Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alweer eene doopskwestie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alweer eene doopskwestie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Classis Alkmaar van de „Gereformeerde Kerken” werd in de maand Maart ll. besloten voor wettig te erkennen den doop, bediend met de formule: »Ik doop u tot de belijdenis van den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes.”
Hiertegen is door Ds. C. Stadig en andere leden der Classis het volgende bezwaarschrift bij de Prov. Synode van Noord-Holland ingediend:

Weleerwaarde en eerwaarde Broeders!

Op de Maart vergadering der classis Alkmaar is uitspraak gedaan over de wettigheid van den Doop, bediend met de formule: »ik doop u tot de belijdenis van den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes.»
Zij kwam, na daarover een breedvoerig rapport gehoord te hebben, tot de conclusie, de wettigheid van dien Doop te erkennen op de navolgende gronden:
1o. omdat de H. Schrift geen vaststaande formule van den Doop aangeeft;
2o. omdat de sacramenteele woorden noch magische kracht, noch ten doel hebben een volledige uiteenzetting van den Doop te geven;
3o. omdat de gewraakte formule de belijdenis der Drieëenheïd noch verzwijgt, noch verloochent, en
4o. omdat niet gerekend moet worden met de waardigheid of bedoeling van den persoon, die bediend heeft, en van de Kerkelijke vergadering, in wier midden bediend werd.
Tegen deze conclusie heeft ondergeteekende met nog enkele broeders protest aangeteekend en zich beroepen op deze Synode, om nadere behandeling van deze kwestie.
Hij ontveinst zich niet de moeilijkheid bij verwerping van dezen Doop, die daaruit voortvloeit voor de Gereformeerde Kerken. Liever echter deze moeilijkheden aanvaard, dan op deze gronden de wettigheid daarvan erkend.
Bij nader inzien zal al dadelijk blijken, dat de 4e bewijsreden geheel en al achterwege had kunnen blijven, als hier in dit concreet geval niets ter zake doende.
Dat voorts de overige zuiver negatief zijn.
Verder, dat, al geeft de H. Schrift geen vaststaande formule, de Chr. Kerk de formule heeft, welke in de Schrift wortelt;
dat het de bedoeling der Kerk met deze formule niet is, om een volledige uiteenzetting te geven, maar wel eene korte samenvatting van de leer des Genadeverbonds; dat in de formule, gebruikt in de Chr. iïerk, iets anders dan de belijdenis van den Drieeenigen God is neergelegd.
Het gaat in dit geval over een toevoeging of inlassching in de formule, bestaande in do woorden: "tot de belijdenis van,” waarbij de vraag gedaan wordt, of door deze toevoeging niet de wettigheid des Doops te loor gaat.
En dan meen ik bevestigend te moeten antwoorden, en wel:
1o. omdat in dit geval de Doop niet is bediend in den naam van den Drieëenigen God ;
2o. omdat door deze formule, verzeld met het teeken, geen verzekering plaats heeft van de belofte Gods, waartoe de H. Sacramenten der Kerk van Christus dienen; zie Heidelb. Cath. vr. 66, 67, art 33 onzer confessiën en de beide formulieren ;
3o. omdat deze formule den doopeling slechts verplicht, om den naam van den Drie-eenigen God te belijden, terwijl het werk van den Drieëenigen God aan den zondaar geheel wordt genegeerd.
Redenen, waarom ondergeteekende deze doop-kwestie in het midden uwer vergaderingen neerlegt met de bede, dat Gods Geest u in deze hoogst gewichtige zaak moge leiden.
Met heilbede en broedergroete, Weleerwaarde en Eerwaarde Broeders !

Uw dienstv.
(w. g.) C. STADIG.”

De Prov. Synode heeft de zaak te belangrijk geacht, naar het schijnt, om nu reeds haar oordeel uit te spreken. Zij benoemde drie deputaten met opdracht de zaak te overwegen en eene volgende Synode met advies te dienen. Intusschen blijft het classicaal besluit van kracht en kan men dus daar in de „Gereformeerde Kerken” ook op deze wijze doopen! “Wie weet, of men aldaar niet spoedig van nog een andere doopsformule hoort.
Waarom tast men maar niet in eens door en doopt met een: „Ik lijf u bij dezen als wedergeborene in Christus’ kerk in !«
Moet men nog langer vragen van die zijde:

„Waar gaan wij heen?”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1897

De Wekker | 4 Pagina's

Alweer eene doopskwestie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1897

De Wekker | 4 Pagina's