Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan een vriend te Ulrum (XIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan een vriend te Ulrum (XIII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een jong predikant uit de Geref. Kerken, in vervoering gebracht door de nieuwe wijsbegeerte onzer dagen, zoo streelend voor het menschelijk vernuft, riep in eene vlaag van opwinding uit tegen een broeder uit de Christ. Geref. Kerk:
„Wat, gij met uwe Christ. Geref. Kerk, en met het treuren over al de veranderingen!
Die Christ. Gereformeerden zijn nooit iets anders geweest dan een hoopje gemoedelijke menschen, zonder kennis van de Geref. beginselen!
Nu weten we pas, wat gereformeerd is!
Heden ten dage komt bet Calvinisme pas tot zijn recht!” — Hoort gij het, mijn vriend! een hoopje gemoedelijke menschen, — dat en niets anders! Zóó wordt de Chr. Geref. Kerk zwart gemaakt, die meer dan 50 jaren kennelijk in ons land de draagster der gereformeerde waarheid was.
De kerk, die duizenden ten zegen is geweest, de ware kerk, door God zelf uitgeleid en voortduren geschraagd en geholpen, staat daar nu geteekend, en hoe?
Verachtelijk genoeg.
Die jonge predikant durfde uit te spreken, wat hem op het hart lag; ten minste in een gewoon gesprek.
Hij, en allen, die met hem hetzelfde denken, behooren het ook aan de leden hunner gemeente te zeggen.
Bijvoorbeeld in dezen vorm, stel ik mij voor:
» Broeders! die Christ. Gereformeerden roepen u toe, dat alles veranderd is, maar zij hebben het mis, er is niets veranderd, alleen willen wij niets behouden van het karakter, dat de Afscheiding droeg ; want die bestond uit een hoopje gemoedelijke menschen en heeft nooit geweten wat echt, ziet u, echt gereformeerd mag heeten. Dat zuivere licht ging nu pas op en wij zullen u, geheel anders dan de vaders der Afscheiding, leeren wat gereformeerd is.
Ook die vaders wisten het nog niet.
Wel gebruikte God hen als middel in Zijne hand tot bekeering van vele zondaren, — wel blonken zij uit in godsvrucht en werden er door hun godzaligen wandel gewonnen, wel bouwden zij eene Theologische School tot onderwijzing in de leer der H. Schrift, — wel traden zij de Hervormde Kerk uit ondanks hoon en laster, hun ten deel gevallen, — wel klemden zij zich aan de belijdenis vast en duldden in de Christ. Geref. Kerk geene afwijking daarvan, maar toch .... zij wisten niet wat gereformeerd was.
Die wetenschap berustte eigenlijk bij hen, die in de valsche Herv. Kerk op kerkherstel aandrongen en onverwachts geheel tegen hunne bedoeling er uit gejaagd werden.
Last ons toch blijde zijn van al dat gemoedelijke der afscheiding verlost te wezen, ook van de onbekendheid der Geref. leer, sedert wij in de wateren der Doleantie verzeild laakten.
U, vroegere Christ. Gereformeerden, zij het bekend: er is niets veranderd! ! Alleen maar, dat »ja eigenlijk”.... alles veranderd is.”
Zóó stel ik mij eene toespraak van dien »waarheidlievenden”, jeugdigen predikant voor.
Zijn er zoo?
Wij twijfelen er aan.
De nieuw ontdekte gereformeerdheid komt zoo steelsgewijze binnen.
Intusschen meenen de mannen der nieuwe richting stellig een tijd van glorie tegemoet te gaan.
Nu, het kan ook wel.
Eene valsche leer vindt gewoonlijk vele aanhangers.
Maar of in hun zwakheid — zij zijn immers niet zwak — Gods kracht kan volbracht worden ?
Wat hel schittert, is altijd nog geen goud.
Welk eene gedachte moeten degenen, die zich thans zoo bijzonder met den naam „gereformeerd” tooien, toch wel koesteren over de Transvalers!
Wij zien, dat zij uit de verte ze heel wat ophemelen.
Nu, wie doet het niet?
De ongeloovige, de volslagen wereldling heeft zelfs geen woorden genoeg om de Heere te prijzen.
Wij danken God, dat er in Transvaal nog een overblijfsel gevonden wordt.
Maar zij?
Want de Boeren zijn eigenlijk een hoopje gemoedelijke menschen, weinig met hun godsvrucht te koop loopende, volstrekt geen groote geleerden, geheel onbekend met het licht, dat in Amsterdam heet ontstoken te zijn.
En dan toch zóó groot, zóó dapper, zóó innig aan Schrift en belijdenis verknocht?
Doch blinkt in hen de kracht niet uit, die de Christ. Geref. Kerken al de 50 jaren vertoonde ?
Niet vele wijzen, niet vele edelen, — het verachte; en toch in hen God zoo sterk!
Transvaal leert ons, welk eene heerlijke uitkomst God Zijn volk bereidt. Namelijk, dat eenvoudige volk, welks leer en leven met elkaar in overeenstemming zijn.
Een paar weken geleden becijferde prof. Noordzij in de Bazuin, wat min hoopje wij tellen !
Iedereen moest toch weten, dat in zulk eene geringheid geen kracht kon schuilen.
Ook hij al verblind door de schittering van het aantal!(1)
Maar dan dat luttele hoopje Transvalers, bij Engeland vergeleken even gering, als wij in verhouding tot de Geref. Kerken.
Hij is zeker vergeten, wat Psalm 33 : 9 ons onderwijst:

Het brieschend paard moet eindlijk sneven,
Hoe snel het draav’ in ’t oorlogsveld!
’t Kan niemand d’ overwinning geven;
Zijn groote sterkte haat geen held.

Neen, de Heer der Heeren
Doet ons triomfeeren;
Hij, geducht in macht,
Slaat elk gunstig gade,
Die op Zijn genade
In benauwdheid wacht.

In dat geloof moedig voorwaarts!

Uw Vriend

(1) Prof Noordzij allerminst moest o. i. over zulke zaken meêpraten. Door eigen ervaring geleerd (in zijne grootsche ondernemingen in ’t verre Westen) betaamt hem allermeest bet zwijgen, daar hij meer dan iemand :anders weet, dat hooge boomen veel wind vangen en dat zij, die hoog klimmen, nog al eens zeer laag vallen. Bewijzen uit de Schrift acht ik in dit geval voor Prof. Noordzij niet noodig.
Corrector.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1896

De Wekker | 4 Pagina's

Aan een vriend te Ulrum (XIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1896

De Wekker | 4 Pagina's