Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1 Joh. 3 : 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1 Joh. 3 : 9

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Petrus schrijft van Paulus, dat vele menschen diens woorden verdraaien tot eigen verderf (2 Petrus 3 : 16). Dat is niet alleen waar van Paulus’ woorden, maar ook van hetgeen Johannes zegt: een iegelijk, die in Hem blijft, zondigt niet” (6) en „een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want zijn zaad blijft in hem, en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.” Met dit woord gewapend scheidt men zichzelven in twee op zichzelf staande deelen en wat nu het vleesch doet, dat doet nu het eigenlijke „ik” niet meer. God ziet niet aan de zonde in Jakob, en zoo geeft men zich een vrijbrief tot alle kwaad, Niet zelden hoorde ik op die wijze zichzelven misleiden, terwijl men meende een wedergeborene te zijn, Johannes voert juist strijd tegen dezulken. Voor elke zonde des vleesches is het kind des Heeren verantwoordelijk en schuldig voor God. Wee dengenen, die het kwaad goed heeten! Wee dengenen, die de ongerechtigheid trekken met koorden der ijdelheid en de zonde als met dikke wagenzelen!” Jes. 5: 18). Wat wil Johannes dan in de bovengenoemde woorden ?
Het woord hamartanein (zondigen) dient tot uitdrukking van een zondigen toestand, zoo zegt Paulus Rom. 3 : 23: „zij hebben allen gezondigd” (vgl. Rom. 5 : 12. Joh. 9 : 2 v.). Wij hebben daarom niet met Augustinus te zeggen: „voor zoover hij in Christus blijft zondigt hij niet”, of met anderen: »hij doet de zonde niet, maar hij lijdt ze”, want de Apostel zegt niet alleen „zonde doen” maar ook „zondigen”, maar lezen, dat de uit God geborene niet in een zondigen toestand kan zijn. Dat wil niet zeggen, dat er geen struikelingen zijn, dat het vleesch dood is, maar dat zijn leven niet meer is een leven in de zonde. Zoo wordt het woord hamartia, zonde, gebezigd van eene macht, waaraan de zinnelijke mensch onderworpen is, eene, welke over hem heerschappij voert. Zoo bijv. Joh. 8 : 34. Rom. 6: 18 enz. In hetzelfde hoofdstuk vs. 4 heeft Johannes zelf verklaard wat hij onder zonde verstaat, namelijk de anomia (de ongerechtigheid). Wat is anomia? Naar de duidelijke beteekenis van het woord, is het „wetteloosheid, regeeringloosheid”. Het hamartanein is dus in dit verband: zich niet laten leiden door de wet, zijn en handelen alsof er geen goddelijke wet was. Dat is eene onmogelijkheid, zegt hij, voor een wedergeborene. Ieder, die in Christus blijvend is ingeplant, begeert een leven der dankbaarheid te leiden : hij heeft een vermaak in de wet Gods; hij worstelt, hij waakt, hij bidt om Hem welgevallig te wandelen. Hij haat de zonde en belijdt met droefheid elke afwijking (1 Joh. 2 : 1), overtuigd dat elke verkeerdheid Zijn Redder en Heiland beleedigt. De wedergeborene heeft een vleeschen hart ontvangen, waarin de Heere Zijne wet heeft geschreven. Die de wet des Heeren niet in het binnenste zijns ingewands heeft, heeft God niet gekend. Die dan bandeloos leeft is niet uit God geboren.
van Lingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1898

De Wekker | 4 Pagina's

1 Joh. 3 : 9

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1898

De Wekker | 4 Pagina's