Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opmerkingen bij het lezen van de brochure der vier Kamper docenten (IV)

Bekijk het origineel

Opmerkingen bij het lezen van de brochure der vier Kamper docenten (IV)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij gaan veel voorbij, waarbij wij onze aanmerkingen hebben, als minder belang-rijk voor onze lezers en noemen nog slechts enkelepunten. Op pag. 42 lezen wij: Ieder moet toestemmen, dat de school eene relatieve zelfstandigheid bezit, dat ze hoe klein dan ook, eene souvereiniteit heeft in eigen kring. School is nu eenmaal iets anders dan kerk. Als dus de Theol. School , eene eigene inrichting der Gerei. Kerken wordt genoemd dan kan dit alleen in dien zin worden verstaan, dat zij door de kerken opgericht, onderhouden, verzorgd, geleid, bestuurd wordt enz.” Wordt niet op die wijze de kerk versnipperd. De diakonie eene souvereiniteit in eigen kring enz. enz. Dit en dat iets anders dan de kerk Waarom men zoo redeneert is duidelijk Op pag. 45 wordt gezegd dat de Synodes te Assen enz. wel hebben gesproken vat eene eigene inrichting tot opleiding de: leeraren, ten minste wat de godgeleerde vormen betreft, maar in het midden heb ben gelaten of die school de bestaande Theol. School of de Theol. faculteit aan de Vrije Universiteit zou zijn.
De zevende paragraaph handelt over Tweeërlei Theologie. Denkt nu niet, da hier bedoeld wordt de theologie der schril en die van Dr. Kuyper, die zijn zeker tweeërlei Neen! daarmede wordt bedoeld dat er eene wetenschappelijke is en eene der geloovigen. Deze onderscheiding door Dr. K. gegeven wordt verdedigd. Maar is volgens onzen Catechismus niet het geloof ook een zeker weten? Waarlijk menig gemeentelid is in de theologie beter thuis dan menig predikant. Er mag geer sprake zijn, waar wij handelen over de waarheid, van tweeërlei. Er is slechts eene eeuwige waarheid, slechts eene van God geopenbaarde kennis van Zijn wezen er werken.
Voor Dr, K. dwalingen wordt beslist partij gekozen. Op pag. 79 staat: „wij houden ook alle gedoopte kinderen voor wedergeboren, totdat uit hun leer en leven het tegendeel blijken mocht, evenals wij dat doen ten aanzien van alle leden dei gemeente en alle avondmaalgangers.” Toch wordt beweerd : „Aan het einde mogen wij met eenige beslistheid uitspreken, dat er geen enkele kwestie is, die de broederen principieel verdeelt en van elkander scheidt. Aan het einde mag met blijdschap en met dank aan den Heere worden geconstateerd, dat er over het algemeen bij den strijd der partijen geen beginselen betrokken zijn. Daarom hebben wij goeden moed, dat de dissentieerende broederen weldra nader tot elkander zullen komen.”
Hoe waar het is, dat er geen beginselen in bet spel zijn bewijst het volgende:
De „Heraut” van 81 Mei bevat een bezwaarschrift van den kerkeraad der Geref. Kerk A te Bedum, tegen prof. dr. A. Kuyper. Dit bezwaarschrift is gericht aan de deputaten van het verband tusschen de Geref. Kerken en de Vrije Universiteit, Faculteit Theologie. De bezwaren, die uitvoerig worden uiteengezet, betreffen:
I. De opvatting der Theologie, die inzonderheid is ontwikkeld in de „Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid.
II. Eenige leerstellingen aangaande den weg der zaligheid.
III. De behandeling der H. Schrift, in verband met het bovengenoemde.
De kerkeraad meent dat dr. Kuyper “ dienaangaande niet in overeenstemming is met de leer, welke de Geref. kerken in hare belijdenisschriften belijden, noch met de H Schrift; waarom hij daartegen langs kerkelijken weg, door deputaten ad hoe, protesteert, nadat reeds door sommige broeders pogingen in het werk zijn gesteld, om door correspondentie in publieke geschriften tot bevredigende oplossing te komen.”
Bij het vermelden van dit bezwaarschrift schrijft dr. Kuyper het volgende:
„Het bezwaarschrift van Bedums leeraar, ouderlingen en diakenen achten we aan onze lezers niet te mogen onthouden.
Ernstig toezicht op de zuivere belijdenis der waarheid is roeping.
Misschien zou men kunnen vragen, of niet alleen de leeraar, maar ook elk dezer broederen ouderlingen en diakenen, zich de Encyclopaedie van dr. Kuyper hebben aangeschaft, en of het hun gelukt is, hiervan ook maar iets ter zake dienende te begrijpen. Zelfs mag de vraag opgeworpen, of het niet beter ware geweest, bijaldien de leeraar persoonlijk zijne bedenkingen tegen dit werk had opgezonden, en den ouderling en de diakenen zijner kerk uitsluitend had laten klagen over wat de belijdenis raakt. Maar ook al klinkt het nu wel eenïgszins vreemd, de leden van een plattelandskerk breed over allerlei philosopische en methodologische quaestiën te hooren uitweiden, dit dingt op het goed recht der klagers in het minst niet af.”
Hoe men op de Synode die punten zal willen behandelen kunt ge opmaken uit hetgeen in die brochure over het verschil omtrent den doop wordt gezegd, (pag. 78): „Toch is hierom geen wezenlijk verschil, want als sommigen zeggen, dat de wedergeboorte de onderstelling is van den doop, is deze uitdrukking wellicht voor misverstand vatbaar, maar zij kan toch in zeer goeden zin worden opgevat” en (pag. 79) „Er was ten allen tijde verschil over, of de wedergeboorte bij de uitverkoren kinderen geschiedde voor zij, onder of ook korter of langer tijd na den doop. En ook hier is op grond van Gods woord geen absolute beslissing te geven. In dit alles behoort er vrijheid te zijn van gevoelen. De een zal ruimer, de ander enger oordeelen. In den eenen tijd zal men meer op het eene, in den anderen tijd meer op het andere moment den nadruk leggen. Maar dit maakt geen verschil van beginsel en behoort over en weer in liefde gedragen te worden.”
Geen verschil in beginsel? Hoe durft men het beweeren? Dat is de onbeschaamdheid wel ver gedreven.
Dr. K. is dan ook over de aanklacht niet zonder ironie. Ook hebben de heeren reeds verklaard, dat over die ingewikkeld! vraagstukken de Synode geen uitspraak mag doen en er vrijheid van onderzoek moet zijn. Zoo wordt veroordeeld wat de Synode te Dordrecht in 1819 deed omtrent de Remonstranten. Of ware die geschilpunten toen minder ingewikkeld? Waarom toen niet de twee richtingen verdragen. indien het nu eisch is dat dit omtrent in de Schrift zoo duidelijk aangewezen waarheden geschieden moet. Gevoelt men niet. dal men de Dortsche vaderen daarmede in staat van beschuldiging stelt? En als er vrijheid van wetenschappelijk onderzoek en prediking moet zijn, waarom keert men zich dan niet tot de Hervormde Kerk. waar de vrijheid zonder eenigen band heerscht ?
Zullen de oogen niet opengaan ? Maar — er is niets veranderd. Alles is hetzelfde gebleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1896

De Wekker | 4 Pagina's

Opmerkingen bij het lezen van de brochure der vier Kamper docenten (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1896

De Wekker | 4 Pagina's