Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kindermoord te Bethlehem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kindermoord te Bethlehem

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en eenigen afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem en in al deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had” Mattheus 2: 16

Een der grootste schanddaden, waardoor Let leven en de regeering van Herodes den Grooten met onuitwischbare letteren in de geschiedenis staat aangeteekend, is de Bethlehemsche kindermoord.
Afgrijselijke geschiedenis! Zooveel onnoozele kinderen, de lievelingen hunner ouders het slachtoffer te maken van snood en gruwelijk overleg!. Een farao had eens de zoontjes der Israëlieten in den Nijl la ten werpen, en eeuwen later wordt door een wreedaard als Herodes een slachting aangezicht onder de kinderkens der Israelieten, Farao beducht voor Israels macht, Herodes bevreesd voor Israels geboren Koning, meenden beide Gods doel en oogmerk te verijdelen, doch in beide gevallen blijkt, dat de Heere regeert, Zijn raad zal bestaan, Zijn woord zal worden vervuld, en hoe on-doorgrondelijk Gods wegen ook zijn, altijd blijkt in de uitkomst, dat niemand Gods hand kan afkeeren, of tot den Almachtige zeggen: „Heere! wat doet Gij !”
Van de Oostersche wijzen had Herodes verstaan, dat in het land Israels de Koning der Joden was geboren.
Overpriesters en schriftgeleerden hebben op des konings vraag, waar de Christus zon geboren worden, geantwoord: „Te Bethlehem”; want alzoo was door den profeet Micha voorspeld. L)e wijzen uit het Oosten worden door Herodes naar Bethlehem gezonden met bevel den koning later hun wedervaren te boodschappen. Wat echter die wijzen niet konden weten, dat wist de Heere, die alles weet. En omdat de Alwetende God wist, wat gruwelen Herodes in zijn hart bedacht, worden de Oostersche wijzen, na hunne ontmoeting en vreugde te Bethlehem, door Goddelijke openbaring vermaand niet tot Herodes te gaan, maar langs een anderen weg weder te keeren naar hun land.
Onder andere omstandigheden zouden zij gebonden zijn geweest aan het woord des konings. Thans was dit anders.
God wilde niet, dat het kindeke Jezus door Herodes zou gedood worden. Geen oogenblik hebben de Oostersche wijzen getwijfeld, wat zij hadden te doen. Zij zijn der stem des Heeren gehoorzaam geweest, en zijn heengereisd naar hun land, zonder Herodes hun wedervaren te boodschappen.
Dat Herodes, dit bemerkende, hierover ontevreden was, ligt voor de hand. Zelf niet onbekend met de profetie, zou men echter van dezen Idumeër andere dingen hebben mogen verwachten.
Al het heil van Israel bewoog zich om dit ééne punt: het beloofde Zaad, in wien de Verlosser komen zoude.
Naar dat oogenblik hadden koningen en profeten verlangend uitgezien. Dien Verlosser had ook Herodes noodig, zou hij eens in vrede kunnen henengaan.
De dierbaarste beloften waren omtrent Hem gedaan, die als een wortel uit een dorre aarde en als een rijsje uit den afgehouwen tronk van Isai zou opschieten.
Maar helaas! Herodes is bevreesd voor het verlies van kroon en schepter. Zoodra hij hoorde van den Koning, dacht hij, dan is het met mijn koningschap gedaan.
En om nu zijn kroon en troon te waarborgen tegen een mededinger naar zijn grootheid, gelijk hij zich voorstelde, moest dit gruwelijk overleg worden uitgevoerd, moesten al de kinderkens uit Bethlehem en deszelfs omstreken worden gedood, om toch volkomen zeker te zijn, dat dan ook de pas geboren Koning der Joden uit den weg zou geruimd zijn.
