Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een en ander

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een en ander

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opgegaan in de doleantie.

Wie ook nu nog mocht betwijfelen, dat de voormalige Christ. Gereformeerden wel inderdaad op de doleantie-lijn zijn overgegaan, moet al heel onkundig zijn van de dingen, die na 1892 zijn gebeurd en dip nog voortdurend plaats grijpen. Zoo ongeveer dachten we, toen we in een kerkelijk blad dezer dagen lazen, dat te Suawoude deputaten der Classis Leeuwarden van de Geref. Kerken met de „verstrooide leden” van de Geref. Kerk aldaar eene vergadering hadden gehouden om met hunne medewerking »de ambten” weder tot openbaring te brengen.
De Christ. Geref. gemeente te Suawoude was, zooals algemeen bekend is, met leeraar en kerkeraad, na gewelddadig bij de nieuwe, gecombineerde Kerkformatie te zijn ingelijfd, teruggekeerd tot baar vorig standpunt. Slechts een enkele verkoos het nieuwe boven het oude.
Dit konden de Gereformeerde Kerken in het Noorden niet dulden. Men is gaan preeken in eene schuur, tegenover de Christ. Geref. gemeente, en nu heeft men één’ouderling en twee diakenen verkozen, en aldaar de ambten al weer tot openbaring gebracht.
De man, die zich hiertoe liet gebruiken, was Ds. Impeta, van Leeuwarden, weleer predikant der Christ. Geref. Kerk, die jaren lang voor de beginselen van die Kerk heeft geijverd en gestreden. Terwijl des mans voormalige ambtsbroeder op zijn sterven lag, hadden deze dingen te Suawoude plaats, om niet slechts voor Friesland, maar voor geheel Nederland al weder een bewijs te geven, dat de doleantie de Christ. Geref. Kerk nooit als wettig heeft erkend, — dat men in Kerken A medehelpt niet slechts om de van haren glans beroofde Hervormde Kerk te reformeeren, maar ook om de Christ. Geref. Kerk, die in haar oog niets dan scheurmakerij is, te bestrijden, ZOO fel zij kan. Wat moet men ver zijn afgevoerd, om alzoo z’n eigen geschiedenis in’t aangezicht te kunnen slaan en meer dan overmoedig tevens, om alzoo datgene, wat men jaren lang als het werk Gods heelt erkend, nu te verachten, te smaden en op het felst te bestrijden. Als zulke menschen eens in ‘t publiek rekenschap gaven, waarom en op welke gronden zij zoo Veranderd zijn in hunne theorie en praktijk, dat zou meer eerlijk zijn dan langer den volke de oogen te verblinden met het bekende: »we zijn in niets veranderd, alles isgebieven, gelijk het was.”
Als de mannen in Kerken A zich hieromtrent eens verantwoordden, dan deden zij niets meer dan hetgeen zij schuldig zijn aan de Kerk, waaraan die predikanten hunne aanstelling tot het heilig ambt hebben te danken.

Verkeerde ijver.

Meer dan éénmaal bleek ons, dat particuliere leden zich af en toe de vrijheid veroorloofden om indirect hun’ kerkeraad het werk uit de hand te nemen en aan niet-Christ. Geref. predikanten briefjes te gaan schrijven, om op die wijze te onderzoeken, of zulke predikanten ook wenschten te dienen in de Christ. Geref. Kerk. Tegen zulke onwettige en ongeoorloofde handelingen moet met allen ernst worden gewaarschuwd. Wel komt dit voort uit onkunde en doet men dit met de beste bedoelingen, maar men vergete hierbij niet, dat men op dezelfde wijze in vroeger tijden ook de menschen op den brandstapel heeft gebracht. Vóór we Classicale indeeling hadden, kon de Syn. Com. worden geraadpleegd, en nu er Olasses zijn, hebben deze hier wel op te letten.
Heeft een broeder of eene zuster iets te vragen of te zeggen, dan wende deze zich tot zijn’ kerkeraad, maar handele niet, alsof men zelf kerkeraad is.
Door zulke handelingen werpt men een’ blaam op de Kerk, men tast zijne opzieners aan in hun heilig recht, en men zou oorzaak kunnen worden, dat we leeraars binnen loodsten, die we liefst buiten zagen blijven.
Aan degelijke, bekwame, bestudeerde, godzalige mannen heeft de Christ. Geref. Kerk behoefte, — aan mannen uit één stuk, geene mannen, die ja en neen tegelijk kunnen zeggen. Voor zulke broeders is een weg, en die weg is hun niet onbekend. En voorts moeten we den Heere laten werken en niet zelf met kansberekeningen ons bezig houden. Dit deed men in 1834 ook niet.

Studenten aan de Theol. School der Christ. Geref. Kerk.

Men heeft gevraagd, of het niet zeer bezwarend is om zich als student aan de Theol. School te laten inschrijven, met het oog op de Militiewet, want — zoo meende men — deze studenten zijn immers niet vrij van dienst.
Tot geruststelling hieromtrent kunnen wij mededeelen, dat bij Koninklijk besluit van 19 Sept. 1894 der Christelijke Gereformeerde Kerk, den studenten aan onze School dezelfde rechten zijn toegekend, als die, welke men te Kampen en elders heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1894

De Wekker | 4 Pagina's

Een en ander

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1894

De Wekker | 4 Pagina's