Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (IX)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (IX)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sam. Ik zou niet weten op welke wijze dit moet gescheiden, Dirk! Vereenigd te leven is toch geen afmaken van elkander.
Dirk. En toch zal het op een afmaken uitloopen, Sam! Als je oogen recht staan, kunt ge het zien, dat het bij de Doleerenden er van-meet-af er op toegelegd is om alles in te slokken. Overal waar ze kerken gebouwd hebben, zijn die er op berekend, dat er ruimte genoeg in is om de Afgescheidenen er in on te kunnen nemen. En dan in sommige plaatsen het slim overleg! zelfs in het uitkiezen van het terrein. In Amsterdam b. v. hebben de vroegere Afgescheidenen drie kerken, één aan de Keizersgracht, één aan de Bloemgracht en één in de Plantage; de Doleerenden hebben ook drie precies in de nabijheid van de »Afgescheidenen” kerken en groot genoeg om er dezen bij te hebben.
Als nu de ineensmelting daar tot stand komt, dan (ik verzeker het u) worden eerst de drie afgescheidene kerken te gelde gemaakt of voor een ander doel ingericht, gelijk men nu reeds vermoedt dat de kerk aan de Keizersgracht een oude mannen- en vrouwenhuis zal worden.
Sam. Dat zal toch overal 200 niet gaan. Er zijn reeds kerken ineengesmolten b. v. te W., doch daar ging het juist anders; — de Doleerenden zijn daar bij de Afgescheidenen ingedeeld. Dit zal zich wel regelen naar de omstandigheden, Dirk!
Dirk. Ik wil het wel gelooven! Hoe zou het in W. ook anders kunnen? En zoo zal het op al die plaatsen wel gaan, waar een gevestigde gemeente met een leeraar van A is, terwijl er slechts een luttel getal »doleerende” lidmaten is. Maar waar de kansen gelijk staan, daar verzeker ik je, Sam! dat de Afgescheidene het vaandel zullen strijken. Zie eens te K.! Daar hebben ze alles wat aan kerk A toebehoorde te gelde gemaakt en den leeraar op eene fatsoenlijke wijze een ander onderkomen bezorgd. En denkt ge dat het te U., waar gij verleden week van spraakt, anders zal gaan? Daar heeft kerk A zoo wat 17 à 18 duizend gulden aan bezittingen, terwijl »de Kerkelijke Kas” der »Doleerenden” er pronkt met de woorden »te kort” op het deksel. Zoo’n ineensmeltingje kan, als een helper in den nood, dienst doen. En naar ik hoor hebben de B-broeders al aan de A-broeders gevraagd, hen te helpen omdat zij moeten aflossen en niet kunnen.
Sam. Gij vat dit verkeerd op, Dirk! En al was het nu, dat de ineensmelting voor de kerken-A die gevolgen had, dan worden ze immers hierdoor nog niet afgemaakt! Zij krijgen toch een andere plaats van samenkomst, in veel opzichten schoon er en ruimer: de bezittingen zijn niet verloren, maar alles, wordt gemeenschappelijk eigendom! Er heeft geene onterfing plaats!
Dirk. Neen, Sam! maar onterfing is ook niet noodig; zij zullen het toch wel kwijt raken. De ineensmelting zal dit langzaam maar zeker te weegbrengen. De goederen, zegt gij, worden gemeenschappelijk eigendom; goed begrepen! En de kerkeraad wordt in functie aanvaardt, nietwaar? Maar hoe lang? Een dubbel stel zal reeds spoedig te veel blijken. En in de Doleerende kerken is het opgelegd, dat er elk jaar verkiezing moet zijn. Wat zal het dan zijn! Dan zal het parool wezen: langzaam de mannen van A opruimen, totdat binnen weinige jaren.....niets meer van de goederen en niets meer van de kerkeraden te vinden zal zijn!
En hoe zal het intusschen met de leden van kerk-A afloopen?
Sam. Met de leden, Dirk ? Het zal voor hen toch wel hetzelfde wezen in welk gebouw zij vergaderen; zij hebben dan ook eene gemeenschappelijke plaats van samenkomst en kunnen alzoo van het vereenigd leven genieten.
Dirk. Ik denk, Sam! dat ze het genieten van dat vereenigd(?) leven wel in een klein doosje kunnen stoppen! Bovendien zal het de vraag zijn bij hoeveel leden door de ineensmelting de oogen eindelijk eens open zullen gaan! Want het zal dan uit zijn met de menschen wijs te maken dat alles hetzelfde is gebleven. Die leden zullen dan wel gaan begrijpen, waar het heen moet.
Sam. Wel, Dirk! zij zullen dan eerst recht de vruchten der vereeniging mogen plukken.
Dirk. Ja, vruchten, waarop de meeste leden van kerk A niet verlekkerd zijn! Want zoolang ze nog onder hun eigen leeraar en in hun eigen kerkgebouw kunnen opgaan, laten ze zich waarlijk wijs maken dat er niets veranderd is. Sommigen, ja velen zelfs gelooven, dat ze »Christ. Gereformeerd” zijn! Hoe is het mogelijk? zou men vragen. En toch is het zoo. Maar bij de ineensmelting moeten ze verhuizen,en dan zullen ze te kiezen hebben waarheen; bet deksel zal dan van de oogen afgenomen worden. Van blijven is dan geen sprake meer; ook van geen hinken op twee gedachten.
Maar dan zal de keuze moeten gedaan worden met beslistheid; »Christ. Gereformeerd” of »Doleerend!” Gaan naar de oude broeders, belijders van het werk des Heeren (de Afscheiding van ‘34) of gaan naar de versmaders en verachters van dat werk, — naar de aanbidders van een werk dat er tegenover staat, wandelaars op een weg, dien ze zelven gebaand hebben, — een weg tegenover dien weg gelegen, waarop de Heere onze vaderen heeft bevolen te wandelen!
Sam. Zoo erg zal het toch niet zijn, Dirk! Wij zijn immers allen belijders van één zeilde waarheid, en wij zijn allen broeders; het lijkt wel, als men u hoort, of het onze vijanden zijn en of wij, door vereenigd met hen te leven, het werk des Heeren moeten verloochenen.
Dirk. Het werk des Heeren verloochenen, welzeker, Sam! Die waarlijk geloofd,dat het werk der Afscheiding een werk des Heeren is, kan onmogelijk met de Doleantie zich vereenigen ; het doleantiegeknutsel slaat vlak tegenover de Scheiding. De Doleerenden haten de Afscheiding, zoowel als ieder »afgescheidene” de Doleantie moet haten. Dit kan niet anders; de Doleantie is een protest tegen de Afscheiding, gelijk ook zoo menigmaal door de »Doleerenden” is uitgesproken: nl. »nooit afscheiding”! Daarom durven we ook vrijmoedig zeggen, dat er onder al degenen, die met de Doleerenden van ganscher harte vereenigd zijn, niet één is, die het beginsel der Afscheiding niet verloochend heeft. Waar nog een greintje van Afscheiding in het hart leeft, daar kan onmogelijk met de Doleantie, op voet van gelijkheid, overeenkomst getroffen worden. Er is in de »Geref. Kerken” geene plaals voor de Afscheiding, en daarom ook zelfs geene plaats voor één afgescheidene. De leden dus, die ten slotte eene keuze te doen hebben en die dan nog aanspraak willen maken op den naam, dat ze eenmaal door God tot de afgescheiden kerk gebracht zijn, hebben toe te zien. En die leden nu, welke alsdan overtuigd zullen zijn, dat hunne plaats niet is in de »Geref. Kerken”(Doleerende) zullen zeker in de vruchten der ineensmelting zoo weinig smaak smaak vinden, dat ze het reeds overgegeven kerkelijk goed als van zelf in de handen der »Doleerenden” zullen laten, misschien wel met den uitroep : hadden wij het maar in tijds begrepen !

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (IX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1893

De Wekker | 4 Pagina's