Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Landshistorie (41)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Landshistorie (41)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moesten wij in één onzer vorige stukjes schrijven, dat in Holland en ook in de andere gewesten de Geestelijkheid hoog in aanzien stond, schatten verzamelde en in wereldsche pracht haar vermaak vond, niemand, die bij het Licht der Schrift de gevolgen van zulke toestanden kent, zal het verwonderen, dat Holland dan ook door innerlijke twisten in onrust gebracht werd. Naar den vrede jaagde men niet, wel naar de grootschheid des levens, elk op zij willende stooten, die in den weg stond tot bereiking van dat doel. De edelen in hun burchten werden geprikkeld door onderlinge naijver, welke prikkel niet zich stomp liep op de echte godsvrucht, waardoor de een den ander uitnemender acht dan zichzelf.
De godsdienst dier dagen, zegt Groen, richtte zich op het verrijken van kerken, priesters en monniken en was alzoo geen waarborg tegen zedeloosheid en geweldenarij, en, mogen wij er bijvoegen, ook niet tegen den toen zich openbarenden hartstochtelijken naijver.
Niet alleen misgunden de edelen onderling elkander allerlei onderscheidingen, doch zij zagen ook met jaloerschheid op de begunstiging der steden door den graaf. Voeg daarbij nog de geschillen over de opvolging in het Graafschap en ’t wordt begrijpelijk, hoe onrustig het leven in dien tijd moet geweest zijn.
In Holland moest .die opvolging steeds in de mannelijke linie plaats hebben. Holland was een zwaardleen. De zoon volgde den vader op, en nimmer de dochter.
Bij geheele ontstentenis van een mannelijken nazaat, mocht de leenheer, de keizer van Duitschland, het leen schenken aan den schoonzoon des verstorvenen, nooit aan eene ongehuwde dochter. Was er gansch geen naneef te vinden, welnu, dan viel het leen weer aan de Kroon.
Als voorbeeld van twist over de erfopvolging kunnen wij wijzen op hetgeen gebeurde in 1203, bij den dood van Dirk VII. Geen zoon bezittend, had Dirk VII gedurende zijn leven pogingen in het werk gesteld om te verkrijgen, dat zijn dochter Ada hem zou opvolgen. Enkele edelen beloofden hem, Ada te zullen helpen, opdat de gravenwrong haar hoofd zou sieren. Wat Dirk VII najaagde, ging tegen wet en recht in. Doch daarover bekommerde hij zich niet, indien zijn dochter straks zijn plaats op den gravenzetel maar mocht innemen.
Doch Ada ondervond al spoedig na ’s vaders dood, dat wet en recht niet klakkeloos te verkrachten waren, ’s Graven broeder, Ada’s oom, Willem, eischte de grafelijke waardigheid op. De trouw der meeste edelen en zijn moedig optreden brachten hem met Gods hulp op de gravenstoel, die hém rechtmatig toekwam.
Ook naar buiten was er strijd, veel strijd. De nabuur, aan alle kanten, noodzaakte de Hollanders menigmaal het zwaard uit de scheede te trekken. Wij hadden lastige buren, moeilijk om er mee in vrede te leven. Wie heelt er nooit gehoord van den onophoudelijken strijd, dien wij tegen de Friezen hadden te voeren? De leenheeren, de keizers, begiftigden de graven van Holland met landen, waarin de West-Friezen woonden. Die wilden zich niet onder ’s graven gezag stellen, vooral niet die ten noorden van Kennemerland boven de omstreken van Haarlem en Alkmaar woonden. Hun karakter wordt geteekend als onversaagd en hardnekkig, het Friesche bloed nimmer verloochenende. Tot hun geluk kon men moeielijk hen bereiken, wijl hun woonsteden meestentijds ongenaakbaar waren door stroomen, meren en moerassen. Verloren zij hun onafhankelijkheid, al spoedig herwonnen zij haar weer. Dan rukte de graaf van Holland opnieuw tegen hen op. Soms voor korten tijd met goed gevolg, meermalen terugdeinzende na zwaar verlies.
De geschiedenis meldt ons, hoe graaf Arnoud in 993 bij Winkelmoede overwonnen en gedood werd, hoe graaf Willem II in 1256 met zijn paard, al strijdende, door het ijs gezakt, met knuppel slagen en dorschvlegelgebeuk werd afgemaakt.
Zijn zoon en opvolger Floris V, toornig over den moord op zijn vader gepleegd, bouwde vier kasteelen om de West-Friezen in bedwang te houden.
In het vervolg zullen wij nog meer hooren van den strijd „naar buiten”, als wij ’t een en ander D. V. zullen mededeelen omtrent de oorlogen met den Bisschop van Utrecht en met de Vlamingen.
Onze Landshistorie leert ons op elke bladzijde, welke verwoestingen de zonde op aarde heeft aangericht.
„Het eene volk zal tegen het andere volk opstaan”, predikt het niet elke stonde uit het menschenleven? Men wil in dezen tijd niet gaarne van zulk een histoire de bataille hooren, men tracht de geschiedenis op een andere leest te schoeien, doch wij deen er niet aan mede.
De gewichtigste oogenblikken in. het leven der natiën, als zij geschud en geschokt worden, of op geestelijk gebied eene gedaantewisseling ondergaan, kunnen ons het duidelijkst loeren, hoe God met machtige hand aller lot bestuurt; ook hoe de zonde woelt en vernielt, doch in haar gevolgen beperking ondergaat. Anders waren Holland en West-Friesland en Utrecht en Vlaanderen tot woestenijen vervallen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1901

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Landshistorie (41)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1901

De Wekker | 4 Pagina's