Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kleine kracht met een groote uitwerking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kleine kracht met een groote uitwerking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

»Een weinig zuurdeesem verzuurt het geheele deeg.” Gal. 5 : 9

Op velerlei wijze wordt ons, beide in de H. Schrift en in het leven, duidelijk geleerd, dat kleine oorzaken groote gevolgen kunnen hebben, en dat door een kleine kracht niet zelden een groote uitwerking wordt verkregen.
Werd hiermede meer gerekend, dan zou men in tweeërlei opzicht de gewenschte resultaten daarvan zeer zeker aanschouwen. Vooreerst zou men niet lichtvaardig denken of oordeelen over hetgeen men zoo menigmaal voor kleinere zonden aanziet, en in de tweede plaats zon men meer eerbied en belangstelling hebben voor de middelen der genade, waaromtrent nu helaas zooveel onverschilligheid, zooveel minachting en ongevoeligheid zich openbaart.
De grootste zonden en gruwelen beginnen meestal met wat men kleine dingen noemt. En omgekeerd: de heerlijkste vruchten vinden haar oorsprong in een klein en nietig zaad.
In het zinnebeeld van zuurdeeg, zoo menigmaal in de H. S. gebruikt, wordt ons dit op onderscheiden wijze aanschouwelijk voorgesteld. Zoo niet altijd, dan zeker meestal, wordt dit zinnebeeld gebruikt in een ongunstigen zin. Zoo was het reeds in het Oude Testament, Zoo mocht, om maar iets te moeten, naar uitdrukkelijk verbod, op des Heeren altaar geen spijsoffer worden geofferd, dat met zuurdeeg gemengd was. Nog meer bekend is, dat de Israëlieten het Pascha moesten eten met ongezuurde broeden, In het N. Testament is het zuurdeeg een zinnebeeld van een boos mensch. Zulks blijkt uit de geschiedenis van den bloed-schender in de gemeente te Korinthe. Zoo komt het voor in den zin van geveinsdheid en valsche leer. Christus waarschuwde Zijne discipelen tegen de zuurdeesem der Farizeën en Sadduceën.
Wat men door zuurdeeg, in ’t algemeen genomen, heeft te verstaan, is bekend. Men denke daarbij niet aan deeg, dat uit zijn eigen natuur zuur is, gelijk bijvoorbeeld sommige vruchten de eigenschap hebben, uit en naar hun eigen natuur zuur of scherp te zijn. Neen, zuurdeeg is een deeg, dat gekneed en, op welke wijze dan ook, zuur gemaakt is. Dit zuurgemaakte of zuurgeworden deeg gebruikt men bij wijze van gist om ander deeg, waarin of waaronder het gemengd is, te doen rijzen, waardoor het brood een meer gewenscht en aangenaam voedsel wordt. Zoo genomen, blijkt het dan ook een kleine kracht te zijn met een groote uitwerking. Immers dan zien we in den eigenlijken zin van het woord, hoe en op welke wijze een weinig zuurdeeg het geheele deeg zuur doet worden. Niet minder duidelijk is dit in een oneigenlijken zin. Het verband, waarin hier de spreekwijze van het zuurdeeg voorkomt, wijst dit duidelijk aan.
En waren in de gemeenten van Galatië valsche apostelen, bedriegelijke arbeiders, die begonnen een andere leer te prediken, die afweek van het evangelie, door Paulus gepredikt. Het onkruid, onder de tarwe gezaaid, had wortel geschoten, en het kwaad, dat de gemeente nu bedreigde, bestond hierin, dat men wet en evangelie tot één wilde maken, en daardoor in strijd kwam met de leer der vrije rechtvaardiging des zondaars voor God, Zalig worden door de werken der wet is onmogelijk. Wie in Christus is, die is vrijgemaakt van de wet. Vrijgemaakt ook van de besnijdenis, De wet is een tuchtmeester tot Christus. Zij is regel en richtsnoer voor geloof en leven, maar grond voor de zaligheid kan alleen en uitsluitend zijn de gerechtigheid van Christus, den geloovigen uit genade toegerekend. Afwijking hiervan moet noodwendig tot de meest treurige gevolgen leiden. Afwijking, hoe weinig ook in schijn, zal als het zuurdeeg het geheele deeg doorzuren.
Hoe uitnemend en voortreffelijk men overigens in alles ook zij, ja hoe onberispelijk ook voor God en de menschen, er is maar één weg en maar één middel tot zaligheid. De waarheid, hieromtrent in het Evangelie geopenbaard, door Paulus en alle oprechte dienaren des Heer en naar den zin en de meening des Geestes gepredikt, duldt geen afwijking, geen vermenging, geen besnoeiing. Waarheid en leugen laten zich nooit vereenigen. Zoodra dit geschiedt, volgt verbastering, waarvan de geschiedenis geleerd heeft en nog leert, waar men al toe komen kan.
Eén stuk, één dogma, één leerbegrip losgelaten, of een ander buiten het eenig ware aangenomen, maakt geheel de belijdenis valsch. Dit werkt als een zuurdeeg en doortrekt alles.
Welke droeve en uiterst treurige bladzijden in de geschiedenis der Christelijke Kerk kunnen dit als zoovele bewijzen staven! Men denke slechts, om iets te noemen, aan de loochening van Christus’ goddelijke natuur, waartegen reeds de apostelen hebben gestreden en gewaarschuwd. Hoe trachtte in het begin der vierde eeuw, ten tijde van Arius, deze ketterij geheel de kerk te verwoesten! Hoe trachtte Pelagius met zijn leer van den vrijen- wil de leer ingang te doen vinden, dat geheel de zaligheid eigenlijk afhing niet van God, maar van den mensch ! Welke tegenstanders vond Augustinus met zijn optreden en handhaven van de leer der praedestinatie! Geen enkele eeuw is voorbijgesneld, waarin niet op een of andere wijze telkens een nieuw zuurdeeg van dwaling geheel de leer der waarheid, die naar de godzaligheid is, als het geheele deeg poogde te doorzuren. Welk een krachtig optreden werd vereischt in de 16de eeuw, toen de Heere de mannen verwekte, die als middel in Zijne hand dienstbaar werden om de Kerk van dwaling te zuiveren. De grootste verwoestingen, in Christus Kerk aangericht, begonnen steeds zich als een zuurdeeg te openbaren: klein in begin, maar ontzettend in gevolgen. Geen wonder dan ook, dat de apostel der heidenen, die zich zijne roeping bewust was, die leefde en arbeidde tot heil van Christus’ Kerk, als door ijvervuur aangegrepen, de Galaten wijst op het gevaar, dat hen dreigt, op de roeping, waartoe zij van Christus Jezus geroepen zijn, en op al de gevolgen, welke aan afwijking van de eenvoudigheid der waarheid verbonden zijn.
Leer en .leven staan met elkander in het nauwste verband. Vandaar dat het zuurdeeg eener valsche leer nooit zonder gevolgen blijft in de praktijk van het leven. Ongeloof is de moederzonde, waaruit alle andere zonden voortkomen. En waartoe leidt het ongeloof in de praktijk? Is het niet tot miskenning van Gods bestaan, tot loochening van den Christus der Schrift, tot verachting en verwerping van alle Gods geboden? De zuurdeesem van het ongeloof maakt de staatkunde los van Gods Woord, doet de menschelijke rede in het leven der volkeren als de hoogste wet erkennen, leidt ten laatste tot de beginselen van het heidendom. Nergens wordt dit duidelijker in dan in het persoonlijk leven van ieder mensch. Eén zonde, één dwaling, één verkeerde gewoonte, één verkeerd persoon in uw gezelschap, wat deed het en wat doet het menigmaal de verreikende gevolgen aanschouwen !
Eén diefstal door Achan deed geheel Israël de nederlaag lijden bij het in bezit nemen van Kanaan. Om twee groote zonden werd Saul verworpen, dat bij geen koning mocht zijn over Israël. Om ééne zonde moest Mozes sterven buiten het heilige land. Één leugen deed Ananias en zijne huisvrouw dood nedervallen voor het aangezicht van Petrus. Ach, welk een zee van tranen, welk een reeks van jammerklachten doet de zonde nog alle dagen ontstaan !
Waar het waken verslapt, het gebed verflauwt, de ijver vermindert, de liefde verkoelt, zien we zelfs in het leven der kinderen Gods, hoe het fijne goud kan verdonkeren en den aarden flesschen gelijk worden. Dat elke zonde, dat alle kwaad als een zuurdeeg werkt, wordt in het algemeen maar zoo weinig opgemerkt, door velen te laat bedacht, door anderen ten koste van o, zooveel goeds veronachtzaamd.
In het huis van Simon den melaatsche, waar Maria Jezus zalfde, scheen alles gelijk te zijn aan een ongezuurd deeg. Maar zoodra Judas zijne afkeuring over de daad van Maria heeft geuit, dreigt dat weinige zuurdeeg het geheele deeg te doorzuren. Zoo woekert het kwaad maar altijd voort.
Eén mensch kan onder Gods toelating allen vrede verstoren, alle aangenaamheid in bitterheid veranderen, Eén Alexander, de kopersmid had Paulus veel kwaads gedaan. Eén booze tong neemt u de kroon van uw hoofd. Eén Bileam brengt geheel Israël in den strik.
Gelukkig, tegenover die macht van de zonde, de macht van het kwaad, staat de macht en de werking vim Gods genade. Paulus kon zeggen: door de genade vermag ik alle dingen. Als de Heilige Geest met kracht in u werkt, dan maakt ge alle knoopen der ongerechtigheid los. Dan verliest ge alle menschen als tweede oorzaken uit het oog, dan vreest ge geen enkelen vijand. Dan deukt ge aan geen kansberekeningen, dan zoekt ge uzelven niet. Dan vraagt ge niet, wat anderen doen, maar wel, en alleen, wat de Heere van u eischt.
Tegenover ingekropen valsche broederen verklaarde Paulus: »wij hebben niet één uur geweken met onderwerping.» O neen, dan is de eere Gods, de eer der waarheid, de zaligheid van onsterfelijke zielen oneindig meer waard dan de geheele wereld. Met en door de genade Gods kunt ge tegenspraak verdragen, kruis en beproeving weerstaan. Met het zwaard des Geestes, met het borstwapen der gerechtigheid, met geschoeide voeten des Evangelies, met den bel ai der hoop gewapend, staat ge dan ia de mogendheden des Heeren, terwijl al des vijands pijlen afstuiten op het schild des geloofs. Hoe ontvettend is het einde van hen, van wie men eertijds betere dingen hoopte, maar die, door een weinig zuur deesem geheel uoorzuurd, anderen na hun dood deden getuigen: »Zij zijn heengegaan zonder hoop en zonder verwachting, want zij hebben de duisternis liever gehad dan het licht.”
Het leven is kort, de roeping ernstig, de dood gewis. En voor den rechterstoel van Christus gedagvaard, zal alle leugen worden beschaamd. Dan zal ieder ontvangen, naardat zijn werk geweest is.
Als een wijs bouwmeester verklaarde Paulus aan de gemeente van Korinthe, een goed fondament gelegd te hebben, maar hij waarschuwde een ieder, wél toe te zien, hoe hij daarop bouwde. Niemand toch kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, namelijk Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1899

De Wekker | 4 Pagina's

Een kleine kracht met een groote uitwerking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1899

De Wekker | 4 Pagina's