Achor

Achor beteekent »beroerende.” Het kreeg dien naam naar de voor Israël zoo smartelijke geschiedenis van Achan, die het volk beroerd had en dien de Heere tot straf voor zijn diefstal beroeren zou, dat is over wien Hij de steeniging zou doen plaats hebben. Als die geschied was keerde de Heere zich van de hittigheid Zijns toorns (Joz, 7 : 25 v.) Van die »beroering” behield, het dal zijn naam, maar ook werd het, omdat de Heere weder in gunst ten gevolge der strafoefening zich keerde, een beeld van wederkeerende gunst van God. In Jesaja 65 : 10 wordt beloofd: "het dal van Achor zal tot een runderleger worden voor Mijn volk, dat Mij gedocht heeft.” In vrede zouden in die vruchtbare landouwe de runderen nederliggen ten behoeve van het verootmoedigd volk.
In Hos. 2 : 14 wordt van het dal Achor gezegd dat de Heere het zal stellen »tot eene deur der hoop.” Gelijk Israël, na de harde straf op Gods bevel aan Achan te hebben volvoerd, moed vatte op Gods belofte om tegen Ai op te trekken, waarvan zij tweemalen waren afgeslagen, zoo zou verootmoediging en gehoorzaamheid aan den Heere de verwachting doen herleven op zegen. » Aldaar” gaat Jesaja voort: »zal zij (de huisvrouw des Heeren, Israël) zingen als in de dagen harer jeugd en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland.” Daar zoude zij weder zeggen: » Mijn Man” tot den Heere. God is altijd de Eerste om zijn afgeweken volk weder op te richten, en hij doet het door smarten. Diepe wegen moeten wij vaak door. Doch Hij kastijdt niet uit lust om te plagen. Gods doen is majesteit, gerechtigheid en liefde.
Het woord tot de gemeente te Efeze (Openb. 2 : 4):  "ik heb tegen u, dat gij uwe eerste liefde hebt verlaten” geldt Efeze niet alleen. Wie, die de groote omkeer des levens kent, verlangt niet naar dien eersten tijd der liefde terug met behoud van geloofskracht en ondervinding sedert verkregen? Het dal Achor is de plaats en de tijd, waarop het booze uit huis en hart en gemeente wordt uitgedaan, hoe smartelijk het ook zij voor het vleesch, is de vindenstijd. Dan keert de hope en de vrede weder, dan wordt de harp weder van de wilgen genomen en wij zingen de liederen Zions,
Op de knieën mijne broeders! in het stof mijn volk!
van Lingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen