Kroniek

Keizerin Friedrich is Maandagavond te kwart over zessen op het slot Cronberg overleden. Van haar kinderen ontbrak aan haar sterfbed alleen prins Hendrik van Duitschland, de tweede zoon der Vorstin, die met het Duitsche eskader te Cadix vertoefde. Keizer Wilhelm met de keizerin waren ’s morgens om half zes op het kasteel aangekomen.

Zuid-Afrika. Thans wordt in Engeland gesproken over de terugkomst van Lord Kitchener uit Zuid-Afrika. Het opperbevel over het leger zou daar dan worden overgelaten aan den Indischen Generaal Sir Bindon Blood. Deze terugkeer van den opperbevelhebber moet zeker weer dienen, om het Engelsche volk er van te overtuigen, dat de oorlog zoo goed als „uit” is. Toch is niets minder waar dan dit. Door de duizenden Boeren, die nog in het veld zijn, wordt niet aan overgave gedacht. Integendeel, alles wijst er op, dat zij vol moed den strijd wenschen voort te zetten. In de Kaap-Kolonie (Engelsch grondgebied) zijn zij feitelijk meer heer en meester dan de Engelschen het zijn, en verder brengen onze stamverwanten naar het schijnt den oorlog nu ook over naar het Oostelijk van Transvaal gelegen Zululand. De Boeren hebben de Engelschen met een verlies van 43 man stormenderhand uit Bremersdorp verdreven. Verder heeft 20 mijlen ten Noord-Oosten van Nquta (Zululand) een gevecht plaats gehad. De Boeren vielen met eene aanzienlijke macht aan en deden groote moeite om een kanon van de 67ste batterij veldartillerie machtig te worden, toen de man, die het stuk bediende, sneuvelde. Den geheelen dag werd hevig gevochten. De Engelschen leden nog al verlies. Het Engelsche blad „Daily News” acht het een bedenkelijk feit, dat de Boeren in Zululand zijn. „Terwijl onze Generaals, zegt het blad, geheel Noord-Natal schoonvegen, schijnen de Boeren zich zuidwaarts, door de Kafferlanden henen,een weg te banen naar het Noord-Oosten en Oosten der Kolonie. Trachten de Boeren de Swazi’s en Zulus tegen ons op te zetten? Als zij dat doen, kan men tot hare rechtvaardiging aanvoeren, dat de Engelschen hun het voorbeeld gaven door den Swazi’s verlof te geven zich te wapenen. Er is maar al te veel reden om te vreezen, dat de oorlog een nieuwen en treurigen keer zal nemen. Op die bewegingen in de zwarte landen moet nauwlettend het oog worden gehouden.” Inmiddels heeft het beter gezinde deel van Engeland’s bevolking weder eene vergadering gehouden in het Victoria-park te Londen, waar eene motie tegen het voortzetten van den oorlog en voor het aanbieden van eervolle vredesvoorwaarden aan de Boeren werd aangenomen. Mocht het oog van Engelands volk en regeering nog geopend worden voor de gruwelijke ongerechtigheden, nu bijna reeds twee jaren bedreven, en het woord der Schrift door hen wordt verstaan: „Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natie.”

Nederland. De Staats-courant deelt mede, dat het Harer Majesteit der Koningin heeft behaagd met ingang van 31 Juli 1901 op een door hen daartoe gedaan verzoek eervol ontslag te verleenen aan alle Ministers van het aftredend kabinet met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hen aan Hare Majesteit en den lande bewezen.
Ditzelfde nummer der Staats-courant maakt bekend, wie door Hare Majesteit zijn benoemd tot opvolgers der aftredende Ministers. Benoemd is tot Minister van Binnenlandsche zaken: de heer Dr. A. Kuyper, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; — tot Min. van Buitenlandsche zaken: Mr. R. Melvil baron van Lijnden, secretaris-generaal van het Permanente Hof van Arbitrage, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; — tot Min. van Justitie: Mr. J. A. Loeff, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; — tot Min. van Marine: de gepensionneerde vice-admiraal G. Kruijs, Oud-Minister van Marine; — tot Min. van Financiën: Mr. J. J. I. Harte van Tecklenburg, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; — tot Min. van Oorlog: de gepensionneerde luitenant-generaal J. W. Bergansius, adjudant in buitengewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, Oud-Min. van Oorlog; — tot Min. van Waterstaat, Handel en Nijverheid: Mr. J. O. de Marez Oyens, administrateur van het Departement van Waterstaat, Handel en; Nijverheid; tot Min. van Koloniën; Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck, burgemeester van Amersfoort, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Van deze Ministers behooren Mr. Loeff, Mr. Harte van Tecklenburg en Bergansius tot de Roomsch-Katholieke en Mr. de Marez Oyens tot de Christ.-historische partij.

China. Volgens ingekomen berichten is het vooral in het Noorden van China nog lang niet rustig. Overal wordt geroofd en geplunderd, het geheele land is onveilig; de bandieten bestaan uit deserteurs van de vreemde troepen, weggeloopen Chineesche soldaten en Bokserbenden. In dit Noordelijk gedeelte van China bestaat feitelijk geen gezag. Terwijl de Keizerlijke troepen naar Peking terugkeerden, hebben zij ten Zuiden van Paoting Ta zestien steden geplunderd. Zoodra de troepen weer weg waren, wreekte de bevolking zich op de mandarijnen, die mishandeld werden, nadat hun huizen waren verbrand. Het is hier dus nog ver van rustig.

Algiers. Graaf Waldersee, die uit China terugkeert, is hier door de Fransche overheid met de grootste beleefdheid en voorkomendheid ontvangen. Waldersee sprak over de voortreffelijke verhouding en samenwerking tusschen de Fransche en Duitsche troepen in China, vertelde van den grooten brand te Peking, die hem bijna het leven had gekost en waarbij hij zijne redding tendeele had te danken aan een Franschen soldaat, die hem geholpen had uit een venster te klimmen. De maarschalk zeide, dat naar zijne meening de veiligheid in China voor goed was verzekerd. Dit klopt anders niet erg met bovenstaand bericht!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen