Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan een vriend te Ulrum (210)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan een vriend te Ulrum (210)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde Vriend !

Donkere wolken pakken zich boven Europa samen. Men hoort spreken van oorlogen en er loopen geruchten van oorlogen. Zou de Heere Zijn straffende hand uitstrekken over de volken, omdat zij, zonder het te verhinderen, twee Christen-natiën onmeedoogend laten uitmoorden in Afrika, en een tal van 350 duizend belijders van Zijnen Naam smadelijk den marteldood laten sterven in Armenië? Kunnen er andere dan vreeselijke tijden aanstaande zijn?
De Chineesche troebelen en moorden hebben o. i. den straftijd ingeluid. En nu treedt het Fransch-Turksche geschil op den voorgrond. Blijft Abdul-Hamid, de Sultan van Turkije, zich koppig toonen, dan zou dat geschil aanleiding kunnen geven tot hoogst ernstige gebeurtenissen. Reeds zeilde een deel der Fransche vloot uit naar de wateren van Oost-Europa, om den Turk tot rede te brengen. Het gaat slechts om eenige duizenden guldens, doch de nietigste voorwendsels grijpt men soms aan om dan het zwaard uit de scheede te trekken.
„Misschien”, zegt de Nederlander, „ware het wenschelijk dat de groote Heer zich krachtig verzette, want dan bestond er nog eenige kans, dat de toestand op den Balkan voor goed beter werd geregeld en dat de Turk buiten Europa werd gezet. Zoolang de Islam op het Balkanschiereiland zijn zetel houdt bezet, zoolang de Beheerscher der Geloovigen van zijn weelderig paleis aan den Gouden Hoorn de millioenen en millioenen Mohammedanen zal regeeren, zoolang de volgelingen van den Profeet vol eerbied over hun geestelijk opperhoofd zullen spreken als over den Sultan van Stamboel, zoolang ook zal Europa ongenezen blijven van een immer bloedende wonde”.
Hoe hoog het geschil reeds rees, zegt ons de Fransche oud-gezant de Mony, die dezer dagen zijn oordeel in het publiek aldus uitsprak: „Wanneer onze schepen aan hun plaats van bestemming, die verstandigerwijze geheim gehouden werd, aankomen, kunnen twee dingen geschieden: òf onze vloot blijft kalm voor anker liggen en wacht totdat een laatste ultimatum van de Fransche regeering den Sultan heeft bereikt, en daarop binnen den aangegeven tijd een antwoord is gevolgd, òf zij gaat onmiddellijk tot een daad over. In het laatste geval moeten matrozen worden ontscheept, en een deel van het Turksche gebied worden bezet. God geve, dat de Turken dan geen tegenstand bieden. Want zelfs na een zoo ernstige zaak, als een landing, kunnen de dingen nog door een handige diplomatie worden geregeld. Maar dat wordt zeer moeielijk, wanneer het eerste kanonschot is gelost. Ik geloof echter niet, dat het zoover komen zal.”
Of de heer Mony het recht heeft in zijn laatste woorden, kan betwijfeld worden. Sedert hij ze sprak is het Fransche eskader te Mytilene aangekomen.
Tot meerdere verontrusting vernemen we, dat ook de Amerikanen zich in deze troebelen zullen mengen, omdat Turksche struikroovers eene Amerikaansche dame, juffrouw Stone, hebben gevangen genomen en niet vrij willen laten uitgaan, dan tegen een zeer hoog losgeld.
De Amerikaansche oorlogsschepen liggen al te Napels en zullen spoedig naar de Turksche wateren stevenen.
Met vreeze gaan wij de toekomst tegemoet. Wie den Europeeschen vrede wenscht, die moet hartelijk hopen, dat Abdul-Hamid toegeeft, doch onze liefde tot den vrede komt niet altijd met ’s Heeren Raad overeen.
Frankrijk kon wel de roede zijn, waarmee Turkije moet getuchtigd worden, omdat het zooveel stroomen Christenbloed deed vloeien. Ons komt het voor, dat er veel meer achter schuilt, dan de oppervlakkige beschouwer vermoedt. Frankrijk toch is de bondgenoot van Rusland, die als een gulzige beer tal van jaren zijn poot uitgestrekt houdt om een groot deel van Turkije als vette kluif binnen te halen. Dan gaat de groote Turksche moordenaar den Bosporus voor goed over; maar zal Oostenrijk, de nabuur, dat alles lijdelijk toezien?
En Oostenrijk sloot een drievoudig verbond met Duitschland en Italië. Gaat die brouwketel dus aan het overkoken, dan loopt het over heel Europa heen en staan de vijf groote mogendheden als onverzoenlijke vijanden tegenover elkaar.
Vreeselijke gedachten, nietwaar? Europa schudt op zijn grondvesten. Omdat recht en gerechtigheid vertreden liggen. En veronderstel, dat al deze onweerswolken voorbijdrijven, dan nog rijzen nieuwe koppen aan den staatkundigen hemel. Al het werkvolk van Europa keert zich tegen Engeland. Het wil den handel met Engeland boycotten, staken. Geen Engelsch schip zal in eenige Europeesche haven meer vracht innemen of uitladen. Zoo zal men Engeland dwingen den oorlog met de Zuid-Afrikaansche Republieken te eindigen. Of dat gelukken zal? Wie kan het naspeuren. Er verklaren zich duizenden voor en duizenden tegen, en elk heeft zijn argumenten.
Doch daar zien wij niet zoo sterk op. Ons oog vestigt zich op de gevolgen voor ons werelddeel. Gaat de boycot door, dan geraken duizenden zonder werk, zonder eten. Honderden takken van handel en nijverheid zullen enorme verliezen lijden. En het groot kapitaal zal de menschen aan eten moeten helpen. Op vorsten en aanzienlijken rust de taak, naar men zegt, om den werkman zijn boterham te verzekeren. Of dat gebeuren zal? Wie gelooft het? En de gevolgen? Wat de arbeider niet goedschiks krijgt, zal hij kwaadschiks nemen. Voor ons oog staat Europa spoedig in lichterlaaie. De troonen der vorsten staan te wankelen, de aanzienlijken zullen huilen over hunne rijkdommen. De groote socialistische revolutie is er dan. Beluisteren wij niet het wee! wee! van Europa?
Gelukzalig het volk, wiens God de Heere is. Het verheft zich als een rots te midden der woedende baren en zegt: De Heere regeert. Daarin ligt alle troost.

Uw Vriend
S.

P. S. Turkije heeft intusschen het hoofd in den schoot gelegd, aan de eischen van Frankrijk voldaan, en alzoo een eind gemaakt aan deze kwestie. Voor hoelang, is een andere vraag. Voor dit oogenblik is deze zaak meer afgedaan. De Fransche politiek heeft gezegevierd.

Red.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1901

De Wekker | 4 Pagina's

Aan een vriend te Ulrum (210)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1901

De Wekker | 4 Pagina's