Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Doopsgenade.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Doopsgenade.”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vraag, wat men in de »Gereformeerde Kerken” toch door doopsgenade verstaat, en wat men daaruit zoo al afleidt, meenen we niet beter te kunnen doen dan met de woorden van Dr. A. Kuyper, den »leider der Gereformeerde Kerken” zelve te antwoorden.
In zijne verklaring van den Heid. Cat. zegt dr. K. het volgende:
»En vraagt ge, welke dan nu de wezenlijke beteekenis zij, dan luidt ons antwoord, dat het wezenlijke van het Sacrament altoos hierin gelegen is, dat op het oogenblik zelf van den heiligen Doop of van het heilig Avondmaal, er tweeërlei daad plaats grijpt: de eene op aarde door den Dienaar, die het Sacrament bedient, en de andere door Christus uit den hemel, die het Sacrament heeft ingesteld. Eerst waar deze beide werkingen bij elkaar komen en ineensluiten, is de werking van het Sacrament aanwezig, en zoo dikwijls deze werking uit den hemel de toediening van den Sacramentsvorm op aarde niet vergezelt, is het Sacrament niet aanwezig, maar slechts een schijnvorm. Dan is èn uw Doop èn uw Avondmaal eene lamp zonder licht, een haard zonder vuur, een long zonder ademhaling, een hart, dat niet klopt. De Dienaar kan niets toebrengen en evenmin kan van dat water of van dat brood aan onze ziel iets toekomen. Die onze ziel bewerken, begenadigen en begiftigen kan is alleen de Heere. Dat geldt reeds van de prediking des Woords, die ons niet nut en geen bate brengt, zoo de innerlijke prediking van den Heiligen Geest niet door Christus uit den hemel in onze ziel wordt uitgezonden. Maar dit nu geldt in sterker mate nog van het Sacrament, dat puur doode vorm blijft, zoo niet Christus uit den hemel met de werking Zijner genade, de bediening van het Water, en ook zoo van het Brood en den Wijn vergezelt. Ge moet dus bij het Sacrament, om zijn wezen te verstaan, niet zien op wat voorafging, noch op wat er voor de toekomst op volgen kan. Dat komt er ook wel bij, en moet wel terdege ter sprake komen, maar dat is het eigenlijke Sacrament niet.
Dat raakt wel de veronderstelling van het Sacrament en zijne nakomende vrucht, maar niet zijn wezen en zijn eigenlijk bestand. En van tweeën één, of er zijn geen Sacramenten en de Heere heeft niets wat daarop gelijkt ingesteld, of zoo Hij wel waarlijk een Sacrament heeft ingesteld, dan bestaat het wezen van dit Sacrament altoos hierin, dat Hij tot Zijne dienaren zegt en tot Zijne Kerk zegt: Doe gij dit; richt gij deze uitwendige teekenen aan; en als gij in gehoorzaamheid aan uw’ Heere deze teekenen aldus aanricht, zal Ik uit den hemel, van den troon der genade, de daarbij behoorende genade in de ziel werken. Zoo dikwijls dan de heilige Doop in het midden der gemeente bediend wordt, hebt ge te verstaan, dat op hetzelfde oogenblik, waarop de Dienaar het water van den Doop toedient, uw Middelaar en Heiland uit den hemel, waar Hij aan de rechterhand Gods is verhoogd, een genadewerking werkt in de ziel van het kind of van den persoon, die gedoopt wordt.”
Deze Doopsgenade”, zegt K.,geeft niet de »wortelgenade” en brengt niet de wedergeboorte teweeg. Neen, de wedergeboorte moet ondersteld worden, deze gaat vooraf en dan volgt de Doopsgenade. En op de vraag, wat die dan is en werkt, heet het: dat ge daardoor evenals een op zichzelf gedachte arm van een lichaam, in het lichaam ingezet, en als nu eerst in de zegeningen van het lichaam kunt deelen.
De rijke beeldspraak, waar Dr. K. zich altijd van bedient, ook bij de bespreking van zulke hoogst teedere en heilige dingen is voor velen zeer verleidelijk, maar doen ons en anderen dikwerf denken: laat die beelden weg, en zeg nu eens eenvoudig en duidelijk, zonder beeldspraak, uwe meening dan zal het voor velen duidelijker zijn, waar ge heenstuurt.
Tot welke dwalingen die leer van » Doopsgenade” al geleid heeft en nog toe leidt, blijkt elken dag voor ieder, die niet willens blind is. Met die »Doopsgenade” gerust gesteld, is reeds eene groote menigte in slaap gesluimerd. En dat beginsel zit er zoo diep in bij velen, dat zij volstrekt onvatbaar zijn voor iets anders.
Men is nu eenmaal door den dienaar op aarde en door den Heere uit den hemel gedoopt, men is daardoor het mystieke lichaam van Christus ingeplant, en nu is er immers geen afval der heiligen, bijgevolg men wordt zalig.
» De doopgenade werkt generaal en is voor allen dezelfde.”
Of het Sacrament is puur een doode vorm — en die puur doode vorm zou dan eene heilige instelling des Heeren zijn, die op Gods hevel (denkt aan Israël) aan een geheel volk is toegediend, maar voor een groot gedeelte moet aangemerkt worden als niet toegediend, als iets zonder beteekenis! Men denke eens na over de gevolgen, welke voor de praktijk van het leven hieruit onafscheidelijk moeten voortvloeien.
J. Wisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1898

De Wekker | 4 Pagina's

„Doopsgenade.”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1898

De Wekker | 4 Pagina's