Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijsheid (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijsheid (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere onderscheidt inZijn woord tweeërlei wijsheid. Er is eene heilige, waarvan in het Oude Testament (Job 28 : 28, Ps. 111:10) wordt gezegd, dat de vreeze des Heeren bet beginsel der wijsheid is. De Apostel zegt (Rom. 6 : 27), dat God alleen wijs is. Hij toch alleen wat Hij doet en Hij doet het zoo, dat in doel en middel alleen volmaaktheid zich openbaart. Bovenal openbaart de Heere die in het werk der verlossing, waarom Paulus (1 Cor. 2 : 7) van zichzelven zegt dat hg, het evangelie verkondigende, de wijsheid Gods sprak. In waarheid is bij alleen onder de menschen wijs, die den wil en de wegen Gods ter zaligheid verstaat en op de rechte wijze daarvan getuigenis vermag af te leggen. In Christus zijn al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen (Col. 2 : 3). Deze wordt niet verkregen door redeneering en studie alleen. Zij wordt gezegd „van boven” te zijn (Jak. 3:17). Zij wordt van den hemel toegezonden aan hen die „leerjongens van Christus” zijn en gewerkt door den Heiligen Geest, die alle dingen leert en in alle waarheid leidt. Hare kenteekenen geeft Jakobus met deze woorden: Zij is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van. barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig "oordeelende en ongeveinsd”. Hij leidt ons dus dadelijk in de praktijk des levens in.
Er staat tegenover deze eene, van welke diezelfde zegt, dat er eene andere is dan „die van boven afkomt” (Jak. 3 : 15) en die is „aardsch, natuurlijk, duivelsch”. In de praktijk openbaart zij zich in nijd en twistgieriglieid, verwarring en boozen handel. Het is vooral Paulus, die gedurig van deze spreekt vooral in zijne brieven aan de Corinthen. Hij noemt haar (2 Kor. 1 : 12): vleeschelijk, (l Kor. 2 : 5), wijsheid der menschen „(vs. 13), menschelijke wijsheid, (vs. 6) dezer wereld (3 : 19), en zegt dat zij is „dwaasheid bij God”.
In 1 Kor. 1 : 20 vraagt hij, waar is de wijze? waar is de schriftgeleerde? waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?” Bij die woorden teekent Calvijn in zijne »Commentarii« aan: „hier bedoelt hij al wat de mensch kan bevatten zoowel door de natuurlijke bekwaamheid van den geest als geholpen door ervaring, letteren en kennis der wetenschappen. In een woord al wat onder de bevatting van den mensch valt buiten de verlichting des Heiligen Geestes. Dat alles is begrepen onder „wijsheid der wereld. Hij zegt dat die te niet is gemaakt door God, verklaard is dwaasheid te zijn. Men versta, dat dit op twee wijze geschiedt. IJdel en nietig is al wat de mensch weet en begrijpt, indien het niet gesteund wordt door de ware wijsheid en niets vermag die meer tot het inzien der geestelijke kennis dan het oog van den blinden tot onderscheiding der kleuren. Deze beide hebben wij nauwlettend in het oog te houden, dat de kennis van alle wetenschappen een damp is, als de hemelsche kennis van Christus ontbreekt en dat de mensch geheel stompzinnig is om door zichzelven de rnysterieën Gods te bevatten, evenals een ezel onbekwaam is voor de muziek. Zoo wordt de verderfelijke trotschheid tentoongesteld van hen, die zich beroemen op wereldsche wijsheid, zoodat zij Christus en de geheele openbaring des heils verachten en, terwijl zij zich gelukkig achten, aan het schepsel blijven hangen en ter neer geslagen worden de oogleden van hen, die, vertrouwende op eigen verstand, in den hemel zoeken door te dringen. Tevens wordt ook de vraag opgelost, boe het komt, dat Paulus alle kennis buiten Christus zoo ter aarde werpt en als mot voeten treedt, terwijl het toch zeker is, dat dit het voornaamste geschenk Gods in deze wereld is. Wat toch is edeler dan des menschen rede, waardoor hij boven de andere levende wezens uitmunt? Hoeveel eer is niet de kennis waardig, welke den mensch bewerkt, zoodat zij hem werkelijk beschaaft? Hoe groote en uitstekende vruchten brengt zij voort? Wie zou niet de wijsheid, waar door staten, overheden en rijken worden staande gehouden, met den hoogsten lof verheffen? om van het overige te zwijgen. De oplossing dezer vraag blijft hieruit, dat Paulus niet veroordeelt het natuurlijk doorzicht van den mensch, of zijne kennis door ervaring en ondervinding verkregen of ontwikkeling van den geest, door de studie verwekt, maar hij verzekert dat deze op zich zelf tot het doorzien der geestelijke wijsheid zonder waarde is. En voorzeker is het onzinnigheid, indien iemand of door eigen scherpzinnigheid of steunende op do hulp der wetenschap ten hemel tracht op te klimmen, dat is over de mysterieën van het rijk Gods te oordeelen of tot de kennis van deze te komen. Laat ons dus bedenken dat wat dit onderwerp aangaat door ons moet worden vastgehouden„wat Paulus hier leert van de ijdelheid der wereldsche wijsheid, namelijk dat die gebonden is aan de beginselen der wereld, maar volstrekt niet tot het hemelsche reikt. Waarachtig is bet, dat zonder Christus de kennis van alle dingen ijdel is en dat niets waardig is de mensch, die met alle geleerdheid toegerust God niet kent. Ja zelfs zal ook dit naar waarheid worden gezegd, dat deze voortreffelijke gaven Gods worden ontheiligd, als juistheid van begrip, scherpzinnigheid van geest, geleerdheid en kennis van talen, wanneer zij het deel zijn van ongeloovigen.”

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1899

De Wekker | 4 Pagina's

Wijsheid (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1899

De Wekker | 4 Pagina's