Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herleving (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herleving (V)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als de Heere werkt, wie zal het dan keeren? Wel worden geen middelen onbeproefd gelaten om, ware het mogelijk, den bezwaarden broederen overal het zwijgen op te leggen en hun optreden te beletten, doch hoe meer men zich hiertoe beijvert, hoe duidelijker het wordt, dat het werk Gods wel kan bestreden, maar nooit kan vernietigd worden. De vorige week werd dit weer duidelijk bewezen te Apeldoorn. Een onzer leeraren trad daar op om Gods Woord te verkondigen en met deze gelegenheid een kerkeraad te verkiezen, nadat eene week te voren daar reeds, onder leiding van broeder Wessels van Utrecht, eene vergadering gehouden en eenige toelichting omtrent de kerkelijke geschiedenis, in zake de » Vereeniging”, was gegeven.
We zullen verzwijgen de liefelijke bewoordingen, waaronder mannen uit Kerk A hun haat en afkeer op verschillende wijze openbaarden. We willen ook maar niet eens spreken over de wijze, waarop men één der broeders ouderlingen uit Kerk A, thans opziener in de Christelijke Gereformeerde gemeente, heeft bejegend.
We laten dit alles voor hetgeen het is, aangezien het ons niet te doen is om leelijke dingen te zeggen aan het adres onzer tegenstanders. Alleen moeten we dit zeggen, dat we dingen gehoord en ondervonden hebben, die ons hart hij vernieuwing met droefheid vervulden, bij de gedachte: waar moet het heen, als voorgangers zich aanstellen en gedragen, zooals men het van lieden zonder godsdienst niet eens zou verwachten.
Op Zijn’ tijd zal echter de Heere bet recht in het licht stellen en alle werken der ongerechtigheid met alle verdrukkers Zijns volks beschamen. De herleving der Christelijke Gereformeerde Kerk geschiedt onder veel strijd en beproeving. Dit heeft zijne nuttigheid. Tijdelijk kan dit de groote uitbreiding belemmeren, maar daardoor worden we ook bevrijd van menschen, die in de Christ. Geref. Kerk niet thuis behooren. Ook spoort die strijd gedurig aan tot zelfbeproeving, en, in plaats van naar de hoogte te voeren, doet zij, in kleinheid en af hankelijkheid en ootmoedigheid,van alle schepselen afzien om zijn vertrouwen alleen op den Heere te stellen.
Menschen, die op kansberekening en gewinzucht uit zijn, moeten bij de Chr. Gereformeerden niet zijn.
Maar wie uit Kerk A zijne geschiedenis lief heeft en geen doornen wil spreiden op de graven zijner vaderen, — wie wenscht te wandelen in de oude en wei-beproefde paden, overeenkomstig de waarheid, die naar de godzaligheid is, en geen gemeenschap wil hebben met eene leer, die lijnrecht indruischt tegen Gods heilig Woord,-—dezulken wekken we op om weder te keeren en zich aan ie sluiten bij hunne broederen, die, om des Heeren wil, smaadheid dragen. —
Herhaalde malen is ons gevraagd, waarom toch de beer candidaat M. H. A. Van der Valk door de Christ. Geref. Kerk niet is aangenomen.
Velen weten, dat deze candidaat zich daartoe bij de Christ, Geref. Kerk had aangemeld. »Moest »de Wekker”, zoo vraagt men, niet publiek uitspreken, op welke gronden de Christ. Geref. Kerk dezen, thans bij Kerk A beroepen, candidaat, heeft afgewezen?”
Wij voor ons willen hierop niet vooruit loopen. We wachten eerst den verderen loop dezer zaak af en zullen, zoo noodig, later hier meer van zeggen. Alles heelt zijn’ bestemden tijd.—
Gelijk we hadden verwacht, was de Redacteur van de » Bazuin” er weinig over gesticht, dat we, zonder op zijn schrijven in te gaan, slechts een paar opmerkingen daaromtrent ons veroorloofden,waar ZEerw. munt uit tracht te slaan om ons van farizeesche hooggevoelendheid te beschuldigen, alsof we daarmede hadden willen zeggen: »wij zijn heiliger dan gij.” Op dezelfde wijze sprak men in de eerste tijden der Scheiding over hen, die, om der conscientie wil, zooveel hebben moeten verdragen. Ook toen was bet de wereld niet, waar men het meeste van te lijden had. Neen, juist zij, van wien men bad gehoopt, dat zij in de voorste gelederen zouden opgetrokken zijn om voor de eere van den Koning zijner Kerk te strijden, — mannen, waar men naar den aard der liefde van moest gelooven, dat zij wedergeboren menschen waren, maar die, ter wille van een valsch kerkbegrip, achterbleven, — van dezen hadden de mannen van de daad veel te lijden.
Zoo zal het wel blijven op deze wereld. Zij, die anderen hebben beschuldigd, de zaak des Heeren tot een «dubbeltjes-kwestie” te maken, zijn thans zelf op deze klip gestrand. Getuige al de drukte, die men maakt over de zoogenaamde »ineensmelting,” dat in het wezen der zaak niets anders dan een dubbeltjes-kwestie is, maar dat men doet voorkomen, alsof daardoor bet al of niet vereenigen met de Doleerenden beslist. Dat men zulke dingen zich nog kan laten wijs maken!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1894

De Wekker | 4 Pagina's

Herleving (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1894

De Wekker | 4 Pagina's