Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Amerika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Amerika

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde broeder Redacteur!

Naar ik bemerk verlangt U en velen met U in Nederland op de hoogte gesteld te worden met de kerkelijke toestanden in Amerika en heeft het weinige, dat ik er U van meedeelde, uwe belangstelling nog meer gaande gemaakt, ’k Zou echter haast spijt gaan gevoelen, dat ik begon U iets te schrijven, omdat het bijna een hopeloos werk is iemand volkomen op de hoogte te brengen. Ook al beperkt men zich tot het kerkelijk leven van het Hollandsche volk dan is het, o zoo moeilijk, een juiste duidelijke beschrijving van de zaken te geven, ’k Zal echter een poging wagen; maar moet dan natuurlijk in de geschiedenis terug, en stel mij voor iets van de beide kerkgenootschappen, waarin U het meeste belang zult stellen te melden: de „Reformed Church” of „de Gereformeerde kerk van Amerika” en „de Christian Reformed Church” of „de Christelijke Gereformeerde Kerk”.
Zooals U weet werd Amerika in 1492 ontdekt door Christophorus Columbus. Eerst in 1609 ontdekte Hudson, een kapitein in Hollandschen dienst, met zijn schip „De Halve Maan” de Hudsonrivier, aan welker uitmonding het Manhattaneiland lag. Dat eiland werd voor omstreeks ƒ 60.00 gekocht van de Indianen, de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Spoedig werd dat door Hollanders bevolkt en bebouwd, zoodat er in 1619 te Nieuw-Amsterdam, de hoofdstad van het eiland, een gereformeerde gemeente werd gesticht. Die gemeente maakte een gedeelte uit van de Gereformeerde kerk in Nederland. Zij ontving hare predikanten uit het moederland. De Classis Amsterdam had het bestuur over deze en andere gemeenten, die, door toenemende volksverhuizing uit Nederland, ontstonden.
In 1664 werd Nieuw-Amsterdam door de Engelschen eenvoudig genomen of gestolen en kwam er groote verandering op allerlei gebied. Nieuw-Amsterdam werd nu New-York genaamd; de Gereformeerde kerk, die tot hiertoe de heerschende geweest was, moest natuurlijk hare heerschappij afstaan aan de Episcopaalsche (Engelsche Staatskerk). Zooals gezegd is ontving de gereformeerde kerk haar predikanten uit Nederland, zooals zij ook daar haar meerdere vergadering had; maar in 1747 verkreeg eene der partijen, waarin de gereformeerde kerk toen reeds verdeeld was, vrijheid om hier in Amerika personen tot den dienst des Woords te ordenen. De andere partij bleef nog in gehoorzaamheid aan de Classis Amsterdam en de particuliere Synode van N.-Holland. De eersten echter begonnen aan te dringen op eene gelegenheid tot opleiding van predikanten in Amerika. Rutgers College werd daartoe bestemd en in 1793 kwam er in Amerika een „Dutch Reformed Church” geheel op zichzelf staande, vrij van de kerk in Nederland. Daar het Engelsch nu de volkstaal geworden was en het aankomend geslacht in die taal werd opgevoed, moest er natuurlijk ook Engelsche prediking zijn. Het Hollandsch bleef behouden voor hen die uit Nederland overkwamen of die nog in volgende geslachten de Hollandsche taal behouden hadden. De Formulieren van Eenigheid bleven van kracht voor de Dutch Reformed Church; maar het spreekt vanzelf dat er toestanden geboren werden waardoor het onmogelijk werd zich in alles b.v. aan de Dordtsche Kerkorde te houden. Het Engelsch gedeelte kreeg de overhand; terwijl het Hollandsch gedeelte, daar waar de emigratie (volksverhuizing) ophoudt wegkwijnt en eindelijk geheel in het Engelsche opgaat. In de eerste periode van die wegkwijning behelpt men zich met door denzelfden predikant ’s Zondags een dienst in het Hollandsch en een in het Engelsch te houden. Dit is natuurlijk al een groot bezwaar, wat de praktijk betreft, aangezien er maar weinigen gevonden worden, wien het gegeven is in twee talen te prediken. Heeft men in Nederland zijne opleiding ontvangen, dan kan men met enkele, hoogst enkele, uitzonderingen zich nooit volkomen in het Engelsch bewegen. Heeft men in Amerika zijn opleiding ontvangen, al is men zelfs in Nederland geboren, dan gaat het niet dan zeer gebrekkig om in ’t Hollandsch te prediken. Dit raakt echter, ofschoon het voor de praktijk niet voordeelig is, het beginsel, de grond der zaak niet. Dan moet opgemerkt worden dat, wat de Dutch Reformed Church betreft, zij al hare handelingen op Synodes, Classes, enz. in ’t Engelsch pleegt en het heel dikwijls voorkomt dat een Hollandsch predikant met zijn Hollandschen onderling, een geheele vergadering bijwoont, zonder een woord te kunnen spreken of een volzin te verstaan. Nu is het Engelsch gedeelte veel vrijer in zijn opvattingen dan het Hollandsche, maar het is toch verplicht de grondwaarheden te handhaven; terwijl het het Hollandsche gedeelte vrijlaat in alles, binnen de perken van Formulieren, enz. Een Hollandsch predikant, in de Reformed Church, kan met zijn kerkeraad geheel naar de Dordtsche Kerkenorde enz. leven, als hij of zij dat willen. Zij kunnen tucht oefenen, met behulp of advies van de Classis afsnijden, enz. Ze mogen lederen Zondag catechismus prediken, catechiseeren enz. Het Engelsch gedeelte preekt of geheel geen catechismus, of komt in 4 jaar den catechismus rond; voor de catechisatie is de Zondagschool ingetreden, bij de psalmen zijn er een aantal kerkelijke gezangen; kortom: er zijn bij het Engelsch gedeelte een aantal dingen, die ons vreemd zijn, ja tegenstaan. Maar, zooals ik gezegd heb, ze laten het Hollandsch gedeelte vrij om te leven zooals men dat verlangen kan. Zelfs vrijmetselaars behoeft de Hollandsche predikant en kerkeraad in de gemeente niet te dulden. Toch is zulk een kerkgemeenschap natuurlijk niet zonder bezwaar en ik heb weleens mijzelf afgevraagd en ook met broederen besproken of het niet veel beter was om als Hollanders ook op zijn Hollandsch op kerkelijk gebied te leven; dat is: alle Hollanders zoo mogelijk in een kerkverband vereenigd. Ik zeg: zoo mogelijk, want men moet niet vergeten dat er hier ook overkomen met welke een gereformeerd mens niet samenleven kan. Wat men in Nederland vindt vindt men ook hier. Vloeken, drinken, sabbatschenderij, allerlei zonden en ontkenningen op het gebied der waarheid. Er zijn hier atheisten, modernen, onverschilligen zoo goed als bij U in ’t oude vaderland. Maar die behoeft men niet aan te nemen of te behouden. ’t Is iets anders of men het niet doet. Dan, er komen ook andere lieden over. Lieden, die in Nederland op godsdienstig gebied hooge noten zongen, doch met een hoogrood of zonder paspoort met de noorderzon of anderszins vertrokken zijn. Aartsbedriegers, schelmen en schavuiten; maar daar is een kerk niet naar te beoordeelen, nietwaar? Men heeft die in Nederland ook, andere zouden ze niet hierheen kunnen komen.
De slotsom waartoe ik komen moet ten opzichte van de Reformed Church, in betrekking tot het Hollandsch gedeelte, is, dat, wanneer men geen hooger kerkelijk beginsel heeft, wanneer men verlangt slechts als een stille in den lande ongemoeid te leven, men het er wel in kan houden. Mij is dan ook herhaaldelijk door Christelijke Gereformeerden alhier, zoowel predikanten als ouderlingen, verzekerd dat ze niet inzagen waarom iemand van die kerk geen lid of bedienaar des goddelijken Woords zou kunnen zijn.
Heeft men hooger kerkelijk beginsel, ziet men op de toekomst, kent men meer het Engelsch gedeelte, dan rijzen er bezwaren op die gewichtig zijn voor den conscientieusen man. Toch, dit weet ge ook wel, men mag en kan niet te teergevoelig zijn, men moet vragen of men met Gods Woord en Formulieren in de hand zich aan eenige gemeenschap onttrekken of er zich bijvoegen kan.
We mogen ons gevoel of gemoed niet raadplegen, ofschoon die zoo groote rol spelen, ook in ons kerkelijk leven. Gods Woord moet in alles richtsnoer van het leven wezen; die daarnaar niet wandelt wandelt in de duisternis ofschoon hij ook het leven meent te hebben.
Geve de Heere U en mij en al de zijnen almeer naar zijn Woord te leven.
Met groet en heilbede
t.t.

Lodi, N. J. Sept. 1900.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1900

De Wekker | 4 Pagina's

Uit Amerika

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1900

De Wekker | 4 Pagina's