Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. A. Kuyper (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. A. Kuyper (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al sinds geruimen tijd heb ik en anderen er op gewezen, dat Z.H.G., die zich als b ijuitstek gereformeerd voordoet, toch niet waarlijk confessioneel gereformeerd is. In mijn »Supra en Infra” heb ik er op gewezen, dat hij, bij voortgaande consequentie, op huiveringwekkende ongerefor-meerdheden moest uitloopen. Menigeen, die anders in beginsel het met mij eens was, heeft het mij kwalijk genomen. Toen ik als redacteur van DE WACHTER aftrad, heb ik het minder voor mijne verantwoording gerekend, en ben ik op den achtergrond getreden, na mijne overtuiging in mijn »Supra ….” wereldkundig te hebben gemaakt.
Ik heb echter niet opgehouden te lezen, wat hij van zich liet hooren, en ben daardoor tot toenemende overtuiging gekomen, dat ik in hoofdzaak niet mis gezien heb. Allengskens is het duidelijker geworden, in zijne Encyclopedie en Heraut-artikelen, dat hij een (zoogenoemd) Gereformeerd stelsel opbouwt, dat niet op de Belijdenis der Gereformeerde Kerken gebaseerd is, maar dat op wijsgeerige beginselen steunt, en daarvan uitgaat, terwijl hij zich op naamhebbende Theologen beroept en de standaards der Gereformeerde Kerken dikwijls verwrongen daarbij aanhaalt. Ik heb echter geen plan, om mij te bemoeien met al de scheeve voorstellingen, die voor en na door mij werden opgemerkt. Ik doe dat ook te minder, omdat door Dss. T. Bos, P. M. ten Hoor, Prof. Lindeboom en anderen dat met beleid gedaan wordt, in de „Vrije Kerk” en andere schriften. Ik wil thans alleen op twee punten wijzen, als uitingen, die, zoo ik meen, niet zonder tegenspraak mogen passeeren.
Het eerste punt staat in de „Heraut” van 12 Mei ’95. Z. H. G. zegt daar omtrent de oorzaak der zonde: “ Niet natuurlijk wat de intentie, bedoeling en toeleg betreft, maar wel voor zooveel aangaat het feitelijke, doet Satan niets of God doet het door hem.” Ik onderschrap dit gezegde van Dr. Kuyper. Hij schrok toen ik het las, en gevoelde onmiddellijk een prikkel, om voor de eer van God op te komen.
De Bijbel en onze waarlijk gereformeerde vaderen dachten en spraken over de oorzaak der zonde geheel anders. Zij erkenden, dat God de zonde, die Hij wel door zijne absolute Almacht zou kunnen verhinderen, om hoogere en heilige reden toeliet, zonder zich te veroorloven, om naar die verborgen redenen te onderzoeken. Zij begrepen, dat God dit graven en doorzoeken van zijne geheimen verboden had, als Hij (Deut. 29: 29) had doen aankondigen: »De verborgene dingen zijn voor den Heere onzen God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen, om te doen al de woorden van deze wet.”
Dr. Kuyper heeft deze schuchterheid echter afgelegd. Hij graaft, hij doorzoekt, hij speculeert, hij filosofeert en deinst voor niets terug. Wat hem als een gevaarlijke put was aangewezen, en door anderen bij gevolgtrekking reeds verweten, heeft hij in bovenstaande uiting openbaar erkend zijn standpunt te zijn, en dat standpunt is het Determinisme. Immers, mijn woordenboek zegt over het Determinisme als volgt: Determinisme is het gevoelen van hen, die meenen, dat de wil van den mensch door oorzaken en omstandigheden bepaald wordt, tengevolge waarvan zijne daden min of meer door het noodlot beheerscht worden. De ruwste vorm van het Determinisme is het fatalisme. En wat is dat fatalisme? Mijn woordenboek noemt het: »De leer, dat de wil, de handelingen en lotgevallen van den mensch door eene algemeene en blinde noodzakelijkheid beheerscht worden.” De Materialistische wijsgeeren stellen die noodzakelijkheid in de overheerschende macht der stof. Mahomedanen zien er eene Goddelijke voorbeschikking in. Dr. Kuyper verschilt daarin van het Determinisme en Fatalisme, dat hij Satan stelt tot dienaar van God, wat het feitelijke aangaat, en zoo staat de mensch onder de noodzakelijkheid van te zondigen, door middel van Satan. En nu moge hij de laster, daarin opgesloten, zoeken te verzachten, door aan God den toeleg, de bedoeling en de attentie der zonde te ontzeggen — iets waarop nog al wat te zeggen zou zijn — het is eenmaal vastgesteld, dat al wat Satan doet, God door hem doet. Als dat nu geen Godlasterend Determinisme is, dan zou ik gaarne weten wat het dan is. Gereformeerd kan het niet zijn; want de Gereformeerde vindt in Gods besluit wel eene noodzakelijkheid van uitkomst, maar niet van oorzaak.
Reeds lang heb ik zulk eene leer van Dr K. verwacht. Ook in mijn »Supra en Infra” heb ik er op gewezen dat hij bij voortgaande consequentie daarin moest verIoopen. Ik bleef echter hopen, dat hij in tijds zijne dwaling zou inzien en die loslaten, en ja, dat kan nog gebeuren, maar daarvoor zou hij groote genade van noode zijn, omdat met zijn stelsel zoo veel in verband staat en zoo veel vallen zou. God is echter machtig. Laat ons daarom voor hem bidden!
Dat is te minder overbodig, omdat zijn stelsel vooruit wijst op een Fatalisme, dat alle stelsels van dat soort in de schaduw zal stellen. Het materialistische Fatalisme drukt wel des menschen verantwoordelijkheid dood, en is wel moordenaar van alle zekerheid ; maar daar komt de mensch nog meer voor als een ongelukkige, zonder dat men rechtstreeks God in het aangezicht slaat. Hier doet God alles door satan. Moge onze doctor in zijn leven dat vreeselijk uiterste nog al weten te vermijden, vroeger of later zal satan dit stelsel wel weten aan te wenden tot bereiking van zijn doel.
Ik sta er over verwonderd, hoe een man van zooveel scherpzinnigheid en tenminste schijnbare vroomheid het aandurft, om zulk een stelsel steeds voor te stellen, als het echt Gereformeerde. Is het dat hij geen tijd heeft om de Gereformeerde standaards grondig te bestudeeren? Of is het een vooroordeel, dat hem verhindert de ware beteekenis er van te verstaan? Of … ?
Het andere punt van Dr. K.’s afwijking van de Gereformeerde standaards zullen we in een volgend artikel bespreken, D. V.—Tot dan!

L. J. HULST.

Bovenstaand stuk uit de Am. » Wachter”, van de hand van Ds. Hulst, is te belangrijk, om het onzen lezers en lezeressen niet in zijn geheel mede te deelen.
Wij danken Ds. Hulst voor zijn trouw en vrijmoedig opkomen voor de waarheid en voor de eere Gods. Men kan dan nu in Nederland nog van iemand anders dan van de Redactie van de Wekker vernemen, waar het dweepen met de leer van Dr. Kuyper c.s. toe leidt. Leeraren en leden uit kerk A! als ge dan naar Nederlandsche stemmen niet hoort, laat dan deze stem uit Amerika u door Gods genade nog
WAKKER SCHUDDEN!

Red.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1895

De Wekker | 4 Pagina's

Dr. A. Kuyper (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1895

De Wekker | 4 Pagina's