Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets uit de zendingsgeschiedenis (33)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets uit de zendingsgeschiedenis (33)

Beelden uit Nieuw-Caledonië (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Martelaars (14)

Meermalen werd over den dood van den betreurden zendeling gesproken en vaak werd de vraag gedaan: Zou nooit het ware licht opgaan over zijn einde?
Op zekeren avond werden de Christenen in net binnenland verrast voor de komst van een der mannen uit het dorp nabij de kust, die tot hen sprak: „o mannen, laat mij onder u wonen en zeg mij, hoe ik vrede kan vinden voor mijn hart!”
Zeer verwonderd keek de zendeling van Samoa met de Christenen van N .-Caledonië op, want hij die zoo sprak was een der ergste vijanden van het Christendom geweest, een speelbal in de hand van Satan om kleine kudde van Christus te vervolgen en op alle wijzen te tergen. Daarom vroegen ze hem dan ook: „vriend, wat drijft u naar ons toe?”
„Niets anders dan een verontrust geweten,” was ’t antwoord. „Mogelijk zult ge het u herinneren, mogelijk ook met,” sprak hij tot den zendeling, „dat ik één dergenen ben, die u en uw medebroeder ben aangevallen, toen ge u van ons dorp naar hier wildet begeven. Ik brandde van haat tegen u, omdat ik waarlijk meende, dat ge ons volk veel kwaads berokkende. Ik was het, die den aanslag op uw beider leven beraamde, maar sedert ik uw broeder heb zien sterven, heb ik geen rust weer gekend.”
Daarop verhaalde hij van den dood van den oudsten der zendelingen en vervolgde: „Zijn laatste woorden: o mannen, hoe vreeselijk zal het zijn, te vallen in de handen van een levend God, kon ik niet weer kwijt raken, ’k Heb alles gedaan om ze te vergeten, ik heb mee gedanst op het feest, dat volgde op het dooden van hem dien we versloegen, ik heb getracht vergetelheid te zoeken door het drinken van den brandenwijn, ons door de sandelhouthalers gebracht, en als eens een oogenblik in de bedwelming van het zingenot mijn gedachten zich verstrooiden, kwam daarna met vernieuwde kracht de vrees voor de wrake Gods terug. Ik ben meermalen op uwe samenkomst in het zendingshuis van ons dorp geweest, niet uit belangstelling, maar om te hooren of er ook iets tegen ons volk werd gesproken, waardoor we een schijn van recht kregen, om u te dooden, en ik heb daar veel gehoord van de rechtvaardigheid en de heiligheid van uw God, waarmee ik altoos gespot heb, maar nu voel ik het aan mijn hart: uw God alleen is God, en onze goden zijn niets; en uw God is de rechtvaardige Wreker der zonden, waarom ik vrees voor Zijn aangezicht en sidder, als ik aan den dood denk; Uw God is ook de Heilige, die met den zondaar niet in vrede kan leven; mijn eigen hart zegt het mij: Hij ziet mij in toorn aan en niet in liefde; Hij is verre van mij en toch dicht bij mij met Zijn straf. O, wat moet ik doen, om Zijn gunst te verwerven !”
Verrast en verblijd zagen de Christenen elkander aan. Ze verstonden die taal ! Ze hadden die zelve gesproken en gedacht! Ze wisten het: dat was de kreet van het leven, door Gods Geest gewerkt, de belijdenis van een, die aan zichzelven was ontdekt en den Heere had leeren kennen, maar ook gevoelde, dat zonder den Heere geen zaligheid was te smaken! Dat was, in andere woorden uitgedrukt, wat David openbaarde, toen hij sprak: als een hert schreeuwt naar de waterstroomen, alzoo dorst mijne ziele tot u, o God.
De zendeling nam het woord en zeide: „Ge hebt naar waarheid gezegd, mijn broeder, dat de Heere een rechtvaardig, heilig God is. Zijn eigen Woord leert ons, dat Hij zoo heilig is, dat Hij ook de kleinste zonde in ons oog niet onverzoend kan vergeven. Maar o, mocht diezelfde God het u eens doen zien en gelooven, dat Hij ook is een God van genade en liefde. Hij zweert bij zichzelven: zoo waarachtig als ik leve, zoo ik lust hebt in den dood des goddeloozen, maar daarin heb ik lust, dat de goddelooze zich bekeere en dat hij leve; en die eed van den God des Ontfermens is op het heerlijkst bevestigd in de zending van Zijn geliefden Zoon. Want om zondaren te redden van het eeuwig verderf, dat ze om hunner zonden wil waardig waren, heeft Hij Zijn eeuwig geliefden Zoon gezonden en Hem tot zonde gemaakt. Die Jezus heeft toorn en vloek gedragen, lijden en dood gesmaakt in de plaats van zulke zondaren, als ge u zelven straks hebt beleden, en waar nu de Heere rechtvaardig is, daar kunnen die zondaren worden vrijgesproken van straf, omdat ze door Jezus is gedragen.“ Zoo sprak de zendeling en sprak dan van het heerlijk evangelie der verzoening en verlossing, den verslagen en verlegen heiden aanmanende tot dien Jezus te vluchten met de bede: Openbaar Uzelven aan mij, o Heere, en wees mij genadig! En zijn woord vond ingang in ’t verbroken hart. Na, veel worstelen en gebed, na zwaren strijd en telkens weerkeerende twijfelingen vond de arme heiden vrede door het bloed Zijns kruises en leerde roemen in de verlossing, die m Christus Jezus is. Hij werd een toonbeeld van ’s Heeren ontfermende zondaarsliefde, een voorbeeld voor anderen, en hoe vaak ook daarna wederom aangevochten door den vijand van Gods volk, telkens weer deed de Zon der Gerechtigheid het ervaren, dat Zijn koesterende stralen sterker zijn dan de zwartste wolken van strijd en twijfel, die de ziel kunnen beroeren; en toen de ure der ontbinding voor hem aanbrak, mocht bij in ’t blij geloof: „’k zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên“, deze aarde verlaten om het ten volle te ervaren; De Heere neemt diepschuldige zondaren aan tot Zijn kinderen om Jezus’ wil.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Iets uit de zendingsgeschiedenis (33)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1902

De Wekker | 4 Pagina's