Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Landshistorie (88)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Landshistorie (88)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen Willem, ’s graven Jans zoon, uit het beleg van Middelburg vrij was gekomen, haastte hij zich het eiland Walcheren te verlaten, waar hij zich nog te dicht bij zijn vijanden zou bevonden hebben.
Hij trok naar Schouwen, naar de stad Zierikzee.
Met dat al liet hij zijns vaders landen ten zuiden der Ooster-Schelde in ’s vijands handen.
Met Middelburg viel geheel Walcheren onder de dwingelandij van Guy.
Doch daarmede was hij niet tevreden. Zijn landhonger was gaande gemaakt, en wat dat beteekent, zagen wij aan Rhodes, Chamberlain c. s.
Voorwaarts werd de leuze!
Naar het Noorden!
Schouwen lag aan de beurt.
Duiveland en Schouwen waren toen nog gescheiden, maar van Walcheren leidde het vaarwater eerst naar Duiveland.
Gelukkig voor Guy leverde de scheiding der beide eilanden weinig beletsel op.
De overtocht van Duiveland op Schouwen ging zeer gemakkelijk.
Liefst zou hij zijn volk wat sparen. Misschien was er wel kans de stad Zierikzee bij verrassing te nemen.
„Een groote hoop Vlamingen, sedert, zoo stil als mogelijk was, overgezet, nadert de stad, met oogmerk om dezelve bij verrassing in te nemen.
Doch de burgers, op hunne hoede zijnde, bersten, eer men ’t vermoeden kon, tot verscheiden poorten uit, en vallen met zooveel felheid aan op de Vlamingen, dat dezelven grootendeels of door ’t gemeen der Zierikzeesche poorteren, of in’t water omkwamen. De Zeeuwsche ballingen, die zich onder de Vlamingen bevonden, hadden zich zoo wel buiten ’t heetst van ’t gevecht weten te houden, dat geen één van hen sneuvelde.”
Niettegenstaande de nederlaag weken de Vlamingen niet van Schouwen, maar sloegen het beleg voor de stad.
Misschien vragen onze lezers, waar onze graaf toch bleef.
Ging hem dan het beleg zijner Hollanders in het geheel niet ter harte?
Gaf hij zijn toewijding alleen aan Henegouwen ?
Toch niet!
Toen Jan II den al te goed geslaagden inval der Vlamingen vernam, haastte hij zich ter hulp te snellen. Het liet geen twijfel voor hem over, of hij kreeg met een vijand van beteekenis te doen: daar kon zijn zoon Willem hem over inlichten, die in Middelburg was opgesloten geweest.
Als een berekenend man, riep Jan de hulp in van zijn broeder Guy, die door zijn invloed bisschop van Utrecht was geworden.
Guy van Henegouwen, zooals wij hem ter onderscheiding van Guy van Vlaanderen zullen noemen, betoonde zich geen ondankbaar man.
Hij zond een flinken hoop krijgsvolk naar Holland.
Graaf Jan zelf had ook een sterk leger verzameld.
En nu zou het los gaan op Zierikzee.
Maar ziet, wat gebeurde?
Heel vrijwillig, uit eigen beweging, braken de Vlamingen het beleg op.
Of ze soms van Jans krijgstoerustingen gehoord hadden? Of hun de schrik om het hart was geslagen ? Geen van beide.
Zij hadden andere plannen in het hoofd.
Zoo zij meenden, lag heel Holland voor hen open.
Met open armen zouden zij er ontvangen worden, had men Guy diets gemaakt.
De Hollanders toch morden over hun graaf Jan, die aldoor in Henegouwen vertoefde!
Hij scheen de belangen zijner onderdanen in deze gewesten te verwaarloozen!
Gretig leenden de Vlamingen het oor aan deze woorden; zulk een voorstelling der zaken kwam hun in het gevlei en geleek hun zeer overeenkomstig de waarheid te moeten zijn.
Nu, wij willen niet ontkennen, of er was een kantje van aan. Maar ’t zal meest geschuild hebben onder de vrienden van Renesse en de vijanden van wijlen graaf Floris V. Daar zeilt Guy heen.
Naar Holland.
Zierikzee is wel ontzet, doch met den vijand in den rug.
Hij wendt den steven naar den mond der Maas, toen nog niet, als nu, verzand; ook wel genoemd de Wijde Heele. Zou met dien naam het woord Hellevoetsluis niet in verband staan ?
Daar zet hij voet in Holland!
De tijding van zijn landing beroerde de Hollanders met een panische schrik.
Het scheen wel, of men algemeen met verlamming geslagen was. Niemand dacht aan tegenweer. Zelfs de graaf niet.
Als men de geschiedenis van die dagen nagaat, vraagt men, of hij zijn hoofd kwijt raakte.
Wij zien er de slaande hand Gods in, ook over de Vlamingen, zooals wij straks zullen vernemen.

S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1903

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Landshistorie (88)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1903

De Wekker | 4 Pagina's