Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een en ander

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een en ander

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het U. D. leest men: » Te Groningen heeft de Bond voor Nederl. onderwijzers aangaande de gezindheid om aan de Kroningsfeesten deel te nemen eene enquete gehouden, waaruit bleek, dat 12 leden zich pertinent tegen de deelname verklaarden en velen zich nog niet wenschen te verbinden. «
De Nederlander ziet hierin eene uiting van den socialistischen geest. Die schijnt in het Noorden diepen wortel te hebben geschoten en de onderwijzers der openbare scholen werken er met alle macht aan mede. Dat is dan de vrucht der neutrale school, waar men zoo groote verwachtingen van had tot opleiding voor alle maatschappelijke en christelijke deugden. De school heeft groote macht. »De meester heeft het gezegd « is voor het kind zooveel als: » het is onwedersprekeiijk waar.« De school baart groote zorg en niet alleen de openbare. Ware die werkelijk neutraal, ik verkoos die nog ver boven zoogenaamde Gereformeerde, waar de verderfelijke ketterijen omtrent doop en wedergeboorte enz. bedektelijk worden ingevoerd en zooveel is dat op een weg naar Rome gelijkt.

In de vragenbus van Hollands Kerkblad komt voor : »Mag eene verloving verbroken worden? « Daarop wordt geantwoord: »Verloving moet aan den eisch van het recht voldoen, anders is zij zelfs van onwaarde en het is plicht haar te niet te doen — zoo kan noch een zoon noch eene dochter, die onder het ouderlijk gezag staan, zich verloven zonder de wil der ouders. Ten huwelijk vragen is een vragen niet de vraag aan de jonge dochter, maar aan haar ouders en kan naar het recht niet geschieden dan door of op gezag van de ouders des jongelings. Beloften, die buiten het ouderlijk gezag omgaan zijn in dezen willekeur.«
Dat verlovingen zonder ouderljjke goedkeuring en raadgeving plaats hebben is zeer te misprijzen, toch achten wij het antwoord zeer bedenkelijk. Wij weten wel, hoe het onder de jeugdigen toegaat en bijna steeds de ouders voor een voldongen feit worden geplaatst. Als dan een jonkman korter of langer verkeering heeft gehad, zich door belofte van trouw verbonden heeft, is het hem dan geoorloofd buiten het geval door de Schrift genoemd, die belofte te breken? Ik spreek niet eens van » plicht.« Wij achten dat hoogst zondig en waarschuwen daarom onze jongemannen elke aanleiding te vermijden, totdat zij zich wel hebben beproefd. Wij zagen in ons leven zoovele bewijzen, dat een oordeel Gods op zulk een verbreken rust.
Een candidaat in Theologie was enkele jaren verloofd. Hij zag een ander meisje, dat hem, misschien om geldelijke zaken, beter beviel. Hij liet de eerste voor de tweede varen en het oordeel Gods kwam over hem. Na niet langen tijd predikant geweest te zijn moest hij om openbare dronkenschap zijn ambt neerleggen. Een ander die desgelijks deed, niet zonder opzet der verleidster, ondervond, na enkele jaren gehuwd te zijn, dat zij met een getrouwd man hem en zijne kinderen verlaten had.
Ik kende iemand, die eene, met wie hij jaren lang verkeerde, bedankte. Zij werd van verdriet eene razende. Ik zag in mijne jeugd in eigen huis eene gansch verbijsterde van verstand. In hare jeugd had een jongeling haar aanleiding gegeven. Als hij haar bekend maakte met eene andere verloofd te zijn, werd zij stil ; niemand bemerkte aan haar, hoe zij het zich aantrok, maar het verdriet werkte verwoestend voort. Ik zou daarentegen gevallen kunnen noemen van jonge mannen, die in de dagen hunner verloving zagen hoe de verkorene ongelukkig of ziekelijk werd en op alle aanraden van anderen tot verbreking, getrouw bleven aan de eens gegevene belofte. Op hen en hun gezin zag ik zegen, zag ik de reddende hand Gods; op de ontrouwen daarentegen de duidelijke bewijzen van het ongenoegen Gods.

Wat Hollands Kerkblad zegt, terwijl het alles van den vorm afhangen laat, moge nog zoo Gereformeerd (?) zijn, het is zeker niet Christelijk. Ons woord is: jonge menschen verbindt u niet lichtvaardig; pleegt raad met ouders, maar vooral met God en weet dat Gods woord zegt: » uw ja zij ja«; weet dat de Heere over ontrouwen een oordeel laat komen, hetzij vroeg of laat.
van Lingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1898

De Wekker | 4 Pagina's

Een en ander

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1898

De Wekker | 4 Pagina's