Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenerlei hart en eenerlei weg om den Heere te vreezen (VI)

Bekijk het origineel

Eenerlei hart en eenerlei weg om den Heere te vreezen (VI)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl ik nu met mijn Bijbel in de hand om meer licht in de beteekenis van den persoon van Christus bad, sloeg ik onwillekeurig de bladen om en las: „Dien, die geen zoude gekend heeft, heeft God zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden recht vaardigheid Gods in Hem”, en ’t was me, of bij het lezen van die woorden een helder licht in mijne ziel werd ontstoken. Daar zag en geloofde ik het: in Christus Jezus was genade en zaligheid voor arme en verlegene zondaren, omdat Hij, die geen zonde had gekend, toch tot zonde was gemaakt. Zie vrienden, ik kan u niet alles meedeelen, wat er in die oogenblikken in hoofd en hart omging, maar toch wil ik trachten er zooveel van te zeggen, als ik kan uitdrukken. ’t Was me, of ik duidelijk zag, waarom Jezus God en mensch in één persoon moest zijn. Hij moest de drager wezen van de zonde van allen, die door Hem zouden worden gered, en zou Hij dat kunnen zijn, dan moest Hij wezen een volkomen heilig en rein persoon, die niet met de minste zoude was besmet, die voor zichzelven volkomen vrij was van schuld en die toch een gewoon mensch was. O, hoe mocht ik inzien in de wijsheid Gods, die zulk een aanbiddelijken weg ter verlossing had uitgedacht en geopenbaard in Zijn Woord! Hoe gevoelde ik toen, dat Gods Woord de waarheid is en een vrucht van de ontfermende liefde Gods! Maar laat ik verder gaan, want ik mocht meer in Jezus zien. Ik had voor mij zelven er iets van gevoeld, wat het zegt, den toorn Gods om der zonden wil te ervaren. Thans begreep ik, dat dit nog maar iets was van wat die toorn in gansch haar volheid is, en zou een zondaar worden gered, dan moest toch die volle toorn volledig worden getorst, dan moest hij worden doorgedragen en weggenomen, en daarom was het noodig, dat de Borg van zoo schuldige menschenkinderen niet alleen rein en heilig mensch, maar ook God was. Dat indeukende duizelde mijn verstand: Jezus, Gods Zoon en toch tot zonde gemaakt; Jezus, van eeuwigheid God en toch een vloek geworden voor vloekelingen! Ik riep uit: O, eeuwig wonder van Gods ontferming, ondoorgrondelijk wonder van Jezus’ zondaarsliefde, nooit naar waarde te verheerlijken! En terwijl ik daaronder verslagen mij neerwierp voor den Heere, gevoelde ik een blijdschap, die ik u nooit zal kunnen uitdrukken. Er was raad voor zulk een gruwelijk zondaar als ik was, want Jezus was tot zonde gemaakt; de weg ter verzoening was geopend door God zelven; Jezus was een gepast Zaligmaker voor mij en ik het gepaste voorwerp voor Hem. Hoe dierbaar die eenige Zaligmaker mij werd, kan ik niet in woorden zeggen; ’k verslond het woord, dat ik in Gods Woord had gelezen: „U dan, die gij gelooft, is Hij dierbaar!” Maar terwijl ik daar zoo in die heerlijke overdenking verkeerde, was ’t mij eensklaps, alsof een stem tot mij zeide: Gij verblijdt u er nu wel in, dat Jezus een zaligmaker is van verlorenen, maar is Hij nu ook uw zaligmaker? Want wat baat het u, dat ge weet, dat er een groote schat is verworven, zoo ge niet weet, dat ge deelgenoot van dien schat zijt? En terwijl die gedachte in mij opkwam, kwamen op eens de zonden van mijn vroeger leven mij voor de aandacht. Ze waren voor mijn oog zóó zwart en ik was om dier zonden wil zoo gruwelijk, dat het me toescheen, alsof er voor zulk een als ik was, geen redding mogelijk kon zijn! In eenmaal was al mijn blijdschap verdwenen; niets zag ik meer van ’t heil dat er in Jezus is; alleen mijn schuld stond me voor de aandacht; geen hope was er op iets en ik kon niet anders dan me weer voor den Heere neerleggen met de bede: Heere, red mij, ik verga! Maar terwijl ik dat bad, was er een stem in me, die zeide: Bid maar niet meer; ge vindt toch geen verhooring! Tegelijk kwam me in de gedachte, hoe er in den Bijbel geschreven staat: Wij weten, dat God de zondaars niet hoort en nu scheen ’t mij toe, of dat een aanwijzing Gods was, dat er voor mij nooit meer verhooring zou zijn! ’k Gevoelde mij nog ongelukkiger dan in de eerste worstelingen na den dood mijns ooms. Als ik bidden wilde, kon ik geen woorden vinden; ’t was of de hemel voor mij van koper was; ik gevoelde mij reddeloos en radeloos! Zoo bracht ik eenigen tijd door, ten prooi aan de felste bestrijdingen, tot het den Heere behaagde zich opnieuw aan mijn ziel te ontdekken. Op zekeren avond, toen ik worstelens moede opstond van het gebed, werd ik bepaald bij de uitspraak van Jesaja: „Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten en als een wortel uit een dorre aarde: Hij had geene gedaante noch heerlijkheid en als wij Hem aanzagen, zoo was er geene gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. Waarlijk Hij heeft onze krankheden op zich genomen en onze smarten, die heeft Hij gedragen; doch wij achten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld, de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijne striemen is ons genezing geworden”. Wonderlijk werd ik door heel dit 53ste hoofdstuk van Jesaja heengeleid en ik mocht bij vernieuwing zien op het Lam, dat geslacht is, Vreeze en twijfel weken en bij herhaling kwam de blijdschap des geloofs, dat er voor arme zondaren raad was bij den Heere, met een innige begeerte: Zeg ook tot mijne ziele: Ik ben uw heil!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Eenerlei hart en eenerlei weg om den Heere te vreezen (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1902

De Wekker | 4 Pagina's