Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan een vriend te Ulrum - 182

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan een vriend te Ulrum - 182

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde Vriend!

Een ander juist te kennen, gaat heel moeielijk. ’t Zou minder last veroorzaken, indien wij onszelve als maatstaf konden aanleggen, doch de zelfkennis is wel de moeielijkste van alle.
Te weinig kennis van onszelve doet ons meestal een ander ook geheel verkeerd beoordeelen.
Zoo dikwijls wij ons opmaken tot het verkrijgen van kennis, dienen ons twee zaken helder voor den geest te staan, nl. ten eerste, dat het verkrijgen van zuivere kennis zeer moeielijk gaat, dat er inspannende arbeid aan gewijd moet worden, en in de tweede plaats, dat er Licht van Boven voor noodig is.
Hoe menigmaal meenden wij het in ons oordeel bij het rechte eind te hebben, en hoe dikwijls bleek later onze verkeerde zienswijze.
Terecht heet het: »Oordeel niet voor het tijd is, dus weet, of wacht.”
Een zaak of persoon moeten wij van alle kanten bekeken hebben, zullen wij er eenig begrip van krijgen.
Halfheid in het weten treft men allerwege aan.
Voorts behoort het tot den allermoeielijksten arbeid om uit verkregen kennis gevolgtrekkingen te kunnen maken.
’s Heeren Woord geeft er ons tal van voorbeelden van.
In de deelen van Cesaréa Filippi vroeg de Heere Zijn discipelen: Wie zeggen de menschen, dat Ik, de Zoon des menschen, ben?
Daarop vertelden de discipelen allerlei verkeerde antwoorden, gegeven door de bewoners van verschillende streken uit Kanaän.
Die menschen wisten niets van Hem af. De een noemde Hem: Johannes den Dooper, een ander: Elias, een derde: Jeremias of een van de profeten.
Ongelukkige, dwalende menschen, zonder kennis van God en Gods Zoon, die er maar zoo wat van maakten, gelijk velen in onze dagen Hem niet anders kennen dan als een voorbeeld in goede werken, als een hoogst beschaafd en begaafd man, verre Zijn tijd vooruit.
Stel daartegenover het getuigenis van Petrus, na des Heilands vraag: »Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?” Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.
Petrus kende den Heiland beter, dan ook de meeste andere apostelen; vandaar ’s Heeren Woord tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vleesch en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Allicht zouden wij uitroepen: Ziedaar nu de volle kennis van den rijkdom in Christus als Heere en Verlosser.
Hoe schittert in de apostelen de genade Gods, Die hun gaf te blikken in het Zoonschap van Christus.
En toch blijkt in het vervolg die kennis zeer gebrekkig te zijn.
Zij hingen nog zoo vast aan het stof!
In hun verbeelding blonken hun kronen en tronen tegen.
Zoo echt aardsch vatten zij ’s Heeren Woord op, toen hij sprak: Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zoo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zoo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
Daar werd hun de staf des heerschers beloofd!
Met groote macht zouden zij straks den scepter over de volken zwaaien.
Aanzien en luister stond hun te wachten.
Wie weet hoe kort het nog zou duren en dan zou hun Meester toonen, wie Hij was.
De dooden zelfs hadden Zijn stem reeds gehoorzaamd; hoe gemakkelijk zou het Hem dan wel vallen om de levenden ouder zijn scepter te doen buigen.
En naast Hem zouden zij paalen als Zijne Rijksgrooten.
Bittere ontgoocheling.
»Van toen af begon Jezus Zijnen discipelen te vertoonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesteren, en Schriftgeleerden, en gedood worden!”
In plaats van de kroon wachtte Hem het kruis.
Geen eere, maar smaadheid en verachting.
Zóó kenden zij geen Zone Gods.
Zij zagen in Hem den Koning der eere, geen Man van Smarten.
Van Zijn Middelaarsambt geen flauw begrip bij hen.
Allerlei scheeve voorstellingen hadden zij zich van Hem gevormd, omdat zij verkeerde gevolgtrekkingen maakten uit de kennis, die zij van Hem hadden verkregen door zijne wonderen en zijne leer.
Petrus vooral, hem was een lijdende Zone Gods vreemd, onmogelijk; nog veel meer een gedoode Christus.
Hij bestrafte den Heere, zeggende:
Heere wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden.
Wat een dwaasheid in Petrus.
Verregaande.
Hoor ’s Heeren Woord: »Ga weg achter Mij, Satanas! gij zijt Mij een aanstoot; want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der menschen zijn”.
Uit de aarde aardsch!
Ach, hoe kleeft het stof ons aan!
Wat lachte Petrus al toe.
Hij, van nature aangelegd tot heerscher, werd aangetrokken door het denk beeld van de macht, die straks zijn deel zou zijn.
En van den losprijs voor zijne ziele, die gebracht moest worden door zijn Meester, wist hij niet af.
Ach, hoe droevig zou het met Petrus, met al de Apostelen, ja met alle Gods kinderen afgeloopen zijn, als de Heere den weg gegaan was, dien Petrus zich voorstelde.
Dan was er geen rantsoen voor de zonde.
Daarom merkt de Heiland hem op: „Want wat baat het een mensch, zoo hij de geheele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel?
Geve de Heere dit de Engelschen te verstaan, die er op uit zijn de geheele wereld te gewinnen, tot groote schade hunner zielen.
Mogen dit de mogendheden bedenken, welker toeleg tot machtsuitbreiding oorlog bij oorlog doet uitbreken.
Strekke ook ons deze les tot wijsheid, opdat wij alles schade en drek mogen leeren achten om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus.

t.t.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1900

De Wekker | 4 Pagina's

Aan een vriend te Ulrum - 182

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1900

De Wekker | 4 Pagina's