zonder politieke overeenkomst. Dan hebben we al »de fijnheden onzer taal” niet noodig om tot elkander over te buigen. Dan smelten onze harten door de Heide van Christus tot één. O, wat hadden wij ons verblijd, zoo we dat hadden mogen beleven. En wie weet wat zou geschied zijn, als men den Heere had laten werken.
Worden thans van de Christelijke Gereformeerde broeders en zustersoffers geëischt zwaarder dan ooit, en kan men niet zonder hoon en smaad, zelfs van vroegere vrienden, zijn beginsel en zijne belijdenis vasthouden, bet zij zoo. Door de genade Gods vermogen wij alle dingen. — Aan de Redactie van De Bazuin geven we echter de verzekering ons niet bewust te zijn ons door »booze” geesten te laten leiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Kerkelijke Stukken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1893

De Wekker | 4 Pagina's