Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Engelenzang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Engelenzang

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Engelenzang. in de velden van Bethlehem-Efratha geboord, is zóó schoon, zóó ingrijpend, dat bezwaarlijk één Kerstfeest voor den Dienaar des Woords voorbijgaat, waarop hij dien zang niet opnieuw aan de gemeente herinnert, en daarbij oude en nieuwe dingen uit zijnen schat voortbrengt.
Onze lezers hebben dan ook zeker wel op bet voorbijgegane feest met de herders naar- de zangen der hemellingen geluisterd en op het »Eere zij God in de hoogste hemelen” hun »Amen”doen hooren.
Die zang wordt naar aamleiding van de woorden, door onze Staten-overzetters bijgevoegd, gewoonlijk aldus opgevat: In de hoogste hemelen, waar de Heere troont, moet zelfs door engelen, al is niet tot redding van engelen de Christus geboren, Gode eere worden toegebracht voor de genade aan menschen geschied, Wat den inhoud op zich zelven aangaat, stemmen wij met die waarheid volkomen in. Engelen verheugen zich in den hemel als een zondaar zich bekeert, hoe zou er dan niet in verheuging eere gegeven zijn door hen, toen dat geschiedde, zonder hetwelk geen zondaar zou hebben kunnen begenadigd worden? Als wij iets van de groote barmhartigheid Gods in de zending Zijns Zoons aan onze harten op het Kerstfeest mogen gevoelen, zouden wij, ons onbekwaam gevoelende tot den lof van God, met Psalm 148 die hoogere, die heilige wezens wel willen toeroepen: »Looft Hem, al Zijne engelen! Looft Hem, al Zijne heirscharen.” Het is echter de vraag, of dit in de woorden van den Kerstnacht bedoeld is.
Gelijk men weel, zijn alle cursief gedrukte woorden in ónze bijbels, of die welke in de oudere uitgaven tusschen haakjes staan, door de overzetters bijgevoegd. Het was dikwijls noodig, omdat, vanwege de kortere uitdrukkingen in de oude talen, de zin voer den Hollandschen lezer onbegrijpelijk zon zijn. Vertalen wij nu zonder bijvoeging of omzetting die woorden letterlijk, dan luiden zij: »Eere in hoogsten Gode.” Het woord »hoogsten” staat in het meervoud. Dezelfde woorden (en hupsistois) lezen wij Matth. 21 : 9 en op de parellelle plaats Mark. 11 : 10, doch met het lidwoord de: »Hosanna (= Heere help toch) in de hoogsten.” In Hebr. 1 : 3 staat in ’t oorspronkelijke een ander woord, namelijk »en hupsèlois,” Slechts op ééne plaats lezen wij het geheel overeenkomstig onze woorden, namelijk Lukas 19 : 38: »vrede in hemel en eere in hoogsten.” In laatstgenoemden tekst voegden onze overzetters tusschen de eerste woorden in »zij,” alzoo: «vrede zij in den hemel.” Tusschen de hemellingen is vrede, gelijk J, Luyken zingt: »Wtj gaan naar vrederijk.” Dit behoeft dus niet meer gewenscht te worden. Of dachten ze aan de woorden des Heeren, omtrent den aanklager der broederen, toen Hij zeide: »Ik zag Satan als een bliksem uit den hemel vallen?” Onze kantteekenaars verklaren hunne bedoeling aldus: »God zij bevredigd en verzoend met de menschen door de komst dezes Konings en daardoor verheerlijkt.” Onze overzetters gevoelden, dat ze nu bij het tweede lid niet als in, Luk. 2:14 konden invullen »hemelen,” maar hier iets anders moest worden genoemd, en zij schreven » plaatsen.” Waarschijnlijk bedoelden ze nu ook hier met plaatsen » hemelen,” doch onze kantteekenaars verklaren dat niet met ronde woorden.
Hierbij zij opgemerkt, dat het woord »hemel” in de Schrift niet altijd beteekent wat wij er onder verstaan, en wat Paulus den derden hemel noemt. Soms zal bet wel willen zeggen dampkring, ook wel uitspansel geheeten. Wat beteekenen anders de »wateren, die boven de hemelen zijn,” in Psalm 148 : 4? Als de Heere zegt in Matth. 24:31, dat in den oordeelsdag de engelen »zijne uitverkorenen zullen bijeen vergaderen uit de vier winden, van uiterste der hemelen tot uiterste derzelve,” dan wil dat zeggen van het eene einde der aarde tot het andere. Wie gevoelt niet, dat in Lukas 10 : 15: »Gij, Kapernaüm! dat tot den hemel toe verhoogd zijt, gij zult tot de hel toe nedergestooten worden,” het woord "hemel” moet worden opgevat in den zin van »grooten rijkdom” of »b ij zond ere verhevenheid,” doch naar de wereld .’ Ook bij behoud der invoeging in Lukas 2:14 van "hemelen” behoeven wij derhalve nog niet bepaald te denken aan het verheerlijken van God door Zijne engelen in den hemel. De bemelgeesten zongen het den menschen toe, dat deze God zouden groot maken, en wij zouden dus hun zang kunnen opnemen als »Eere zij Gode in de allerhoogste mate.” De overtreffende trap van het woord »hoog” is dan, even als in ons woord door »aller” nog verhoogd door den meervoudigen vorm. Het” (en hupsistois) heeft dan dezelfde beteekenis, doch deze sterker gemaakt, als het (eis hupsos van de Septuaginta, met welke vertaling het Nieuw Testamentisch Grieksch overeenstemt) »ten hoogste,” dat herhaalde malen in het O. T. voorkomt (1 Kron 14 : 2, 29:25, 2 Kron, 20 : 19, enz.” In dien zin opgevat, zonde dus de engelenschaar hebben verkondigd, dat in Bethlehem iets was geschied, meer wonder dan alle wonderen te samen, welke ooit waren geschied; eene gave aan de aarde geschonken, oneindig rijker dan alle aardsche schatten met elkaar; eene genade was betoond, welke alle mensehelijke, alle engelen-gedachte te boven ging, en dat Hem daarom eene eere moest worden toegebracht, hooger dan ooit in eenig hart oggekomen was. Het was een lied: »Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen,” opdat de gansche wereld met het ”Amen, Amen” volgen zou (Ps. 72). In de Openbaring van Johannes 5 : 6 v.v. lezen wij den zang der verlosten: »Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. Gij zijt waardig het boek te nemen,” en met de tienduizendmaal tienduizenden zingen de engelen mede: »Het Lam. dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en rijkdom en wijsheid en sterkte en eer en heerlijkheid en dankzegging.” In den Kerstnacht gingen de engelen voor en de herders aanbaden; in het eeuwig licht gaan de uitverkorenen voor en do engelen loven mede.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1894

De Wekker | 4 Pagina's

De Engelenzang

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1894

De Wekker | 4 Pagina's