Avondgedachten

ZATERDAG.

Hand. 9 : 20. Hij predikte terstond Christus in de synagogen. Het baatte weinig of aan de lichamelijk geredden werd bevolen aan niemand iets daarvan te zeggen. Er was zulk een inwendige begeerte om het wonder mede te deelen, dat zij met de daad zeiden; wij kunnen niet zwijgen van hetgeen onze handen getast hebben. Hoeveel meer is eene redding der ziel ! De voornaamste der zondaren was uit grooten nood en dood, uit onuitsprekelijke zielsangsten gered. Dat was te groot om het niet terstond uit te spreken. Te veel had hij misdaan tegen Hem, die zijn Redder was, om een oogenblik te laten voorbijgaan, dat bij zicht te herstellen wat hij had misdreven. De liefde Christi dringt zoo elk bekeerden om zijnen Heere aan te prijzen. In de eerste liefde is vrijmoedigheid, is kracht. Ach waarom verflauwt die zoo spoedig Bij Paulus bleef die zoolang hij leefde en hoe bij mij?

ZONDAG.

Hand. 9 : 20. Dal hij de zoon van God is. Was de Heere niet Gods zoon zoo had hij mijne schuld niet kannen dragen; hij had mij niet kunnen bekeeren en verlossen; hij kon mij geen volkomen beschermer zijn, want de vijanden zijn vele, die zijne kerk zoeken omver te storten, maar eigen ervaring zegt het »Amen” op de openbaring der Schrift. Wat hij aan mijne zie! deed is een Gods werk; wat hij gedurig laat ondervinden bewijst goddelijk leven, goddelijke macht en trouw. God lof ! ik weet het: Jezus is Gods zoon, wien alle macht ia gegeven in hemel en op aarde. Nu is het zeker, wie in hem gelooft zal niet wankelen in eeuwigheid.

MAANDAG

Hand. 9 : 21. Zij ontzetten zich allen. Niets kan meer indruk maken ook bij hen, die buiten zijn, dan als het Gode behaagt eene ziel te bekeeren. Daden spreken meer dan woorden. Ook de daden Gods dringen tot erkentenis, waar zijne woorden zonder uitwerking bleven. Ontzetting was bij allen te Damaskus. Zij moesten hierin de hand Gods zien. De steun van den vijand was verbroken. Ontzetting maar eene der vreugde was bij de gemeente, welke door het wonder uit duizend vreezen was gered. Wat zullen de psalmen der redding bij dien ongedachten zegen hebben geklonken en dag aan dag de woning der discipelen zijn bezocht, waar Paulus vertoefde! Laat ons gebed zijn dat de Heere brandhout rukke uit het vuur en dagelijks toe doe tot de gemeente.

DINSDAG.

Hand. 9 : 22. Saulus werd meer en meer bekrachtigd. Het kind, dat ter wereld kwam, is niet bestemd om kind te blijven. Er wordt door de liefde steeds op den voorspoedigen groei gehoopt. Ook de wedergeborene is niet wat hij wezen moet. Er is opwassen noodig in kennis en geloof. Krachtiger in geloof, vuriger in liefde, blijder in hope, dat is de weg. Zonder dat mag men niet tevreden zijn. In het lichamelijke zoekt men bij stilstand in groei naar de oorzaak en vraagt naar de middelen, welke moeten worden aangewend, en roept den medicijnmeester. Zoude het niet alzoo ook in het geestelijke moeten zijn, en het meer dan tijd zijn voor mij, dat ik de toevlucht neme tot den Eenigen, die mij genezing kan geven?

WOENSDAG.

Hand. 9 . 24. Maar hunne lage werd Saulus bekend. Geen grooter vijandschap en feller vervolging dan tegen hem die de vanen heeft verlaten, te voren trouw gediend. De vijandschap was mede het bewijs voor het waarachtige van hetgeen aan Saulus was geschied. Doch de Heere, die zijne ziel had gered, redde nu ook het leven van dit uitverkoren vat. Er was voor hem een werk te verrichten, en eenvoudig zijn in den regel de middelen die de Heere aanwendt voor het heil der zijnen. God zorgde slechts, dat de lage Saulus bekend werd, evenals later zoo menigmaal en zooals in oude dagen een David in alle de vervolgingen van Saul ondervond. Eenvoudig zijn de besturingen der voorzienigheid maar ze zijn zeker: zij falen nooit. Diezelfde zorg is ook voor elk kind des Heeren. Wie mag dan nog vreezen?

DONDERDAG.

Hand, 9 : 25. Idem aflatende in eene mand.
Wij mogen God niet verzoeken. Paulus blijft niet te Damaskus, al weet hij zeker wel wat aan Ananias gezegd is. De Heere wil, dat wij ons verstand gebruiken, middelen aanwenden en wegen ter redding inslaan. Zoo moet ook ik biddend waken en handelen. De liefde is vindingrijk Geeft de poort geen doorgang, het voorbeeld van wat Michal aan David, wat Rachab aan de verspieders deed gedenkt de gemeente en de vijand vergeet het. Zoo wordt Paulus gered en voor het groote bewaard, dat hij nog te doen heeft. Mocht menschelijke vinding daartoe komen, het beleid is van den Heere, en de zegen is van Hem alleen. Wij moeten in alles ons opmaken en bouwen naar Gods bestek, en God van den hemel moet het ons doen gelukken.

VRIJDAG.

Hand. 9: 26. Zij vreesden hem allen. Herinnert gij u, hoe pijnlijk het u was als deze hardheid, omdat het kind nog geen man en vader was, het koninkrijk Gods ontzeide. Dat viel u zoo hard, maar toch het bevel is: niet te haastig de handen op te leggen. Er is zooveel huichelarij; om allerlei redenen veinst soms de mensch der wereld een broeder te zijn. Toen kon men denken : het is een middel om te weten wie de volgelingen van Jezus zijn, nu speelt zucht naar geld dikwerf een treurige rol. Indien men, door menschen verworpen, dan maar te meer zich hecht aan den Heere. Aan Hem hebben wij genoeg, en Hij zal wel het hart der Zijnen neigen opdat wij, met den Heere gemeenzaam geworden, ook de gemeenschap der heiligen mogen oefenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen