De Pinkstercollecte

Jaren lang was het gebruikelijk in de Christelijke Gereformeerde Kerk vóór 1892, dat op het Pinksterfeest werd gecollecteerd voor de zending onder de heidenen. Een en andermaal is op onze kerkelijke vergaderingen na dien tijd de vraag aan de orde geweest, of we nog niet konden beginnen aan den arbeid der Zending.
Daar echter schier al onze gemeenten van hun kerkelijk goed zijn beroofd, en uit kleine en geringe middelen vanaf 1892 zelf voor alles moesten gaan zorgen, heeft men tot dusverre geoordeeld, dat de Christ. Geref. Kerk nog te zwak is, om actief op te treden in ’t belang van de buitenlandsche zending. Doch geheel ons kerkelijk optreden kan als inwendige zendingsarbeid worden aangemerkt.
Daarvoor hielden reeds ettelijke gemeenten een vorig jaar een bijzondere collecte. Een eerste en voornaamste behoefte voor de Kerk is echter te voorzien in de behoefte aan Herders en Leeraars. Daartoe heeft eene kerk van Gereformeerde belijdenis een opleidingschool noodig. Gereformeerde menschen zijn geen Mystieken, die gelooven aan onmiddellijke roeping en bekwaming van Leeraren. In zijne goedertierenheid over ons gaf de Heere ons een School. Deze plant, hoe klein en teeder ook nog, kost onderhoud. In dal onderhoud moeten de gemeenten voorzien. Dat is hun van ’s Heeren wege aanbevolen.
Onder de velerlei behoeften is die van de Theol. School op dit oogenblik de grootste. Daarom meende ondergeteekende de gemeenten onzer Kerk vriendelijk en dringend te moeten opwekken, dit jaar op het Pinksterfeest eens een bijzondere collecte te houden ten behoeve van de Theologische School. Geschiedt dit niet, dan is het best mogelijk, dat nog in den loop van dit jaar toch een derde collecte voor de School zal noodzakelijk zijn. Vindt ons verzoek gehoor, dan kan de vrijwillige bijzondere collecte wellicht een verplichtte bijzondere collecte voorkomen.
Broeders en Zusters! laat het ons een eere en weldaad zijn, te mogen medewerken tot welzijn onzer Theol. School. Én voor de gemeenten én voor allen arbeid, die van de gemeenten uitgaat, is het belang van de School ter opleiding van dienaren des Woords één der eerste en der grootste belangen. Steune men daarom haar met zijne gebeden en gaven!

De Penningmeester der Theol. School:
J. SCHOTEL, Jr.
Haarlem, Mei 1901.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen