Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (XIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (XIII)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sam. Ik geloof het wel, Dirk! want men is toch verplicht zich bij »de Geref. Kerken” te voegen.
Dirk. Laat mij dienaangaande u eens een vraag doen, Sam! Toen den naam »Geref. Kerken” er niet was in ons land, aan wien behoorden toen de goederen ?
Sam. Toen den naam »Geref. Kerken” er niet was, Dirk? Ik meen, dat »de Geref. Kerken” er altijd geweest. zijn.
Dirk. Gij bedoeld dat het Gereformeerde volk er altijd geweest is; maar dat volk was niet altijd in ons land bekend onder den naam van de »Geref. Kerken,” maar was ook wel bekend onder een anderen naam, b. v. »de Ned. Herv. Kerk” of voor eeuwen zelfs reeds als Christelijke Gereformeerde Kerk. Aan wien behoorden dan toen de kerkelijke goederen ?
Sam. Ik meen, Dirk! altijd aan de Gereformeerden.
Dirk. Dus aan de Gereformeerden, die toen in »de Ned. Herv. Kerk” waren. En waar zijn nu die Gereformeerden gebleven? Zijn ze er nog in, of zijn ze er uitgegaan?
Sam. Wat zal ik daarvan zeggen, Dirk! Velen zijn er uitgegaan; eerst in ’34 en later in ’80.
Dirk. »Velen,” zegt gij, »zijn er uitgegaan;” maar durft gij nu ook zeggen, dat ze er allen uitgegaan zijn?
Sam. Neen, Dirk! dat durf ik niet; want er zullen nog wel velen in achtergebleven zijn.
Dirk. Die velen, die dan achtergebleven zijn, hebben die ook recht op de goederen of niet?
Sam. Dat moest haast wel volgen, zou ik zeggen, dat zij er ook rechtop hebben.
Dirk. ”Wilt gij dan de kerkelijke goederen maar eens naar recht en billijkheid aan de rechthebbende toebedeelen; — altijd van het standpunt uitgaande, dat tegenwoordig zoo sterk beweerd wordt, dat de goederen aan de Gereformeerden behooren ?
Sam. Daar is geen beginnen aan, Dirk! Het beste en het wenschelijleste zou zijn, dat alle Gereformeerden de Ned. Herv. Kerk verlieten en zich bij »de Geref. Kerken” voegden. Dan, dunkt mij, was het gemakkelijk; van zelf zouden dan de Gereformeerden weer in het bezit der goederen komen.
Dirk. En dan zouden de niet-gereformeerden zeker zeggen: »daar hebt gij lieden het heele boeltje; want er komt ons niets van toe??” Ik denk, dat het dan nog eerst eens bewezen zou moeten worden of de goederen ook uitsluitend den Gereformeerden toebehooren: en ik sta er geen borg voor, dat ze er meer van ontvangen zouden dan nu. Weet ge, Sam! wat eigenlijk bet beste en het wenschelijkste zou wezen voor al die Gereformeerde menschen, die zoo erg op de kerkelijke goederen zijn?
Sam, Zeker geduldig wachten tot den tijd van in-bezit-nemen nog eens eenmaal komt?
Dirk. Neen, Sam! om zekerheid te hebben, was het het beste, dat ze allen weer terugkeerden tot »de Ned. Herv. Kerk,” Dan waren ze dadelijk in bet bezit der goederen! En ik geloof, dat van al degenen, die zoo gehecht aan die goederen zijn, hunne plaats ook daar is; — wat het zwaarste is, moet ook het zwaarste wegen.
Sam. Als het dien weg op moest, Dirk! dan zou er nog heel wat moeten gebeuren. Maar nog een andere vraag: hoe zouden de kerken A hun recht op die goederen moeten laten gelden? Er zijn onder hen zoovelen, die afstand van die goederen hebben gedaan om indertijd bij de regeering erkend te worden; ik begrijp dat niet goed.
Dirk. Het recht dat de »Doleerenden” meenen te hebben, dat hebben van zelf die vroegere »afgescheidenen” niet; want de Doleerenden scheiden zich niet af van »de Ned. Herv. Kerk,” zooals de Christ. Gereformeerden dit deden; dus de kerken A hebben met de goederen der Ned. Herv. Kerk nu heelemaal niets te maken.
Sam. Maar hoe kunnen dan de kerken A, evenals de kerken B, daar nog eenige hoop op hebben?
Dirk. Dat weten ze zelf niet, Sam! Zij weten alleen dat de »Doleerenden” er op hopen; en nu hopen zij maar mee; maar hoe die hoop vervuld kan worden, daar begrijpen zij geen jota van! Zij moeten daartoe alleen hopen op de gunst der »Doleerenden;” die moeten dit zien klaar te spelen, en als zij het dan zoover hebben, welnu dan mogen de vroegere »afgescheidenen” meegaan en volgen.
Sam, Maar hoe moeten de »Doleerenden” dat dan aanleggen, Dirk? Zou er ook kans op zijn?
Dirk. Met een afgescheiden hart in z’n binnenste is dit totaal onmogelijk, Sam! maar met een »doleerend” hart zou het misschien nog kunnen.
Sam, En op welk eene wijze zou het dan kunnen, Dirk?
Dirk. Ja, man! daar moet je nu eigenlijk het dol eerbeginsel voor kennen, om dat recht te weten. Gegeven of toebedeeld wordt het hun nooit, Sam! Er-is maar één middel op, en dat is: zoolang doleeren om het gemis der goederen, dat zij het niet langer meer kunnen uithouden en dan…..terug naar de »Herv. Kerk!” Dan komen ze van zelf weer in het bezit, zooals ze dat voor ’86 hadden in de gemeenschap met allen, die tot ode Ned. Herv. Kerk” behooren.
Sam. Zon dat het beginsel der Doleantie zijn, Dirk? Hadden ze dan maar in de Ned. Herv. Kerk gebleven!
Dirk. Neen, Sam! hun beginsel is, dat ze wel eenmaal in »de Herv. Kerk” hopen te komen; maar zij meenen er een ander middel op te weten, dan bet middel dat ik daar zooeven noemden.
Sam. Langs welken weg zouden zij er dan donken te komen, Dirk?
Dirk. Dien weg moet eigenlijk nog gebaand worden, Sam! Allereerst hoopt men nog op een grooten uitgang uit het »genootschap,” waardoor het meerendeel in iedere plaats, den kerkeraad der Geref. Kerk aldaar erkend als den wettigen kerkeraad ter plaatse! En dan hopen ze vervolgens op een Doleerenden minister, die de »Geref. Kerken” evenzoo erkend voor de wettige, oorspronkelijke Geref. Kerken der vorige eeuw.
Sam. En wat denkt gij nu, Dirk? Zou zoo iets kunnen gebeuren, of zou zoodanige hoop ijdel zijn?
Dirk. Wie zal zeggen, Sam! wat er al niet gebeuren kan! Met veel geduid en beginsel vastheid kan men soms heel wat tot stand brengen. Wie weet wat in de toekomst ligt; — misschien wordt gij nog wel President van de Vereen. Staten van Noord-Amerika! Maar weet je wat ik nog pas geleden in een der kerkelijke bladen las; iets, dat nu juist niet erg van beginselvastheid getuigt op dat punt?
Sam. Hoe weet ik nu, wat gij al leest, Dirk?
Dirk. ’t Is waar ook, Sam! — Maar ik las dan, dat er in den Haag waren mannen, (geen kerkelijke mannen, hoor!) die wilden bij de regeering aandringen om de kerkelijke goederen voor den Staat op te eischen. En wat ik nu niet dacht en wat ook niet strookt met beginselvastheid op dat punt, las ik er tevens bij, nl, dat die redactie dit ook al goed vond, als de Ned. Herv. Kerk of liever de »genootschapskerk” het maar ontnomen werd! Zie, dat vind ik zoo geheel in den concurrentiegeest van onzen tijd. In geen geval althans spreekt zich hier het beginsel uit, dat de goederen den Gereformeerden toebehooren.
Sam. Dat zeg ik ook, Dirk! Wat waar is, moet waar blijven. Daar moesten zij zich evenzeer tegen verklaren; want als nu beweerd wordt dat den Gereformeerden het toekomt, dan mag de Staat het evenmin in bezit nemen als de niet-gereformeerden.
Dirk. Och man! men kan tegenwoordig met zoogenaamde beginselen wonderlijk omspringen; in vele gevallen, als het maar op centen aankomt, dan ziet ge heel wat beginselen omver tuimelen!

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1894

De Wekker | 4 Pagina's

Samenspraak over de Dordsche Synode van 1893 (XIII)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1894

De Wekker | 4 Pagina's