Vragen

Als ik moet aannemen, dat de uitverkorene kinderen der geloovigen reeds wedergeboren ter wereld komen, wanneer heeft dan die wedergeboorte plaats gehad? Evenals de rechtvaardiging in de eeuwigheid? Zoo ja, vervalt dan niet de leer der Gereformeerden, dat de ziel des menschen door God in den tijd wordt geschapen en moet ik dan niet aannemen, dat de ziel in de eeuwigheid geschapen is? Wedergeboorte kan toch niet voor geboorte gaan! Zoo neen! dan bij de ontvangenis? dus vóór er bewustzijn was? Maar is dat niet in strijd met de Dordtsche leerregels hoofdst. III en IV 16, waar staat: alzoo werkt ook deze goddelijke genade der wedergeboorte in de menschen niet als in stokken en blokken, noch vernietigt den wil en Zijne eigenschappen, noch dwingt hen met geweld tegen hunnen dank, maar maakt hen geestelijk levendig, heelt, verbetert en buigt hen tegelijk liefelijk on krachtiglijk alzoo dat waar do wederspannigheid en tegenstand des vleesches te voren ten eenemale de overhand had, daar begint nu eene gewillige en oprechte gehoorzaamheid des geestes de overhand te krijgen, waarin de waarachtige en geestelijke weder oprichting en vrijbeid van onzen wil gelegen is?” Is het niet tegen Gods Woord, dat, zooals in het volgende artikel staat, leert, dat »de bovennatuurlijke werken Gods, waardoor Hij ons wederbaart, geenszins uitsluit noch omstoot het gebruik des evangelies, hetwelk de wijze God tot een zaad der wedergeboorte en eene spijze der zielen verordineerd heeft ?
Moet ik misschien tweeërlei wedergeboorte aannemen, evenals tweeërlei rechtvaardiging, eene in de eeuwigheid, eene in den tijd? Waar leert mij Gods Woord die tweeërlei rechtvaardiging?

Calvijn en algemeen de oude Gereformeerden hebben tegenover Rome de identiteit, de gelijkheid vastgehouden van den doop van Johannes met den Christeljjken doop. Is het uu toch gereformeerd als Dr, Kuyper (voor een distel een mirt pag. 82) schrijft: »Nu niet maar enkel de uitwendige Doop met water door een mensch maar gelijktijdig de inwendige doop met den Heiligen Geest door Christus uit de hemel. Ontbrak dat laatste, dan zou er geen Christelijke Doop, maar nog alleen een Johannes doop zijn. En dat zoekt ge toch niet in de kerk des Heeren.”

Is uit de Schrift aan te wijzen wat Dr. K. zegt van de mannen te Efeze (Hand. 19 : 1—7): Ze waren wel valschelijk door een discipel van Johannes, in den naam van Johannes, maar niet door Johannes den Dooper zliven met het oog op den toekomenden Messias gedoopt? Calvijn noemt het eene gissing zonder eenige beteekenis, (»nihil habet coloris eorum conjectura”). Calvinistisch is dus die doopsbeschouwing zeker niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen