Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onderstaand stukje uit „de Roeper’” is al te kenschetsend, om het niet in de Wekker over te nemen.

Is Dr. Kuyper’s gevoelen van „Doop en Wedergeboorte” het Gereformeerde ?
Dr. K. c. s. vergaste in den laatsten tijd de lezers van De Heraut en van vele Kerkbodes op uittreksels uit kleinere en grootere werken van Geref. theologen der 17e eeuw.; die hun gevoelens over „ Doop en Wedergeboorte” schijnen te begunstigen, en verzekeren dan, dat - - ongereformeerd i wie hun gevoelens niet deelt. Het is inderdaad wel noodig, de belangstellenden te waarschuwen tegen misverstand, dat daaruit ontstaan en daardoor gevoed kan worden.
Daarom lette men op de volgende zaken:
lo. De Geref. leer moet ten eerste en ten laatste worden gekend en bewezen, niet uit oude en nieuwe schrijvers, maar uit de Belijdenissen der Geref Kerken zelve. Op zichzelf hebben dus al die „Vaderen” geen Kerkrechtelijke bewijskracht. Kerkelijke vergaderingen hebben het al of niet (Gereformeerde” van gevoelens en leeringen te toetsen aan en duidelijk te maken uit de Belijdenissen. Aan Dr. K. c. s. mag dit Kerkrechtelijk a b c wel alle dagen worden herinnerd. Zij hebben hunne redenen waarom zij »de leer der vaderen’’ gelijk stellen met of boven de leer der Kerken, maar de Kerken kunnen daarin hun niet ter wille zijn. Zij mogen het niet. Zij zouden daardoor haar eigen leven in gevaar brengen.
2o. Die schrijvers handelen niet tegen degenen, die gevoelens als dat van Dr. K. bestrijden; zij behandelen de kwesties niet, die Dr. K. door zijne sacramenten-leer heeft opgeworpen. Zij hebben, bij den kinderdoop, den strijd meest tegen de Wederdoopers en Doopsgezinden. Hun stellingen staan doorgaans in nauw verband met de ontkenningen der verwerpers van den Kinderdoop. Vandaar dat zij op vele vragen, die onder de Gereformeerden zelve gedaan worden, geen antwoord geven.
3o. Dr. K. c. s. hebben, geven althans, geen juiste voorstelling van de gevoelens der broederen, die tegen de hunne bezwaar hebben, Zij redeneeren doorgaans zóó alsof zij te doen hebben met bestrijders van den Kinderdoop en van Gods genade aan kinderen. De kwestie is een gansch andere. Welke dan? vraagt gij.
Dit is de vraag: Of het Sacrament des Doops een teeken en zegel is van Gods Verbond, óf van iets dat in den doopeling is? m.a.w of de grond voor den Doop ligt in God en Zijne ordeningen, dan wel in hetgeen de doopeling is of heeft, of ondersteld wordt te hebben? Daarbij komen nog andere vragen, die ook van groot belang zijn.
‘t Is zeer gewenscht, dat de Gereformeerde leer des Doops, inzonderheid des Kinderdoops, opnieuw worde bestudeerd. Maar dan houde men zich aan de Belijdenissen en stelle alle ander geschrift onder dezelve. En dan verklare men de Belijdenissen uit haar zelve, niet uit vooropgezette stellingen.
4o. Dr. K. c. s. bewegen zich o. i. op den weg der Dooperschen en zijn niet buiten gevaar van Luthersche en Roomsche denkbeelden. Zij staan tegenover de Dooperschen, maar — op denzelfden weg. Zij trekken, om een minder schoon doch even juist beeld te gebruiken, beiden aan hetzelfde touw, ieder aan een eind. Zonder beeldspraak: de Dooperschen bestrijden den Kinderdoop, door dezelfde eischen te stellen voor de kinderen als voor de volwassenen; Dr. K. c.s. verdedigen den Kinderdoop, door — hetzelfde te doen; door te verzekeren, of liever, te onderstellen, dat dezelfde vereischten bij de kinderen aanwezig zijn, die voor de volwassenen gelden. Zóó raken zij, met de Dooperschen van vroeger en de Baptisten e. a. van heden, van het zuivere pad af. De Schrift doet anders. Van den volwassenen vraagt de Schrift geloof en belijdenis des geloofs; van het kind, dat het een kind zij van bondelingen. Zonder, in dit verbond, iets te onderstellen of te verzekeren van wat in het kind is of niet is, geeft God de belofte, en het teeken en zegel daarvan, aan de geloovigen en hun zaad. Aan die geopenbaarde dingen hebben wij ons te houden; dat Verbond heeft de Kerk te bedienen; de verborgene dingen overlatende aan den Heere onzen God en den God onzes zaads in hunne geslachten.
5o. Goed bezien, zijn Dr. K. c. s. het ook niet eens met schrijvers, die zij aanhalen. Men leze o. a. het artikel uit Petrus de Witte en K.’s bijschrift in De Heraut van 7 dezer.
In een volgend No. deelen wij dat mede.
6o. Dr. K. liet tot nu toe na, de bezwaren te wederleggen. Men denke slechts aan hetgeen Ds. L. J. Hulst (Amerika) tegen zijne artt. over de Sacramenten heeft geschreven in Supro of Infra? Toen was het de tijd niet, schreef De Heraut. Ziet Dr. K. nu kans om Ds. Hulst van zijn bezwaren te ontheffen?

L. L.
Het bovenstaande behoeft geene toelichting.
Wie L. L. is, weet ieder lezer van de Wekker.
Wij danken L. L. voor zijn vrijmoedig belijden, al betreuren we het diep, dat een Gereformeerde L. L. met zooveel ongere-ormeerdheid in kerkelijke gemeenschap blijft leven.
Had men vroeger zoo iets van dezen broeder voorspeld, hij zou het zeker zelf niet geloofd hebben.
L. L.! waar gaat ge heen? 

Red.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1895

De Wekker | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1895

De Wekker | 4 Pagina's