In woede ontstoken over het bedrog der Oostersche wijzen, zendt Herodes eenigen af, die, op welke wijze dan ook, dat moordbevel des konings zullen uitvoeren!
Natuurlijk is de Heilige Schrift geen kroniek, die verder alle daarbij plaats gehad hebbende bijzonderheden vermeldt.
Wie echter in aanmerking neemt, welk een onbeschrijfelijke smart en droefheid door het verlies van één kind kan ontstaan, gevoelt bij eenig nadenken aanstonds, wat die algemeene kindermoord moet hebben te weeg gebracht.
Waren die kinderen gestorven aan een of andere heerschende ziekte, dan zou het verlies ook wel smartelijk zijn geweest, maar toch is het nog zoo geheel anders, als menschen, als kinderen door de hand van een moordenaar, van een bloeddorstig onmensch omkomen. Alleen du Heere weet het, wat in die ontzettende dagen in en om Bethlehem is geweend en geleden. Die kinderkens waren de eerste martelaren, die vervolging was de eerste tegen den geboren Koning der Joden.
Onder de wondervolle toelating des Heeren is dit geschied, en de geschiedenis van straks negentien eeuwen heeft geleerd en leert nog, hoe dit alles nog maar een begin is geweest van de vervuiling der profetie van den godvruchtigen Simeon : „Deze wordt gezet tot eenen val en opstanding van velen in Israel, en tot een teeken, dat wedersproken zal worden.” Hen des heeft den raad Gods uitgediend en is, naar de geschiedenis meldt, op soortgelijke wijze als een Ellips van Spanje aan een afgrijselijke ziekte gestorven. Met al de macht en de wreedheid van Herodes is zijn doel niet gelukt. Jozef, door een engel des Heeren in den droom onderricht, is met Maria en het kindeken Jezus gevlucht naar Egypte en zij zijn daar gebleven tot na den dood van Herodes. Daarmede werden de profetieën vervuld, de plannen der hel verijdeld, en toonde de Heere, dat Hij als de Almachtige weet te verlossen van het, geweld des zwaards. Doch hoe opmerkelijk: personen gaan heen, en beginselen blijven. Door een anderen Herodes valt later het hoofd van Johannes den Dooper. En als Gods Zoon Zijn werk heeft voleind, wordt ten laatste aan Hem zelf het woord vervuld: „En Hij is met de misdadigen gerekend.”
Dan geen haat en gekrenkte eerzucht van Herodes, maar haat en vijandschap van het Joodsche volk, dat een moordenaar als Barabbas boven Jezus verkiest, terwijl men voor den Nazarener niets over heeft dan een kroon van doornen en een schandpaal op Golgotha.
In Jeruzalem’s stad en tempel, in het Joodsche volk vooral is gebleken, hoe de Mes-siasmoord is gewroken, maar verblind voor de oordeelen des Al machtigen, zoowel als voor geheel de Godsregeering, beeft de strijd en de vervolging tegen den Heere Jezus voortgeduurd tot den huldigen dag.
Die eenigen, door Herodes afgezonden, waren handlangers van den man, wiens naam als een geschandvlekte in de geschiedenis staat. En Herodes zelf was op zijne beurt een instrument, waar Satan zich van bediende.
Tegen al zulke vijandelijke machten is de gemeente des Heeren op aarde gewaarschuwd. Door alle tijden is gebleken, wat er gebeuren kan, als God het toelaat.
Onder welke namen of vormen de vijand optreedt, doet er niets toe; Jezus moet gedood en wat van Jezus is, moet worden uitgeroeid en verdwijnen. Toch zal nooit de vijands wensch gelukken.
Hoe hoog de nood ook kan klimmen, hoe van alle kanten het gevaar ook dreigt, de Heere regeert.
God is een Toevlucht voor de Zijnen. Jozef en Maria moeten tijdelijk met Jezus in Egypte verkeeren, maar zij behooren daar niet. Mozes moest in Egypte worden opgevoed, Jezus niet. Jozef en Maria behooren ook als Israëlieten in het land Abrahams, en op des Heeren tijd zullen zij er veilig komen.
