Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor ouders en kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor ouders en kinderen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opvoeden is oen gewichtig werk, waarvoor veel verstand noodig is, en bovenal gedurig gebed. Velen hebben gemeend eene goede opvoeding te geven aan hunne kinderen, terwijl zij zelfs niet weten, wat noodig is tot eene goede opvoeding. Zal men goed opvoeden, dan moet vooral aanwezig zijn de vreeze des Heeren, dan moet men de kinderen met stichting on in eenen goeden wandel voorgaan; dan dient men o. a. ook niets te doen of te zeggen, waar de kinderen u later mede in het aangezicht kunnen slaan. Vooral moet men hen aan orde en tucht gewennen, en wat men eens gezegd heeft tot vermaning en bestraffing, niet gedurig herhalen of er mede dreigen, maar het bepaald doen, ook al bloedt het hart er soms onder, en al wil men, door vader- of moederliefde gedreven, de opgelegde straf wel uitstellen. Vooral is het zaak bij zulke gelegenheden den kinderen te zeggen: „kind, ik wilde u gaarne van de opgelegde straf vrijlaten, maar volgens Gods Woord en mijn geweten mag ik dit niet doen, of ge moet in de tegenwoordigheid van God betuigen, voortaan u goed te zullen gedragen.” En als dan met dat kind het aangezicht des Heeren in het gebed wordt gezocht, kan zulks vaak zegen afwerpen èn voor de ouders èn voor het kind, dat straf heeft verdiend.
In de eerste plaats toch rust op de ouders de plicht der opvoeding. Dit kan en mag niet op een ander worden overgedragen. De onderwijzer in de school, de leeraar in de gemeente, de zondagschoolonderwijzer voor zijne klasse, zij hebben allen hun werk en hunne waarde, doch onder die allen is geen volledige plaatsvervanger voor godvreezende ouders en voor den invloed van het Christelijk huisgezin. In de school kan ’t gebeuren, dat minder gewenscht of zelfs schadelijk onderricht wordt gegeven, — een onderwjjs, dat soms in geheele tegenspraak met de opvoeding van vrome ouders is, Aan de kerk kunnen de kinderen vormelijk gewennen, hoewel het hoognoodig is er hen getrouw heen te zenden en hen er ernstig op te wijzen, wat men in de kerk moet doen; en vooral is het goed hen na kerktijd eenige vragen te doen over de preek, enz. Zullen echter de ouders aansporen kunnen, dan moeten zij aan de kinderen een goed voorbeeld geven en dus allereerst zelf getrouw gebruik maken van den openbaren godsdienst, en zooveel mogelijk de kinderen in de kerk bij zich nemen, en hen dus niet laten zitten, waar ze verkiezen, om anderen vaak tot ergernis en aanstoot te zijn in Gods huis.
Thuis leeren de kinderen juist datgene, wat woord en daad der ouders hen leeren. En indien de ouders de gelegenheid om te onderwijzen verwaarloozen, op wat grond kunnen zij dan verwachten, dat de onderwijzer en de predikant zullen goedmaken wat zij bederven?
Een onderwijzer kan vaak wel zien, uit welk huisgezin de kinderen komen, of er aan de opvolging mee- of tegengewerkt wordt in huis, enz. Een predikant en voorganger ziet het zoo spoedig, of de ouders hen steunen.
De kinderen verklappen vaak, wat in huis geschiedt. Wat de kinderen in huis leeren, wordt nimmer vergeten; die lessen blijven lang in het geheugen en de voorschriften en de voorbeelden van het huisqezin maken eene macht uit op de ontwikkeling en vorming van het kind. Velen hebben zich later de heerlijke lessen van eene vrome moeder of een godzaligen vader herinnerd en zijn er in den middellijken weg door afgekeerd en gestuit in den loop der zonde. Velen hebben later wel met tranen betuigd: „Het is, als zie ik nog mijn vader en moeder met mij neêrknielen; het is, als zie ik nog den wijsvinger van die vrome ouders omhoog rijzen, om mij met trauen te vermanen, toch niet voort te gaan in het kwaad. Toen, helaas, versmaadde ik die vermaning; maar nu, na jaren, nu hoor ik als nog die stem tot mij spreken!” Och, dat ouders en kinderen beiden mochten gevoelen wat hunne verplichting is.
Ouders! bidt veel met en voor uwe kinderen, om de gepaste middelen tot opvoeding te mogen kiezen. Kinderen! buigt vaak uwe knieën om verstand, met Goddelijk licht bestraald, om een open oor en hart te mogen hebben en genade te ontvangen, om er op te letten, wat u tot uw tijdelijk en eeuwig welzijn zoo gedurig wordt gezegd.

Aarlanderveen. G. BOS

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1896

De Wekker | 4 Pagina's

Voor ouders en kinderen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1896

De Wekker | 4 Pagina's