Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een antwoord van G. IJ.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een antwoord van G. IJ.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gedachtig aan het woord van den Apostel Paulus: Dezelfde dingen aan u te schrijven, is mij niet verdrietig en het is u zeker, voldoe ik dan ook aan het verlangen door U in het bovenstaande ingezonden stuk uitgedrukt. Wel mag ik schrijven „dezelfde dingen”, want reeds menigmaal heeft „de Wekker” door bekwamer hand dan de mijne gewezen op de betrekkelijke leervrijheid en het synodaal goedkeuren van de doopsdwalingen in de Geref. kerken. Toch is het mij niet verdrietig omdat ik van harte instem met den wensch aan het eind van uw schrijven uitgesproken. Vele broeders en zusters toch, die van harte de waarheid die naar de godzaligheid is liefhebben, hebben, hoewel in de vereenigde kerken blijvend, een afkeer van de leer der onderstelde wedergeboorte bij den doop, zij kerken niet bij predikanten die zulks voorstaan, zij keuren in onderlinge gesprekken die dwalingen af, zij betreuren het zeer, dat elders zulks geleerd wordt, het is hun een innerlijke smart dat de jeugd bij catechetisch onderricht verondersteld wordt wedergeboren te zijn, maar ….. zij kennen toch nog predikanten in de vereenigde kerken die die dwaalleer niet leeren, althans hun predikant doet het niet zoo openlijk en dus hebben zij nog geen vrijheid de Geref. kerken te verlaten, hoewel zij om zielevoedsel naar de Chr. Gereformeerden gaan. Broeder, wie herkent hier niet den toestand waarin reeds zoovele jaren de oprechte belijders der waarheid in de Hervormde kerk verkeeren, die het betreuren dat de belijdenis der oude Gereformeerde kerk niet gehandhaafd wordt in hun kerk, maar er toch in blijven omdat er nog rechtzinnige leeraars in gevonden worden. Terecht heeft u in uw stuk gesproken van de Synode te Middelburg in 1896. Aldaar kwam Ds. Bos met zijn bezwaren tegen de dwalingen van Dr. A. Kuyper, hopende dat nu uitgemaakt zou worden, dat geen met de formulieren van eenheid strijdende leeringen in de vereenigde kerken geduld zouden worden. Doch wat deed die Synode? Als hoogste vergadering der kerk, als Synode, dus als kerk sprak zij uit „vertrouwen te stellen in de leer van Dr. Kuyper”. De vereenigde kerken hebben dus synodaal uitgesproken dat zoowel de leer in onze belijdenisschriften uitgedrukt als leerstellingen daarmee in strijd mogen geleerd worden. De Middelburger Synode is dus nog verder gegaan dan de Synode der Herv. kerk. Op al de adressen door Hervormden sedert 1834 aan hun Synode verzonden om vaststelling der leer, was altijd het antwoord afwijzend. De Synode van Middelburg sprak echter uit dat de dwalingen mochten geleerd worden. In de Geref. kerken mag men dus de waarheid en evenzoo de dwalingen van Dr. Kuyper verkondigen.
In de vroegere Christ. Geref. Kerk kon men alleen binnenkomen door de deur van belijdenis. Die uit een andere kerk kwam werd onderzocht, of hij het geloof bezat, dat de kerk in hare belijdenis uitsprak. Personen, hiervan geheel onkundig of met strijdige denkbeelden vervuld, kon de kerk onder haar leden niet opnemen. Thans is echter die deur wijd open gezet. Door de vereeniging in 1892 zijn menschen, die bij ethische of moderne predikanten onderwezen waren, in de kerk opgenomen. Immers hoe velen teekenden hun hand om met de doleantie mede te gaan, zonder kennis te hebben van onze Geref. belijdenis. Dat alles kwam nu binnen in 1892. En waar nu zoo vele leden zonder belijdenis der zuivere waarheid te hebben gedaan, zijn binnen gekomen, waar volgens Dr Kuyper zelfs alle gedoopten tot de Kerk behooren, daar zijn ook evenmin de leeraren onderzocht omtrent de zuiverheid in de leer. En dat is nog veel gevaarlijker, waar deze hun denkbeelden veel meer voortplanten dan een eenvoudig lid. Doch helaas, vele, zooals u schrijft, in de fuik gezwommen broeders verstaan dit niet. Zij gevoelen niet dat zij mede verantwoordelijk zijn voor hetgeen door andere predikanten in hunne kerken geleerd wordt. Die de dwalingen van Dr. K. verwerpt voor zichzelf, mag ook niet gerust nederzitten en toelaten dat ze in andere gemeenten van dezelfde kerk geleerd worden. En nu hoor ik die personen, wien u dit antwoord wellicht zult voorleggen, al zuchten: „Maar wat zal dat baten of wij tegen die dwalingen protesteeren, wij vinden toch geen gehoor,” welnu zeg hun dan dat uit die klacht reeds blijkt, dat zij overtuigd zijn dat het lichaam der vereenigde kerken reeds zoo besmet is, dat genezing van die dwaling en protest niet meer baat.
En wat nog het ergste is, die bezwaarde broeders gevoelen maar al te weinig wat gevaar er dreigt voor hun zaad. Al leert hun predikant de veronderstelde wedergeboorte bij den doop niet openlijk van den kansel, zijn ze wel verzekerd dat het hun kroost niet wordt ingeprent? Wijs die leden, indien zij kinderen hebben, eens op hunne doopsbelofte. Zij beloofden hun zaad te zullen onderwijzen of doen onderwijzen in de leer der waarheid, zooals die ook in het doopsformulier wordt geleerd, maar als nu ter catechisatie hun kinderen worden onderwezen door een leeraar, die met Dr. K. instemt dat men van de vaste onderstelling moet uitgaan dat in elk kindeke verborgen genade schuilt, worden zij dan niet ontrouw aan de doopsbelofte? En zelfs al doet hun leeraar dat niet, zijn die personen geen leden van een kerk, die zulke dwaalleer als vertrouwbaar verklaart? Zitten zij niet aan één Avondmaalstafel met hen die daar bazelen van „genade in den wortel” bij elk gedoopt kindeke? Door lijdelijk berusten, door zwijgend mede te gaan maken zij zich schuldig voor God en hebben zij gemeenschap met de dwaalleer, die zij in hun hart verfoeien. Wat de catechismus zegt van hen, die zonder te bestraffen, het misbruik van Gods Naam aanhooren, geldt ook van hen, die met de dwaalleer van Dr. K. in één huis wonen, en dat wel in een huis met twee uithangborden, waarvan op ’t eene staat: de drie formulieren van eenigheid, en op ’t andere: volkomen vertrouwen in de van de belijdenis afwijkende leer van Dr. K.
Als altijd de uwe:

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1902

De Wekker | 4 Pagina's

Een antwoord van G. IJ.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1902

De Wekker | 4 Pagina's