Beantwoording van vragen

Onder de vragen, welke ons worden toegezonden, zijn er dikwijls, welke reeds meer dan eens in de Wekker werden beantwoord of welke toonen, dat men wil indringen in de verborgenheden Gods, weder andere, welke van te weinig gewicht zijn om ze in aanmerking te nemen. De broeders mogen ons zwijgen daarop dan ook ten goede houden.
Aan M. te D. willen wij gaarne antwoorden, dat over het ontstaan der ziel in het kind onderscheidene meeningen zijn. Wij behoeven wel niet te spreken van de leer van Pythagoras, de zielsverhuizing, noch van die van Origenes, dat alle zielen in den beginne geschapen en sedert bewaard bij God, in de lichamen worden uitgezonden. Slechts twee gevoelens zijn heden nog algemeen verbreid, van welke wij het traducianisme verwerpen. Dat leert, dat de zielen op geestelijke wijze worden voortgeplant, dat uit het leven der ouders het leven van het kind ontstaat, evenals men een licht ontsteekt aan een ander zonder dat aan het eerste wordt afbreuk gedaan. Dit gevoelen omhelsde men te meer om daaruit gemakkelijker de erfsmet te verklaren.
De Heilige Schrift leert ons echter duidelijk het creatianisme, dat is de schepping der ziel door God in elk mensch bijzonder in Pred. 12 : 7 „de geest keert weder tot God, die hem gegeven heeft.” In Jes. 57 : 16 spreekt God van „de zielen, die Ik gemaakt heb”. In Zach. 12: 1 lezen wij: „De Heere, die den hemel uitbreidt en de aarde grondvest en des ‘menschen geest in zijn binnenste formeert”. Daarom wordt de Heere ook genoemd „Vader der geesten” en „de God der geesten van alle vleesch”. (Hebr. 12: 9. Num. 16 : 22.)
Dat is dan ook het gevoelen der Gereformeerde theologen gelijk, ook het bekende antwoord in het Kort begrip zegt: „God heeft mij goed en naar Zijn evenbeeld geschapen.”
Op meerdere vragen dienaangaande zouden wij antwoorden met de woorden des Heeren: „het komt u niet toe te weten de tijden en gelegenheden,* bovendien alle dingen stichten niet. Alleen nog dit: als de gezonde den melaatschen aanraakt is er een overgang der melaatschheid. Wordt de reine door God geschapene ziel met het vleesch uit vleesch vereenigd, dan erft de ziel dien smet. Of zou het reine water in het onreine vat rein blijven? Vreet niet de schimmelplant voort, zoodat wat gezond daarbij wordt gelegd zelf vergiftigend wordt ?
Verder zij den vrager uit D. geantwoord, dat de Wakker geen blad is om natuurkundige quaesties op te lossen, en wij ons niet wagen te beslissen wat onder natuuronderzoekers zelve vraagstukken zijn. Alleen dit: alle wetenschap moet aan de Schrift onderworpen zijn. God is de God der wetenschappen, maar ook de God des bijbels. Er kan tusschen ware wetenschap en de recht verklaarde Schrift geen verschil bestaan. Waar de bijbel niet over spreekt, daar mag zeker aan de wetenschap het oor worden geleend, doch het geschiede, waar men van de hemellichamen en dergelijke spreekt met groote voorzichtigheid, en onderscheide dus wel tusschen resultaat van degelijk onderzoek en gissingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen