Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de schatten der oudheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de schatten der oudheid

Uit den brief van Ignatius ¹) aan de Efeziers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik schrijf u niets voor, alsof ik iets ware. Hoewel ik een gebondene ben wegens den naam van Christus, ben ik toch niet volmaakt in Jezus Christus. Want ik begin nu een discipel te zijn en ik spreek u aan als mijne medeleermeesters. Ik heb noodig door u bevestigd worden in geloof, in vermaning, geduld, lankmoedigheid. Daar echter de liefde mij niet toelaat omtrent u te zwijgen, daarom ben ik u voorgekomen om u te vermanen, dat gij eensgezind zijt in de kennisse Gods. Want Jezus Christus, het niet van ons te scheiden leven, is de wijsheid Gods, gelijk ook zij, die over de geloovigen zijn gesteld, één in de kennis van Jezus Christus zijn.
Daarom betaamt het u overeen te stemmen met uwen opziener, gelijk gij ook doet. Want uw ouderlingschap, Gode waardig, is zoo vereenigd met uwen opziener, als de snaren met den citer. Daarom wordt in uwe overeenstemming en eendrachtige liefde Jezus Christus verheerlijkt. Maar weest gij ook elk in ’t bijzonder een koor om als met ééne en dezelfde stem, in eenheid een lied Gods aanheffende, den Heere Jezus Christus te zingen ter eere des Vaders, opdat Hij ook hoore en leere kennen uit hetgeen gij goed doet, dat gij leden zijt van Zijnen Zoon zelven. Het is dan noodig, dat gij in ongedeerde eenheid zijt, opdat gij ook altijd deel hebt aan God.
Indien ik met uwen opziener in een korten tijd zulk eene gemeenschap heb verkregen, welke niet eene natuurlijke, maar geestelijke is, hoeveel gelukkiger acht ik u, die met hem vereenigd zijt als eene gemeente in Jezus Christus en door Hem met den Vader, zoodat gij in alles in eenheid met deze samenstemt. Niemand dwale. Indien iemand niet is bij het altaar, belooft hij zich van het brood Gods. Indien toch het gebed van één en van twee zoo groote kracht heeft, hoeveel te meer dat, hetwelk van den opziener en de geheele gemeente is. Die dus niet in de vergadering komt, deze is reeds in trotschheid opgeblazen en heeft zichzelven afgescheiden en geoordeeld, want er is geschreven: „God wederstaat de hoovaardigen”. Laat ons dan ons beijveren den Opziener niet te weerstaan, opdat wij gehoorzaam zijn aan God.
Er zijn sommigen, die listig een schoonen naam dragen, maar dingen zoeken, welke Gode onwaardig zijn. Deze moet gij als waren zij wilde dieren, vermijden. Want zij zijn roofzuchtige honden, heimelijk bijtende. Deze moeten door u worden ontweken, daar zij lijden aan een moeilijk te genezen karakter. Er is echter een geneesmeester, lichamelijk en geestelijk, geboren en niet geboren. God zijnde in den mensch, in wiens dood het ware leven is, die zoowel uit Maria is als uit God, eerst in den staat des lijdens en toen boven het lijden verheven, Jezus Christus, onze Heere.
Dat niet iemand u afvoere, gelijk gij ook niet verleid zijt, want gij zijt geheel Godes, Wanneer gij u toch in geene twisten laat inwikkelen, welke u kunnen pijnigen, leeft gij zeker naar God. Ik ben een uitwerpsel uit uw midden en moet gereinigd worden. Vleeschelijken kunnen geene geestelijke zaken volbrengen, noch ook geestelijke vleeschelijken dingen. Eveneens het geloof wat des ongeloofs is, noch het ongeloof wat des geloofs is. Maar wat gij in het vleesch doet is geestelijk; want gij doet alles in Jezus Christus.
Ik heb echter vernomen, dat sommigen zijn overgekomen, die eene verkeerde leer hebben. Deze laat gij niet toe onder u te zaaien. Gij stopt de ooren om niet aan te nemen, wat verkeerd door hen gezaaid wordt, opdat gij steenen moogt zijn van den tempel des Vaders, opgeheven in de hoogte door het werktuig van Jezus Christus, dat is het kruis, den Heiligen Geest als middel genietende. Uw geloof trekt u naar boven. Uwe liefde is de weg, welke u tot God voert. Gij zijt dus allen elkanders medgezellen op den weg, in u als in Zijnen tempel dragende den Heere Christus en Zijne heiligheid, in alles versierd met de geboden van Jezus Christus. Daarom verheug ik mij, dat ik waardig geacht ben, door hetgeen ik schrijf, met u te spreken en mij met u te verheugen, die geen ander leven zoekt en liefhebt dan God alleen.


¹) Ignatius was, zooals gezegd wordt, een leerling van den Apostel Johannes, waarom ook hij tot de Apostolische vaders wordt gerekend. Hij draagt den bijnaam van Theophoros, daar hij verklaarde Christus in het hart te dragen. Men verhaalt, dat hij een van de kinderen geweest is, welke de Heere Zijnen discipelen ten voorbeeld stelde. Over zijn leven en sterven zijn verschillende verhalen. In het jaar 69 werd hij bisschop (opziener) te Antiochie. Van de brieven, welke zijn naam dragen, wordt een zevental door de oudheid voor echt gehouden. Eene Armenische vertaling bevat er 13. Naar den inhoud der brieven te oordeelen kende hij van het Nieuwe Testament nog slechts alleen Mattheus, en de brieven aan de Efeziers en de Corinthiers. In het jaar 107 of wegens andere berichten in 116 stierf hij den marteldood. Keizer Trajanus liet hem ten aan schouwe van eene groote volksmenigte, in den circus door leeuwen verscheuren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1900

De Wekker | 4 Pagina's

Uit de schatten der oudheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1900

De Wekker | 4 Pagina's