Voor hun verblijf in Egypte heeft de Heere gezorgd en alles goed gemaakt. Vreemden hebben schatten aangebracht, genoeg om van te leven. Waar bleef nu de macht en de toeleg van Herodes? God beschaamt zijne vijanden.
Verstond het volk des Heeren deze dingen maar goed. Herodessen zullen er blijven, en men moet nooit denken of verwachten, dat de vervolging tegen Christus gedurende deze bedeeling zal ophanden.
Rome is tot de tanden gewapend en smacht naar het oogenblik, waarop de tijden der inquisitie zullen wederkeeren, om alles, wat voor Rome niet wil buigen, zonder barmhartigheid te verdelgen.
De macht van het ongeloof ontwikkelt zich in een andere richting, maar met een soortgelijk doel, om eenmaal op de puinhoopen van het Christendom Venus- en Bachustempels te doen verrijzen en uit roeien allen, die het zoo gehate eu Bijbelserie conservatisme willen handhaven.
En wars van dit een en ander werkt een andere macht, van welke geen zwaard of schavot is te vreezen, maar die voldaan is, als men onder ‘t zingen van heils-en zegeliederen de fondamenten van Christus’ Kerk maar ondergraven kan.
En nog veel ingewikkelder, fijner gesponnen, minder kenbaar voor ongeleerder) i.s de toeleg van hen, die onder de schoonst klinkende namen beginselen leeren en verdedigen, uitgaande van een valschelijk genaamde wetenschap.
O, dat wetenschappelijk moordplan, tegen kinderkens en volwassenen gesmeed!
Dat weg met Christus, maar onder woorden en vormen, die veeleer het tegenovergestelde schijnen te bedoelen.
Dat fijngesponnen Arminianisme en Pelagianisme, dat onder Gereformeerde klanken den volke als banket wordt voorgezet en voorgediend.
Wat woede als van een Herodes ontstaat er, als ge ‘t wagen durft, dat sluwe overleg en werk op de kaak te stellen. Bannissement naar Siberië oordeelt men voor dezulken nog te lichte straf.
Bekend is daarenboven, hoe de halve maan tegen het kruis, met andere woorden, hoe het Mohammedanisme tegen het Christendom woedt, gelijk de Armenische slachtoffers ons voortdurend verkondigen.
Onder alle deze dingen leeft het kleine kuddeken van Christus in het Egypte dezer wereld.
Op dat kuddeken ziet de Heere ia ontferming neder. Hij zal als de getrouwe God daarover waken.
Op Zijn tijd geeft de Heere uitkomst in allen nood. Wie maar op Hem mag hopen en vertrouwen, zal te allen tijde ondervinden, dat God machtig is, om zelfs de moordplannen van een Herodes te doen mislukken.
Zoo vangt de Heere de wijzen in hunne arglistigheid.
Moet onder Gods toelating voor een oogenblik Gods erfdeel worden verdrukt, zoodat de nood der tijden dit volk als in de dagen van Jeremia doet zuchten en schreien tot God, dan zal van achteren blijken, hoe ook dit bun moest medewerken ten goede.
Door ‘t geloof, ziende op den oversten Leidsman uwer zaligheid en Voleinder des geloofs, draagt ge uw kruis den Man van smarten na en volgt ge Hem met heldenmoed. Dan zegt ge met een Paulus: „Ik ben niet alleen bereid om gebonden te worden, maar ook om te sterven«. Want door ‘t geloof ziet ge de kroon, welke aan het einde van den strijd u wacht.
Laat er dan hier veel leeds geleden zijn en veel gebeds gebeden zijn, en zeer veel strijds gestreden zijn, als ‘t eenmaal hierna eeuwig vrede zal zijn, dan zal ‘t einde alles goed maken. En Hij, die ‘t beloofd heeft, is getrouw.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1897

De Wekker | 4 Pagina's

De kindermoord te Bethlehem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1897

De Wekker | 4 Pagina's