Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe moeten wij de „Geref. Kerken" beschouwen? (VII - Slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe moeten wij de „Geref. Kerken" beschouwen? (VII - Slot)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sam. Wacht eens even, Dirk! Nee zóó is het niet. Onze domine zei de vorige week nog, dat wij onzen weg niet verlaten hebben; en zooveel vertrouwen heb ik in hem, dat hij het niet zal zeggen, als het niet waar is.
Dirk. Omdat zij zooveel vertrouwen in de leden hebben, Sam! Daarom ook is het hun zoo goed gelukt het volk te misleiden.
Maar om op de zaak te komen, Sam. Als jelui dan je ouden weg niet verlaten hebt, zeg mij dan maar eens, op welken weg jelui dan met de Doleerenden op één en denzelfden weg wandelt?
Sam. O! daar valt me wat in, Dirk. Dat is door een leeraar op de Synode toch zoo eigenaardig en duidelijk uitgedrukt, toen hij zeide, »dat men de vereeniging nu van de twee kerkgroepen moest begrijpen als de samenvloeiing van Maas en Waal bij Gorkum.”
Vindt ge dat niet eene leuke beeldspraak?
Dirk. Ik vind er niets aan, Sam! Goed beschouwd, zou ik zeggen, is het eene zeer onnoozele uitdrukking, waarin niet de minste beteekenis is zit.
Maar ik wist dit al lang. O ja! dat wordt  gezegd door een man, die het meest al gerookt heeft tegen Kuyper en tegen de Doleantie, — zóó erg, dat ik het hem niet gaarne zou nadoen.
Maar ach! als bij een mensen de grond van onder zijne voeten wegzinkt, dan tuimelt hij van zelf omver; daar helpen geen paar goede beenen aan.
Maar wat wil nu eigenlijk die uitdrukking in uw oog zeggen, Sam? Wilt ge daaruit bewijzen, dat de Afgescheidenen hun weg, den rechten weg namelijk, niet verlaten hebben?
Sam. Mij dunkt, Dirk! dat hier duidelijk bewezen wordt, dat zij beiden, zonder iets vertalen te hebben, in elkander gevloeid zijn en voorts samen wandelen op èènen weg, gelijk die twee rivieren, vanaf Gorkum samenvloeiende, in ééne rivier voortstroomen.
Dirk. Neen, maar nu werdt het nog mooier, Sam! nu gaat ge eigenlijk bewijzen dat ze beide hun weg verlaten hebben en nu on een nieuwen weg samen wandelen. Maar het is geen wonder, man, dat je er geen touwen aan weet vast te maken; want zoo gaat het reet alle geknoei; het loopt gewoonlijk altijd spaak.
Sam. Volstrekt niet, Dirk! Geen nieuwen weg. Neen, zoo bedoel ik het niet.
Dirk. Neen, Sam ! zoo bedoel je het niet, dat begrijp ik; maar toch is het waar! Komaan, laten we eens zien wat er van dat beeld terecht komt; want bet is mij slechts te doen om goed te weten, op welken weg de vereenigde Geref. Kerken thans wandelen, — op den rechten weg of op den dwaalweg.
Eerst moet je mij eens zeggen, Sam! hoe die saam gevloeide rivieren, nl. Maas en Waal, vanaf Gorkum heeten?
Sam. Die rivier wordt Merwede genoemd, Dirk!
Dirk. O, zoo? Das geen Waal en geen Maas meer, maar onder een nieuwen naam is zij dus bekend. Best, Sam!
Dan moet je mij nu eens vertellen, of de Merwede langs denzelfden weg loopt, waar langs Maas en Waal loopen.
Sam. Dat niet, Dirk! dat kan natuurlijk niet; want Maas en Waal loopen ten Zuiden en ten Noorden van de Bommelerwaard, en waar het Merwede wordt, daar is het geen Bommelerwaard meer.
Dirk. Zie je het nu niet, Sam ! dat heel dat vernuftige beeld niets beteekent, om te bewijzen, dat er niets verlaten is, en men zóó ‘maar in elkander gevloeid is. En of zij nu op den ouden doleerenden dwaalweg of op een nieuwen, zoogenaamden Gereformeerden, dwaalweg wandelen, is mij hetzelfde.
Derhalve is het uitgemaakt, dat de Doleerenden nooit op den aiouden rechten weg zijn teruggekeerd en de Afgescheidenen, met hen vereenigd, samen levende, hunnen ouden, rechten weg hebben verlaten, zoodat ze beiden nu op een dwaalweg wandelen, waarom wij ze dan ook met alle recht als dwaalkerken kunnen beschouwen, bovendien met eene onzuivere leer.
En hiermede, Sa ! zullen we ons gesprek maar afbreken; wilt gij nu bij de »Geref, Kerken” blijver), dat moet ge zelf weten ; ik hoop Christ. Gereformeerd te blijven, gelijk onze vaderen waren; toch wensen ik, dat de tijd spoedig moge aanbreken, dat velen tot den ouden rechten weg terugkeeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1895

De Wekker | 4 Pagina's

Hoe moeten wij de „Geref. Kerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1895

De Wekker | 4 Pagina's