Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herinnering aan Gods daden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herinnering aan Gods daden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vooral in de laatste dagen, die zoovelen teleurgesteld hebben door de droeve berichten dat de beide Zuid-Afrikaansche republieken hunne onafhankelijkheid hebben prijsgegeven, mag het oog wel eens geslagen worden op het verleden, dat van zoo kennelijke reddingen Gods getuigt, toen, evenals nu, de toekomst zoo donker scheen. Of scheen het niet donker, wat Neerlands toekomst betreft, in die eerste Junidagen van het jaar 1815? Nauwelijks was men verlost van het Fransche juk, waaronder men drie jaren gezucht had, of nieuwe wolken pakten zich aan den hemel saam. Daar weergalmt de ontroerende angstkreet van Zuid tot Noord, door geheel ons land, dat de dwingeland Napoleon, in 1813 naar Elba verbannen, weer te Cannes geland is en in triomf te Parijs op den keizerlijken troon is hersteld. Met verschrikt gemoed, met verbleekt gelaat roept men het elkander toe: weet gij het wel, de dwingeland is wederom aan vasten wal, ja is reeds tot aan de grenzen genaderd. Spoedig is een Engelsch en Pruisisch leger, waarbij zich ook het onze voegt, in het zuiden van ons land (het tegenwoordige België) bijeen, en op 16 Juni heeft een geduchte veldslag plaats bij Quatre-Bras, een viersprong, door welks vermeestering de Franschen, uit Charleroi voortgedrongen, zich een weg naar Brussel geopend zouden hebben. Doch ook hier mislukt de poging van Napoleon, en inzonderheid de prins van Oranje (onze latere koning Willem II) betoont hier een buitengewonen heldenmoed. Toch was met de overwinning op 16 Juni de redding nog niet gekomen. Weer verzamelt Napoleon zijne scharen en met een overmacht van 80000 man, staat hij tegen de vereenigde legers, die er slechts 72000 tellen, op den gedenkwaardigen 18den Juni van het jaar 1815. Wat zal de uitslag zijn? Zal Nederland na een paar jaar de vrijheid genoten te hebben, op nieuw door ijzeren ketens van den tyran gebonden worden? Zal de Heere uitkomst schenken, waar zoo groote nood de harten doet ineenkrimpen? Ja het staat hachelijk. Verwoed is de aanval van de Fransche heirscharen, de overwinningskans wisselt nu naar de eene, dan naar de andere zijde, en hoe meer de zonne ter westerkim daalt, hoe meer ook de hoop zinkt bij het wegsmeltend getal dapperen, dat telkens nieuwe Fransche scharen uit de met bloed gedrenkte velden ziet opdoemen. Zal de tyran weer zegevieren, en heeft men dan vergeefs gehoopt op Hem die de noodkreten der verdrukten hoort? Neen, ook hier zou bevestigd worden: „God die redt in nood”, maar het zou dan ook eerst nood moeten worden, ’t Wordt reeds schemer en nog is het pleit niet beslecht, In overmoed heeft Napoleon reeds de berichten geschreven, die door renboden naar Parijs gebracht, zijn triomf aan het Sodom van Europa moesten verkondigen. Doch daar nadert in de verte eene stofwolk, ’t Is een legerafdeeling die een der beide strijders ter hulp snelt, ’t Is generaal Ney, zoo vermoedt reeds Napoleon, die hem ter meerdere glorie zal behulpzaam zijn in het verpletteren der vijanden. Doch naderbij gekomen, blijkt het tegendeel, ’t Is Blücher met de Pruisen, welke Napoleon meende door Ney verslagen te zijn. En nu keert de kans. In haast vlucht Napoleon en de redding is aangebroken.
Als dit No. van de „Wekker” onze lezers bereikt, is de 18de Juni weder voorbij. Doch zouden wij na zoovele jaren Gods daden mogen vergeten? Heet niet nog altijd de Zondag die aan dien datum voorafgaat: Dank en bededag? Evenals Israël geldt ook voor ons nog het woord: Wij zullen het niet verbergen voor hunne kinderen, voor het navolgend geslacht, vertellende de loffelijkheden des Heeren en Zijne sterkheid en Zijne wonderen, die Hij gedaan heeft, opdat zij hun hoop op God zouden stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijne geboden bewaren. Die God die bij Waterloo redde, leeft nog. Wat nu duister schijnt voor ons broedervolk in Zuid-Afrika, wordt misschien spoedig gevolgd door een helderen morgenstond. Gods wegen zijn wonderlijk. Hij doet uit duisternis het licht verrijzen. Zijn kastijdende hand is dikwijls de voorbode van heerlijke verlossing, terwijl Engelands triomf straks blijkt te zijn: „een vet maken tot den dag der slachting.” De Heere regeert en Zijn doen is enkel majesteit.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Herinnering aan Gods daden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1902

De Wekker | 4 Pagina's