Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bedreigingen Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bedreigingen Gods

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook bedreigingen worden in den Bijbel vele gevonden, welke zelfs onvoorwaardelijk en onbeperkt worden uitgesproken, hoewel uit het gevolg menigmaal blijkt dat er eene voorwaarde aan verbonden was. In Richt. 10 komt de Heere tot de zoo ver van hun God afgeweken kinderen Israëls met de bedreiging: „Ik zal u niet meer verlossen” en nochtans lezen wij enkele verzen later dat de Heere hen verloste. Na de bedreiging kwam er verootmoediging en nadat Israël zijne zonde had beleden en de vreemde goden uit zijn midden had weggedaan, daarbij wederkeerende tot den dienst des Heeren, gaf God uitkomst en redding. Zoo ging het ook te Ninevé, alwaar Jona de bedreiging des Heeren verkondigde dat de stad na veertig dagen zou worden omgekeerd. Ninevé bleef gespaard en bestond nog jaren lang, want hoewel de bedreiging onvoorwaardelijk was bekend gemaakt, God zag hoe de Ninevieten zich bekeerden in zak en asch en voltrok het vonnis niet. Zoo toont de Heere dat aan Zijne bedreigingen volgens Zijne bedoeling eene voorwaarde verbonden is, zelfs als die niet er bij vermeld wordt.
Een algemeene regel bij de verklaring Win Gods bedreigingen, zoowel tot volken, gemeenten als personen, vinden wij in het woord des Heeren door Jeremia gesproken: „In een oogenblik zal Ik spreken over een volk, en over een koninkrijk, dat Ik het zal uitrukken en afbreken en verdoen; maar indien datzelve volk zich van zijne boosheid bekeert, zoo zal Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hetzelve dacht te doen”. Het is dus nog een bewijs van Gods lankmoedigheid, dat Hij bedreigt, en wel met het doel om tot bekeering en wederkeering te roepen. En nu behoeven die bedreigingen niet altijd in woorden te bestaan, de Heere bedreigt ook door daden. Nederlands geliefde Koningin is door den Heere op het ziekbed nedergelegd, zij is zelfs tot nabij den dood geweest, maar tot blijdschap van allen die het huis van Oranje liefhebben is die laatste telg uit dat doorluchtig Stamhuis weder goedgunstig opgericht en voor land en volk gespaard. Zou ook daarin geen dreigende roepstem tot Nederland zijn gekomen? Groot zijn de volkszonden, allerwege toenemend is het zedebederf in hoogere en lagere standen, verschrikkelijk is de ontheiliging van den Naam en den dag des Heeren en de debatten, voor enkele weken in de Tweede Kamer gehouden over het strafrecht, hebben doen hooren hoe een groot deel van onze volksvertegenwoordiging straf niet meer beschouwt als vergelding van het kwaad, maar slechts als middel ter verbetering. De theorieën des ongeloofs en der revolutie worden allerwege openbaar verkondigd, en wat het ergste van alles is, ook Gods kinderen worden in zooveel met den geest des tijds medegevoerd. En nu heeft de Heere slechts gedreigd en de beden verhoord die voor onze geëerbiedigde Vorstinne werden opgezonden. De Heere houdt nog niet op land en volk te waarschuwen. Zijne bedreigingen over Ninevé en in het Openbaringsboek over de gemeente van Efeze verklaren ons op treffende wijze wat het doel daarvan was, namelijk opdat de zonde, die bestraft werd, zou worden nagelaten.
De tegenwoordige toestand echter van Ninevé en van de gemeente van Efeze, die hare eerste liefde verliet, bewijst niet minder duidelijk dat „er een God is, die op de aarde recht doet.” God is getrouw in het vervullen van Zijne beloften, maar er zal ook niet een tittel of jota afgedaan worden van de bedreigingen door God over de zonde gesproken, als niet onder de lankmoedigheid Gods de dreigingen als middel dienen om verootmoedigende genade af te smeeken. Hij die eenmaal weende over Jerusalem, liet die stad, toen de maat vol was, eindelijk verwoesten; Hij die stierf op Golgotha tot een rantsoen voor velen, zal ook komen om met vlammend vuur wrake te doen over degenen die God niet kennen en het Evangelie ongehoorzaam zijn. Eene ernstige les ligt hier voor de kerke Gods. Aan de zeven Gemeenten in Klein-Azië doet Hij die de zeven sterren in Zijne rechterhand houdt en in het midden der gouden kandelaren wandelt, heerlijke toezeggingen, maar eveneens heeft Hij ook vervuld wat Hij dreigde aan het in liefde verflauwend Efeze: „Zoo gij u niet bekeert, Ik zal u haastelijk bijkomen en zal uwen kandelaar van zijne plaats weren.” Waakt en bidt, dat mag vooral in onze dagen wel het wacht woord zijn voor de kerk des Heeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Bedreigingen Gods

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1902

De Wekker | 4 Pagina's