Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geschiedenis van de Kerk des Heeren in Nederland, gedurende de laatste eeuw (V)

Bekijk het origineel

Geschiedenis van de Kerk des Heeren in Nederland, gedurende de laatste eeuw (V)

Hoofdstuk IV De Cock's vervolging

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dec. 1. De Satan begon mij te ziften, maar de Heere gaf verruiming op het gebed, en het zingen van Ps. 19 : 5 en het lezen van Matth. 24 en 25 was mij tot sterkte en vertroosting. Het eerste vel van Koelman nagezien hebbende, sprak ik vooreerst tot de gevangenen, die onder mij zaten en soms ook psalmen zongen en zong met verheuging des harten Ps. 20, welke ik hen verzocht mede te zingen, hetgeen zij waarschijnlijk niet verstonden, maar daarna lazen zij hem. Bezocht door F. Hekma, van Warffum, die maar ten kwartier tijd had. Toen ook door Geert. S., vervolgens door Schildkamp. Voor het eten heb ik gezongen het slot van Ps. 21. Na het eten Ps. 22 geheel, vooral het laatste met met bijzondere opgewektheid, zooals ook de dankzegging. Voorts zong ik zoo voor en na de Psalmen op ‘t vervolg en ‘s avonds na het eten Ps. 27, waarvan het laatste deel mij bijzonder verkwikte. Toen de drie laatste kapittels van Mattheus gelezen hebbende, zoodat ik dezen evangelist geheel had doorgelezen, zong ik Ps. 28, waarvan vooral het laatste vers mij vertroostte, en ik dankte voor ik te bed ging bij een gesprek met den cipier en zijne knechten en zong nog ten slotte Ps. 29.
Zooals te begrijpen is, schreef ds. de Cock uit zijne gevangenis aan zijne echtgenoote. In een van die brieven betuigt hij: »Wat mijn verblijf en verkeer aangaat in de gevangenis, des Heeren Woord mag mij gedurig tot spijze zijn on ik mag met den dichter zeggen: »ia God is al mijn heil, mijn eer, mijn sterke rots, mijn tegenweer. Hij is mijn toevlucht in het lijden. .Bet Woord des Heeren wordt nog aan mij vervuld: mij heeft niets ontbroken,” en ik ondervind ook hier soms nog, dat zoowel raven als duiven mij verkwikken moeten. Het zingen der psalmen in tusschenbeide mijne vervroolijking en verlustiging, waarom met ten onrechte thans van mij kan gezegd worden, hetgeen eens van een der oude Christenen gezongen werd:

»Hij zingt altoos des Heeren prijs,
Zijn Psalmboek heelt schier nimmer rust,
Zijn tong en mond kweelt steeds met lust,
Hij looft God op een blijde wijs.”

Zóó versterkte en vertroostte de Heere zijn dienstknecht en deed het hem ervaren: »ïk ben met u al de dagen tot aan de voleindiging der wereld.
Zooals we ons misschien herinneren zullen, was door de Synode der Ned. Herv. Kerk aan ds. de Cock den tijd van een halfjaar gelaten: »om aan het provinciaal kerkbestuur van Groningen zijn berouw en leedwezen te doen blijken, en tevens bij hetzelfde kerkbestuur plechtig af te leggen en te onderteekenen de belofte, dat hij zich van nu voortaan, zoo in het openbaar als in het bijzonder, stiptelijk zal gedragen naar al de bestaande kerkelijke reglementen en verordeningen.”

Het provinciaal kerkbestuur van Groningen,

Gelet op de Synodale uitspraak en de zaak van den heer Hendrik de Cock d.d. 16 Juli 1834, waarbij aan hem, thans gesuspendeerd predikant te Ulrum, den tijd van een half jaar van heden af wordt verleend, om aan het prov. kerkbestuur van Groningen zijn berouw en leedwezen te doen blijken, wegens het bedrijf, waaraan, als moetende leiden tot verstoring van de orde en de eendracht in de Ned. Herv. Kerk, hij schuldig is verklaard, ter zake van de uitgave van het werkje getiteld: »De Evangelische Gezangen getoetst enz.” door Jacobus Klok enz. en het plaatsen eener aanprijzende voorrede voor hetzelve, en om tevens bij hetzelfde kerkbestuur plechtiglijk af te leggen en te onderteekenen de belofte, dat hij zich van nu voortaan, zoo in htit openbaar als in het bijzonder stiptelijk zal gedragen naar al de bestaande kerkelijke reglementen en verordeningen, zullende bij gebreke hiervan, na verloop van genoemden tijd, het prov. kerkbestuur van Groningen geautoriseerd zijn, hem namens de Algemeene Synode van zijn dienst als predikant in de Ned. Herv. Kerk geheel af te zetten.
Voorts in aanmerking nemende, dat de opgenoemde heer Hendrik de Cock het hem door de Synode verleende tijdsverloop van een half jaar, heeft laten verloopen, zonder te hebben voldaan aan hetgeen hem bij de voren gemelde uitspraak was opgelegd. Zulks niettegenstaande ook hij, op den 2en October 1834 bij het prov. kerkbestuur heeft binnengestaan en hem tot aan den afloop van het gestelde half jaar de gelegenheid was aangeboden, aan het gevorderde te voldoen.
Verklaart, in voldoening aan en krachtens de autorisatie op dit bestuur bij voorgemelde Synodale uitspraak vertrekt, den heer Hendrik de Cock, dusverre gesuspendeerd predikant te Ulrum, van zijnen dienst als predikant in de Nederlandsche Hervormde Kerk, namens de algemeene Synode geheel afgezet.
Een zal afschrift dezer onverwijld door onzen kerkelijken bode worden bezorgd en geïnsinueerd in het correctiehuis te Groningen.

Aldus gedaan in de buitengewone, volgens besluit der vergadering van 2 Oct. l.l. ter dezer zake door den president samengeroepen vergadering binnen Groningen, den 20 Januari 1800 vijf en dertig.
Het provinciaal kerkbestuur van Groningen :
(w.g.) D. HENDRIKS President.
M. CREMER Bzn. Secretaris.

Dat ds. de Cock dit schrijven als voor zichzelven van nul en geener waarde beschouwde, behoeven we zeker niet te zeggen. Immers welk bestuur heeft het recht iemand uit zijn ambt en bediening te ontslaan, als dat ambt enz. niet wordt waargenomen onder opzicht van dat Bestuur ? Hij zegt van dat schrijven: » De Heere richte tusschen ons en zij de handhaver van Zijne zaak, ter zijner verheerlijking, tot toebrenging van velen en tot redding onzes vaderlands nog, indien het met Zijn raad kan bestaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1897

De Wekker | 4 Pagina's

Geschiedenis van de Kerk des Heeren in Nederland, gedurende de laatste eeuw (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1897

De Wekker | 4 Pagina's