Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oude en nieuwe dingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oude en nieuwe dingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iets uit Engeland. Vóór Eduard VII, Engelands nieuwe koning, het parlement opende, moest hij den eed op de grondwet afleggen. In die eedsformule komt o.a. deze uitdrukking voor: „Ik verklaar en verzeker plechtiglijk en oprechtelijk in Gods tegenwoordigheid te gelooven, dat in het sacrament van het heilig avondmaal geenerlei transsubstantiatie is van den inhoud van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus, bij of na de zegening, door wien ook; en dat de aanroeping van de maagd Maria of eenigen anderen heilige, en de mis, gelijk die thans opgedragen wordt in de kerk van Rome bijgeloovig en afgodisch zijn; en ik verklaar plechtig in Gods tegenwoordigheid, dat ik deze verklaring in alle deelen afleg in den gewonen zin der woorden, zooals die gemeenlijk door de Engelsche protestanten verstaan worden, en zonder eenige dispensatie, mij reeds daartoe verleend door den paus of eenig ander gezag.”
Hieruit zouden we opmaken, dat Engeland wel het meest protestantsche land van Europa is, daar, zoover we weten, in geen enkel eedsformulier van eenig vorst zulk een clausule voorkomt, die zoo sterk tegen Rome getuigt. En toch is er geen kerk, dan die, waarover Engelands koning supremaat is, die zóó de Roomsche nabij komt in vorm van godsdienstoefening.
Waaruit bovenstaande clausule te verklaren is? Gaan we even de geschiedenis na! Van 1509-1547 regeerde over Engeland koning Hendrik VIII, die zich in het begin zijner regeering een verklaard tegenstander van de Hervorming toonde. Zelfs vatte hij de pen op, om één van Luthers geschriften te bestrijden en werd daarom door Paus Leo X met den titel: Beschermer vant geloof vereerd. De vertaling van den Bijbel door Wickleff was in 1526 te Antwerpen gedrukt, na herzien te zijn door Tindal en werd bij honderdtallen in Engeland verspreid; maar de geestelijke en wereldlijke macht openbaarde ook dààr al haar haat tegen het woord des Heeren, want zij, die Bijbels verkochten, werden zooveel mogelijk opgespoord en te Londen gestraft. Ruggelings op een paard gezet met Bijbels om het lichaam gebonden, werden ze door de straten van Londen gereden, om door het volk te worden bespot. Bewijs genoeg, dat koning Hendrik een vijand was van Gods volk en Gods Woord en dus ook een vijand van God. Trouwens heel zijn leven toonde het, dat de teerheid des conscientie, aan ’s Heeren kinderen eigen, hem volkomen vreemd was en zijn leven niets anders was dan een leven naar goeddunken van ’t eigen hart!
En toch wilde de Heere hem gebruiken, om Engeland te verlossen uit de windselen van Rome! Een voorbeeld, hoe ook zij die vijanden Gods blijven, kunnen gebruikt worden tot heerlijk werk; een voorbeeld, dat ons allen wei nopen mag om gedurig te onderzoeken, wie en wat we zijn; want niet wat we in of voor des Heeren kerk mogen doen, teekent onze plaats in Gods Koninkrijk, maar de verhouding, waarin we voor ons zieleleven tot den Heere staan!
Koning Hendrik VIII was gehuwd met Katharina van Arragon, de weduwe van zijn broeder Arthur. Zulk een huwelijk was ook door de Roomsche kerk verboden, als strijdende tegen des Heeren wetten, maar de Paus, als de opvolger van Christus, had het recht van alle kerkelijke wetten dispensatie d. w. z. vrijstelling te verleenen. Zoo had ook Hendrik dispensatie weten te krijgen voor zijn huwelijk met Katharina, maar de grillige vorst vond in dat huwelijk niet, wat hij meende te vinden. Zijn liefde was niet meer dan hartstocht geweest, die weldra in haat oversloeg en in 1528 besloot hij van zijne gemalin te scheiden. Maar daartoe was weer de toestemming van den Paus noodig. Clemens VII, die toen de stoel van Petrus bezette, ging er echter niet gemakkelijk toe over, die toestemming te geven. Katharina van Arragon was een tante van den machtigen keizer Karel V, en zoo Clemens toestemming tot echtscheiding gaf, kon hij zeker zijn zich den haat van Keizer Karel op den hals te halen. Daarom draalde hij. Maar dat dralen verveelde koning Hendrik en daarom besloot hij ook zonder de toestemming van den Paus zich van zijn vrouw te doen scheiden. Hij riep een talrijke vergadering van de voornaamsten des rijks bijeen, liet door hen de onwettigheid van het huwelijk met Katharina uitspreken en het noodzakelijke der scheiding, en huwde in 1532 met Anna Boleyn, een der hofdames van zijne eerste vrouw. Maar daarmede had hij dan ook met Rome gebroken. En wat door de daad was verricht, werd ook door woorden uitgesproken. Hendrik verklaarde de Engelsche kerk los van den Paus, noemde zichzelven het hoofd van de kerk en gelastte, dat allen den eed van suprematie (oppermacht) zouden afleggen. Toch beteekende dit nog niet, dat hij naar de beginselen der Hervorming neigde, want zoowel de Hervormden als de Roomsche geestelijken, die den eed van suprematie weigerden, werden ten bloede toe vervolgd. In 1539 werd door den koning uitgevaardigd de wet der zes artikels, een soort van geloofsbelijdenis, die niemand mocht; tegenspreken, wilde hij niet des doods schuldig zijn. De hoofdinhoud der wet is deze: 1, Christus is lichamelijk aanwezig in het sacrament van het avondmaal. 2. Het is niet noodzakelijk, dat de leeken het nachtmaal onder beide gestalten gebruiken. 3 De priesters mogen niet huwen. 4, De gelofte van kuischheid, eenmaal op een en twintig-jarigen leeftijd afgelegd, is verbindend. 5. De bijzondere missen moeten gevierd worden tot hulp en troost der Christenen. 6. De oorbiecht moet worden gehandhaafd.
Deze wet, door het volk genoemd, „de geesel met zes touwen,” is, zooals we zien kunnen, een helder bewijs, dat Hendrik VIII volkomen aan Rome’s leer vasthield, al had hij dan ook met den paus gebroken en indien Engeland van hem veel heeft verwacht, dan is het bitter teleurgesteld.
Maar de Heere zou voorzien en zou zorgen, dat ook in de leer een ware Hervorming plaats greep!

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1901

De Wekker | 4 Pagina's

Oude en nieuwe dingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1901

De Wekker | 4 Pagina's