Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beantwoording van vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beantwoording van vragen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat moeten wij verstaan onder weggaande bok” in Lev. 16? Wij lezen daar, dat op den grooten verzoendag twee geitebokken ten zondoffer voor het aangezicht des Heeren aan de deur van de tent der samenkomst werden gesteld. Over deze werd dan het lot geworpen (48) een lot voor den Heere en een lot voor Azazel. Dat woord Azazel komt in dit hoofstuk viermalen voor en heeft verschillende uitleggingen gevonden. De meesten (Winer, Keil, Vaihinger en Herzog’s Real encyclopaedie) verstaan er onder den duivel”. Zij beweren, dat de verklaring der samenstelling uit eetz en azal (wegzenden) niet mogelijk is, daar het eerstgenoemde woord wel geit” beteekent, maar nooit bok”, waarvoor de Hebreër een ander woord heeft in vs. 7(tsaphii) Of wij echter, waar wij dat woord Exod. 26 : 7 en 36 : 14 lezen, moeten aannemen, dat de gordijnen alleen van het haar der geiten waren gemaakt en er niet het haar van bokken en geiten mede bedoeld werd, meenen zij te moeten betwijfelen. Verder wijzen zij op de tegenstelling voor Jehovah” en voor Azazel”, zoodat ook die een persoon zou moeten zijn, en op boeken der latere Joden (Boek Henoch), waar een booze geest Azazel genoemd wordt, zooals ook door Origenes, Celsius en anderen die naam voor een van Satan werd gehouden. Is dat zoo, dan is het zeker te verwonderen, dat in den bijbel, waarin zoo dikwerf de duivel genoemd wordt, nergens dan in Lev. 16 die naam voorkomt, en onverklaarbaar wordt zeker, dat hij eerst als nog niet onderscheiden van dien voor Jehova aan de deur van de tent der samenkomst staat, vervolgens levend voor het aangezicht des Heeren wordt gesteld (vs 10) en nog wel om door hem verzoening te doen.” Het is om die reden ons duidelijk, dat onze vertalers juist hebben gezien, als zij de Grieksche vertaling van Aquila en Symmaehus en anderen volgden. Ons is dat woord Azazel een gedupliceerde vorm van het Arabische en Hebreeuwsehe woord Azal, dat eenvoudig beteekent wegzenden”, waarbij wij dan het woord bok” laten vallen, zoodat wij lezen de weg te zendene” of de weggaande”. Gods volk offert wel den Heere, maar niet den satan.
Welke is nu de bedoeling? Op den grooten verzoendag moest de zonde van Israël worden uitgedelgd. Nu is tot weg-neming der zonde noodig, dat er schuldbetaling aan den God des rechts geschiede, maar de mensch ook niet voortga te zondigen. Er staat geschreven (Spr. 28 : 13): Die zijne overtredingen bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.” De zon-’ daar moet gerechtvaardigd, maar ook geheiligd worden. De Heere zegt, als Hij begenadigt (Joh. 8 : 11): Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer.” Die beide worden hier zinnebeeldig voorgesteld, Beide bokken komen voor Gods aangezicht; beide zijn om verzoening te verkrijgen. Israël belijdt door den eenen, dat het schuldig is, den dood heeft verdiend, en, in plaats van eigen leven en bloed, het leven van den bok en diens bloed den Heere geeft, maar Israël spreekt ook tevens uit, dat het de zonde niet wil aanhouden, dat het als een geheiligd volk wil leven. De priester legt alle Israëls overtredingen en ongerechtigheden op den tweeden bok, die weggevoerd wordt, de woestijn, de woonplaats der duivelen, in. Bij dien bewerker van alle zonde behooren ze te huis. Niet om den bok is het te doen, maar om hetgeen, waarvan hij de drager is; dat moet weg, en door dat weg te doen, door al die werken des vleesches en der wereld, hoe verleidelijk ook, op te offeren, verkrijgt Israël genade en verzoening.
Dat spreekt ook tot ons. In den dood des Heeren Jezus is uitdelging van schuld voor allen, die in waarheid met Hem in gemeenschap treden, maar dat is niet mogelijk zonder levensverandering. Die blijft wandelen in de wereld, bedriegt zichzelven. Een hartelijk leedwezen over de zonde en lust en ijver om voortaan in alle goede werken te wandelen is voorwaarde tot het deelgenootschap aan het Heilig Avondmaal.
Op uwen grooten verzoendag, o mensch ! is het noodig, dat gij in geloof den Christus als uw schuldoffer voor God omhelst en oprecht breekt met den dienst der wereld.
Heeft Christus met ééne offerande de schuld van Zijn volk betaald, dagelijks afsterven is behoefte. Na zijn Pniël had Jakob nog heel wat vreemde goden onder den eikenboom bij Sichem te verbergen (Gen. 35 : 4), als hij de Bethelsbelofte zou gaan vervullen. Broeders en zusters! zoudt ook gij de schuilhoeken, de verborgene plaatsen, niet eens onderzoeken? Misschien is er onder Rachels zadel nog wel een terafim.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1896

De Wekker | 4 Pagina's

Beantwoording van vragen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1896

De Wekker | 4 Pagina's