Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Landshistorie (61)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Landshistorie (61)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nood, waarin de Stichtschen verkeerden, kwam onzen graaf Floris V ter oore.
Hij snelde ze te hulp, dadelijk het beleg slaande voor Vreeland; jammer, zou men zeggen, dat Gijsbrecht van Amstel niet in den val zat.
Van zijn tocht tegen de Stichtschen naar Amstelland was hij nog niet teruggekeerd. Zijn broeder Arnoud verdedigde het slot.
Toch zon zijn afwezigheid zijn val worden.
In allerijl bracht hij volk op de been om het slot Vreeland te ontzetten.
Doch wat wil het geval … of beter: wat wilde God … op weg tot het ontzet ontmoette hij een afdeeling Zeeuwen, door graaf Floris opgeroepen om zijn strijders rondom het kasteel te versterken.
Dadelijk wordt de strijd aangebonden, die weldra in een volkomen nederlaag voor Gijsbrecht van Amstel eindigde; hij zelf werd gevangen genomen, zich op genade of ongenade in de handen zijner vijanden overgevende.
Nu viel ook Vreeland weldra.
De gebroeders van Amstel, Gijsbrecht en Arnoud kwamen in Zeeland in de gevangenis.
Doch onze graaf had nog met een anderen heer een appeltje te schillen.
Gijsbrechts bondgenoot, Herman van Woerden, die de Stichtschen veel kwaad had berokkend, moest het nu ontgelden. Hij viel niet minder in het ongeluk dan zijn vriend. De graaf stuurde zijn benden de landen van Woerden in om er te plunderen en te branden. Ieder begrijpt, dat er van Hermans bezittingen niet veel overbleef.
Floris belegerde zelf zijn slot te Montfoort, waar zich Herman evenwel niet bevond. Het kleine nest hield onzen graaf nog een vol jaar op, eer het zich overgaf, waarover de graaf zoo verbitterd was, dat hij al de gevangenen op twee na liet onthoofden.
Geen ridderlijke daad van hem.
Bij een bisschoppelijk vonnis werden de goederen des heeren van Amstel en van Woerden verbeurd verklaard.
Amstelland zou staan onder ’s graven scepter, waarvoor hij de Utrechtsche kerke 4000 ponden moest betalen.
Zoo verdween voor eenigen tijd al de heerlijkheid der voormalige bezitters van Amstelland en van Woerden.
Herman zwierf in het buitenland, terwijl Gijsbrecht en Arnoud in den kerker zuchtten.
Wat droefheid voor hun familie.
Niemand zal het bevreemden, dat die alle moeite deden om graaf Floris’ hart te verteederen.
Maar de graaf liet zich bezwaarlijk bewegen. De som, die hij eischte, was zoo hoog, dat de bloedverwanten ervoor terugdeinsden.
Dat griefde de gevangenen. Of ze leden! Naar sommiger meening duurde hun gevangenschap wel 7 jaren. Eerst toen werden Floris’ zware eischen ingewilligd. De voorwaarden luidden: „Gijsbrecht van Amstel stond zijn recht op Nardingerland, Muiden en Muiderpoort, Vindelmerebroek en het bosch, daar de reigers in broeden, af aan Floris, die alles van het Stigt ter leen zou houden, zooals Gijsbrecht voorheen.
Gijsbrecht beloofde geen vestingen te zullen maken tusschen de stad Utrecht en het graafschap Holland, zonder ’s graven toestemming.
Ook zouden hij en zijn broeders Arnoud en Willem zich nimmer tegen den graaf of tegen den bisschop in eenigen krijg laten inwikkelen, maar daarentegen de verzoening bezorgen met de bloedverwanten der gesneuvelden in het gevecht bij Loenen, alles onder verbeurte van al hun goed, ten behoeve der graven.”
Nog meer vernederends en kwellends voor Floris’ vijanden behelsden de verzoeningsvoorwaarden.
Herman van Woerden moest er nog bij beloven, dat hij zijn dochter niet zou uithuwelijken dan met ’s graven toestemming.
Zelfs moest hij in zijn heerlijkheid een burcht bouwen, welke hij voor den graaf met krijgsvolk zou bezetten, dat desnoods als Floris het wilde, hem tegen den bisschop van Utrecht moest beschermen. De vernedering der heeren van Amstel en Woerden was volkomen. Hollands graaf zette hun den voet op den nek. Doch, en hierin komt een prijzenswaardige karaktertrek van den graaf uit, toen de verzoening was getroffen, vergat hij alle vijandschap, wat hij toonde door eenigen tijd daarna Gijsbrecht van Amstel en Herman van Woerden tot zijne voornaamste raadslieden aan te stellen.
Ook sloeg hij, tegelijk met eenige anderen, eerstgenoemde in 1290 tot ridder van St. Jakob.
Zoo meende de graaf alles in orde te brengen, alle wrok te verdrijven en zijn Oostergrenzen gansch veilig in te richten. Daarom wendde hij nu den blik naar het Noorden, wenschende de West-Friezen te beteugelen, die herhaaldelijk het slot te Wijdenes hadden bestormd. De Friesche vrijheid moest den doodsteek ontvangen. Om die reden besloot Floris nog eenige nieuwe vestingen er bij te laten bouwen.
Met geen geringe moeite zou dat gepaard gaan, want de West-Friezen zouden zeker de werklieden verstoren.
Eerst dus een flink leger naar de Friezen gezonden, om ze in bedwang te houden.
’t Was, of de natuur hem behulpzaam wilde zijn.
De weg lag voor Floris over de Zuiderzee.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Landshistorie (61)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1902

De Wekker | 4 Pagina's