Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Evangelie van Johannes (VIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Evangelie van Johannes (VIII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Cap. I: 14.

Aan het einde van zijn evangelie (21:24) vinden wij de bevestiging van den oog- en oorgetuige omtrent al wat in het evangelie geschreven stond met deze woorden; „Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt en deze dingen geschreven heeft, en wij weten dat zijne getuigenis waarachtig is.” Datzelfde moet Johannes reeds verzekeren, zoodra hij in het begin van zijn evangelie de wonderbare genade Gods in het vleesch worden des Zoons heeft genoemd. „Wij hebben", zoo zegt hij, »Zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader.” Hij is de levende getuige en hij heeft niet maar een vluchtigen blik op Hem geworpen, niet slechts Hem gezien, maar Hem beschouwd. Had de Heere zich hier als eene tente gemaakt, als Zijn priester had Johannes bij Hem in het heilige van die tent verkeerd. Als een uit God geborene had hij gezien, wat anderen niet konden zien. Zijn oog had kunnen dringen door het uitwendig kleed van vernedering in de onafzienbare schatten van licht, liefde en leven en niet alleen hij. Ook Petrus mocht getuigen (2 Petr. 1:16, v): ”Wij zijn aanschouwers geweest van Zijne Majesteit, want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen.” Dat is niet slechts gezien op den Heiligen berg, maar geheel het leven van Christus op aarde door en ontelbare stralen naar alle zijden schitterende zijn van die zon uitgegaan, waarvan de invloed, de warmte, de bezielende kracht onuitwischbaar en onverdelgbaar in de zielen is ingegaan. Niet alleen Petrus en Johannes hebben met open oog geschouwd, maar de duizenden, die in Hem geloofd hebben, de millioenen tot op den huidigen dag, wien geloofsoogen werden gegeven om den Onzienlijken te zien, om uit de diepte te staren op Hem en die ervaren hebben dat het zien van Jezus in geestelijken zin de genezing werkt, door het zien op de koperen slang afgebeeld (Joh. 3:14, v.) En wat mochten die oogen aanschouwen? Heerlijke beloften geeft Jesaja (40:5) »de heerlijkheid des Heeren zal geopenbaard worden;” (60:1 v.v.) „Uw licht komt en de heerlijkheid des Heeren gaat voor u op. Want ziet, de duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de volken; doch over u zal de Heere opgaan en Zijne heerlijkheid zal over u gezien worden;” (66: 18) „Het komt, dat Ik vergaderen zal alle heidenen en tongen en zij zullen komen en zij zullen Mijne heerlijkheid zien.” Zoo is dan in Christus de Jehovah des Ouden Verbonds verschenen, de heerlijkheid van Israëls God in Hem, die het afschijnsel is van Gods heerlijkheid, het uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid.
Wat Johannes zag? Paulus hoorde onuitsprekelijke woorden, Johannes zag onuitsprekelijke grootheid. Hij kan niet anders die noemen dan „heerlijkheid,” en waar hij die nader wil beschrijven, daar kan hij er evenmin iets anders aan toevoegen, dan wanneer wij het daglicht zouden willen omschrijven en niet anders kunnen zeggen dan „het licht van de zon” en daardoor evenmin hebben verklaard, welke de glans van dat daglicht is. Die heerlijkheid is de heerlijkheid van Gods Zoon.
Maar toch sprak hij met die nadere beschrijving veel uit, daar hij die als eene eenige voorstelt, als eene, welke nooit eenig wezen, eenig mensch, eenig engel bezitten kan. Zij is als van den Eeniggeborene van den Vader. Zoo noemt alleen Johannes den Heere en onderscheidt Hem dus dadelijk van degenen, wien de macht gegeven is kinderen Gods te worden (vs. 12). Niemand Hem gelijk! Eene volheid zoo hoog, dat die slechts eenmaal kan worden gedacht, slechts als eene eenige kan bestaan. Wij, de begenadigden in Hem, zijn de vele geborenen, de zonen en dochteren door dezen Eengeborene, dien de Vader in de eeuwigheid heeft gegenereerd.
Kan Johannes zich niet nader uitdrukken dan wagen wij het ook niet den Onnoembare nader te noemen, maar aanbiddend wenschen ook wij als de discipel, dien Jezus lief had, die heerlijkheid te aanschouwen. »Zoo is dan”, zegt Hengstenberg bij deze plaats: „Zoo is dan het Woord, door hetwelk alle dingen geschapen en onderhouden zijn, vleesch, dat is mensch geworden, en daardoor dat Hij mensch geworden is en toch de Heere der heerlijkheid van eeuwigheid was, worden wij, arme menschen, die in Zijnen naam gelooven, kinderen Gods, en God wordt onze Vader. Maar Hij is alleen de eengeborene Zoon, door Wien, zooals Paulus zegt, God alles schept, regeert en doet. Hij gaat hoog boven alle aangenomene kinderen. Hij heeft eene bijzondere, eene eenige heerlijkheid van den Vader. De Eengeborene van den Vader is de Eengeborene, die van den Vader komt.”
Nu blijft voor u, mijn lezer! de vraag, of ook gij dien Christus hebt gezien, gezien als uw Heiland, die met Zijn licht u omstuwde, toen de nacht uwer eigene donkerheid tot helsche nacht was geworden, dien gij getast hebt, toen gij dreigdet weg te zinken in den poel uwer ellende, daar Hij uw hand vatte en u optrok; of gij Zijne stem hebt gehoord, die tot u sprak: »Vrees niet, gij zijt de Mijne”, toen slechts de dondervloek van Sinaï u verschrikte.
Och werd Zacharia’s profetie vervuld (12: 10 v.v.): Och dat de Geest der genade en der gebeden werd uitgestort en de Doorstokene werd aanschouwd met rouwklage als met de rouwklage over eenen eenigen zoon, en de fontein tegen de zonde en de onreinigheid overvloeiende waterstralen bracht over het verdorrend land!

v. L.
(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1895

De Wekker | 4 Pagina's

Het Evangelie van Johannes (VIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1895

De Wekker | 4 Pagina's