Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doop en Wedergeboorte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doop en Wedergeboorte

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer Dr. Kromsigt, predikant in de Ned. Herv. gemeente te Soherpenisse, bespreekt in het blad „De Gereformeerde Kerk” de doopsleer van Dr. Kuyper en zegt daaromtrent in zijn tweede art. onder meer het volgende:
„De kwestie is, of die uitverkorenen, die tot volwassen leeftijd komen, »in den gewonen regel reeds in hun prilste jeugd worden wedergeboren. Doch deze opmerking slechts ter loops. In elk geval: Dr. Kuyper gaat er nu verder van uit, dat ook bij de tot lateren leeftijd opgroeiende uitverkorenen, de wedergeboorte in de prilste jeugd regel is.
We hooren dan verder, dat dit „zaad” der wedergeboorte niet aanstonds opschiet, maar soms lang verscholen kan blijven liggen. En dan lezen we de hoogst merkwaardige woorden: „Maar toch is het uitsluitend de heerlijke veronderstelling van déze verborgen wedergeboorte, waarop de Gereformeerde Kerken haar eisch doen rusten, dat elk gedoopte zich bekeeren zal.” Met andere woorden: tegenover alle goddelooze en onwedergeborene menschen heeft de prediker van Gods Woord eigenlijk niets, waar hij zijn eisch van bekeering op kan laten rusten.
Dit wordt in het vervolg nog krasser uitgesproken: „Namen ze aan, dat do gedoopten niet wedergeboren zijn, zoo zou de eisch geen zin hebben. Immers, alleen de wedergeboorte bekwaamt een zondaar, om zich tot God te bekeeren. Zal dus de Doop een „Doop der bekeering'' blijven, dan kan zij van de onderstelling van wedergeboorte niet worden losgemaakt.”
Heeft de lezer reeds bemerkt, dat hij hiermee in de wateren van het zuiverste Remonstrantisme is aangeland?
Immers, de Remonstranten redeneerden precies op dezelfde wijze. Ook volgens hen y,had het geen zin,'' om den eisch der bekeering te stellen aan menschen, die gansch onmachtig waren, om zich te bekeeren. Ook volgens hen was er niets, waar men dien eisch op kon doen »rusten.” De Remonstrantsch-gezinde H. Jansonius gebruikt in zijn strijd tegen de orthodoxen Appelius geheel dezelfde argumenten (z e Appelius, De Hervormde leer van den geestelijken slaat der menschen, Groningen 1769, bl. 117 en vv., een boek, waarvan wij de lezing ten ernstigste aanbevelen, evenals trouwens van de andere werken van den vromen en scherpzinnigen Appelius.)
Doch wij luisteren nog oven naar Dr. Kuyper. Dr. K. vindt, dat zoo alleen, bij zijne veronderstelling, „alles wel loopt.” Dan hebben ouders „een scherpen prikkel, om al hun lievelingen bij het opgroeien aanhoudend en op ernstige wijze in de kennisse van Gods Woord in te leiden.” Dus indien het God eens behaagde een kind van een geloovige pas op zijn 18de jaar de wedergeboorte te schenken, dan zou zulk een ouder voor dien tijd zijn kind niet y,op ernstige wijze” hebben kunnen vermanen ? (Vg. de redeneering van Janssonius, t. a. p )
Verder: „ge zult de vroege godsvrucht, die ge soms bij uw kleinen waarneemt, dan niet langer toeschrijven aan de onschuld van hun jeudig hart, maar ook hierin een vrucht der wedergeboorte erkennen.” Alsof er nog niet een derde mogelijkheid ware, nl. dat dit nog slechts vruchten van de algemeene werking des Geestes. Aan deze mogelijkheid behooren ouders toch altijd nog te deuken, wanneer een kind eenigen ernstigen zin en godsdienstigheid begint te toonen. Wij hebben alleen bezwaar tegen de absoluutheid, waarmee Dr. K. zijne stelling drijft, waardoor de door ons hier genoemde mogelijkheid feitelijk wordt buitengesloten. Gaan de ouders bij hunne opvoeding zoo absoluut van Dr. K.'s I veronderstelling uit, dan zal de fijnere ernst in geestelijke dingen teloorgaan, dan zal aan de kinderen niet genoegzaam worden voorgehouden de apostolische vermaning: "Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt;”' dan zal bij de kinderen bevorderd worden het »het woelen tot een verbroken werkverbond.. Het Remonstrantisme, dat Dr. K. met zooveel kracht uit onze theologie heeft verwijderd, komt op die manier door een achterdeur weer binnen.”
Als zóó iets door een Christelijk Gereformeerde werd gezegd, zou men er natuurlijk geene notitie van nemen.
Doch nu zegt het een doctor in de Theologie uit de Ned. Herv. Kerk. En nu? Wat men in Kerk A en in Kampen gereformeerd noemt, is voor Dr. Kromsigt en anderen met ons lang niet gereformeerd. Zoo staan we dan in dezen toch niet alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1897

De Wekker | 4 Pagina's

Doop en Wedergeboorte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1897

De Wekker | 4 Pagina's