Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (XII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (XII)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dirk. Ik zeide, dat door de vereeniging nu ook alle kerken-A. noodkerken zijn geworden. En ik wil wel gelooven, Sam ! dat het u vreemd klinkt. Maar ik wil u eens eene vraag doen: zeg mij eens, als ge aan »de Gerei’, Kerken” (zoowel aan de A’s als aan de B’s) vraagt, aan wie toch eigenlijk de goederen der Ned. Herv. Kerk behooren, wat antwoorden zij dan ?
Sam, Ja, Dirk! natuurlijk zeggen ze, dat ze aan de Gereformeerden behooren.
Dirk. Goed. En wie zijn nu die Gereformeerden? De Ned. Herv. Kerk?
Sam. Neen, Dirk! dat zijn de vereenigde Geref. Kerken.
Dirk. Best! — En zouden die Geref. Kerken dan ook nog hoop hebben, dat die goederen nog eens eenmaal aan de «Geref. Kerken,” als aan de wettige (?) eigenares zullen toebedeeld worden ? Of, zou dit niet in hunne gedachten opkomen ?
Sam. Nu, Dirk! het kon wel zijn, Ik hoorde onlangs een leeraar A. zeggen, dat de Hervormden er bang voor beginnen te worden; dus als dat waar is, dan moet er zeker wel eenige hoop voor wezen.
Dirk. Dat moet dan nog al een leeraar A. zijn! Zeker een uit de voorste rei? Misschien wel één, uit de velen, die vroeger zelf afstand geteekend heeft van de goederen, om erkend te worden als een apart lichaam. Zoo doen de kleine kinderen ook wel eens.
Ik ben er niet bang voor, Sam! en de Hervormden behoeven er evenmin bang voor te worden. Doch laat ons eens aannemen, dat de mogelijkheid bestaat, n.1. dat »de Geref. Kerken” eenmaal de kerkgebouwen der Ned. Herv. Kerk in bezit zullen krijgen; zouden ze dan die kerkgebouwen in gebruik nemen, Sam?
Sam. Natuurlijk, Dirk!
Dirk. En wat zouden ze dan met hunne eigen gebouwde kerken en kerkjes doen?
Sam. Eenvoudig voor een ander doel gebruiken of inrichten.
Dirk. Aannemende dus, dat »de Geref. Kerken” (zoowel A. als B,) in die hoop leven, dat eenmaal de tijd zal mogen komen, om de Herv. Kerken in bezit te kunnen nemen, hoe moeten zij dan, krachtens die hoop, hunne tegenwoordige kerken beschouwen?
Sam. Da’s een moeilijke vraag, Dirk! Dirk. Neen, Sam! da’s niet moeilijk! Maar ge wilt misschien die vraag liever niet beantwoorden. Zij kunnen immers niet anders, dan hunne kerken als tijdelijke of noodkerken beschouwen, die ze daarom en zoolang moeten gebruiken, als zij verstoken blijven van hunne wettige(?) kerkgebouwen, waarin zij nog eenmaal hopen te komen. Heb je er iets tegen, Sam?
Sam. Ik kan er niet veel tegen zeggen, Dirk! maar ik begrijp het ook niet goed; want dat de kerken B. daar in leven en zij dus nog noodkerken hebben, enfin! dat’laat ik aan z’n plaats, maaide kerken A? Neen, dat is niet te denken!
Dirk. Maar goeie man! die A’s en B’s gaan weg. Weldra is daar geen verschil meer in. En wat dan de hoop en verwachting is van »de Geref. Kerken” die is immers voor allen dezelfde! Is er hoop op de goederen der Herv. Kerk, dan is dit immers hunner aller hoop. En wordt die hoop eenmaal vervuld, dan deelen ze er ook immers allen in!
Sam. Gelooft gij dan ook, Dirk! dat er grond is om te hopen, dat wij nog eenmaal die goederen zullen bezitten? Dirk. Waarom vraagt gij dat, Sam?
Sam. Wel, omdat, gij u zoo stellig daarover uitspreekt.
Dirk. Dan heb je mij niet goed begrepen, man! Ik liet voor een oogenblik »de Geref, Kerken” eens spreken, zooals dit het begrip der Doleantie meebrengt, Meen echter niet, dat dit mijne opvatting is; daar ben ik zóó ver van af als het Oosten verwijl leid is van het Westen.
Sam. Wat gelooft gij dan eigenlijk van de kerkelijke goederen, Dirk?
Dirk. Denk je, Sam! dat ik dit als het dertiende artikel des geloofs wil beschouwen: sik geloof aan de kerkelijke goederen?”
Sam. Neen, Dirk! Zoo bedoel ik het niet: maar wat denkt gij van de goederen .’
Dirk. Ik denk er van, dat er mij geen e cent van toekomt, Sam! en u ook niet! Som. Korter kunt ge er u al niet afmaken, Dirk! Maar dat gaat toch zoo niet? De goederen hebben eenmaal behoord aan de Gerei’. Kerken. En nu zijn ze hun ontnomen. Wat is dan billijker, dan dat ze weer aan »de Gerei’. perken” komen!
Dirk. Dat is een argument van nul, Sam! Als zulk eene redeneering recht van bestaan had, dan zou het voor velen de moeite nog wel waard zijn om »Gereformeerd” te worden. Dan mag Bot-schilt zijn hypotheek op Palestina ook wel uitvegen, want dat land behoorde ook eenmaal aan de Gereformeerden,
En dat die goederen hun ontnomen zijn. moet toch zeker nog eerst bewezen worden, nietwaar?
Sam. Dat is immers genoegzaam bewezen, Dirk? De Gereformeerden moesten toch naakt en bloot uit de Ned. Herv. Kerk, met achterlating der goederen?
Dirk. Gij zijt nog geen goed-Doleerende, Sam! Er valt voor u nog heel wat te leeren, eer ge uw lesje van buiten kent. Ge moet zeggen, dat ze uit lul het genoot-schap zijn gegaan,— Maar dit deden ze toch zeker vrijwillig? En indien ze daardoor de goederen moesten achterlaten, dan kan toch niet gezegd worden, dat hun de goederen werden ontnomen? Als iemand naar Amerika vertrekt, vrijwillig, al is het ook dat het hem in Nederland te benauwd of te schadelijk wordt, dan verliest hij van zelf zijn burgerrecht; maar dan kan hij toch niet zeggen, dat hem dat burgerrecht ontnomen werd, anders dan uit oorzaak van zijn vrijwillig vertrek? Als de goederen hun zoo onmisbaar zijn, laten zij er dan blijven; dan zijn ze bij de goederen!
Sam. De goederen werden toch de Gereformeerden onthouden, toen zij het genootschap hebben vaarwel gezegd; was dat dan billijk?
Dirk. Zeker was dat billijk, Sam! Zoudt gij dan meenen, dat, als er b. v. een tiental gereformeerden, zich «Gereformeerd” noemen en uit de Herv. Kerk uitgaan, dat dan de kerk, de pastorie en al wat er bij behoort aan die tien op den koop toe mede zou gegeven worden? liet is immers al te dwaas om zoo te denken! Doch, komaan! laten wij eens aannemen, dat het waar is, wat men zegt, n.l. dat die goederen aan de Gereformeerden behooren. Zeg mij dan eerst eens. wie de Gereformeerden zijn?
Sam. Dat heb ik reeds gezegd, Dirk! dat zijn de »Geref, Kerken.”
Dirk. Het hindert niet, Sam! al zegt gij het nog eens, zooveel te vaster zit het er in; wat we weten moeten we goed weten. — Dus goed begrepen: die twee groepen, welke in ’92 vereenigd zijn, dat zijn de Gereformeerden in Nederland; en die daar nu niet bij behooren, zijn geen gereformeerden en hun komt dus van de goederen, thans bij de Ned. Herv. Kerk in gebruik, niets toe?
Sam. Dat durf ik niet zeggen, Dirk! Maar ik begrijp u al, geloof ik; ik kom wel eenigszins in een moeilijk parket met, mijn gezegde.
Dirk. Zoo? .la, ik geloof het ook. En de enkelen, die in ’34 uittraden, waaronder ook uw vader behoorde, waren dat ook Gereformeerden of niet?
Sam. Zeker waren dat Gereformeerden, Dirk! en echte ook; geloof dat gerust.
Dirk. Moesten dan aan die enkelen de goederen der Ned. Herv. Kerk niet gegeven zijn, als ze dan toch den Gereformeerden toebehooren!
Sam. Ik zou wel meenen, dat het billijk ware geweest; want ze kwamen hun toe. Maar ik bemerk wel, dat het toch weer zeer moeilijk was.
Dirk. Och man, daar kan immers niets van terecht komen op deze wijze. Bedenk nu eens: juist diegenen, die liet nu eischen op grond van……«Gereformeerd” te zijn, wilden het toen aan dé gereformeerden niet geven. En waarom niet, denk je?
Sam. Ze ’geloofden misschien dat. ze veel beter gereformeerd waren, dan die uit de kerk waren gegaan.
Dirk. Het kan heel goed waar zijn, Sam! En zoo zal het wellicht thans ook wezen. En wie zal het dan uitmaken, wie er al of niet gereformeerd is?
Sam. Men moet toch bij de »Geref. Kerken” behooren, indien men op gereformeerdheid aanspraak maken wil!
Dirk, Daar heb je nu weer hetzelfde als hetgeen je (laar straks gezegd hebt, liet zal dus ten slotte er op uitdraaien dat, aan den naam "Geref. Kerken” Is verbonden eerst het gereformeerd zijn en dan het recht der goederen? Is het zoo niet, Sam?

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1893

De Wekker | 4 Pagina's

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (XII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1893

De Wekker | 4 Pagina's