Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Vagevuur (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Vagevuur (II)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook uit het Nieuwe Testament tracht Rome bewijzen te putten voor haar leer van het vagevuur. Ze zijn echter al even zwak als die uit het Oude Testament.
„Marnix” noemt o. a. de volgende: Rome beroept zich op Matth. 5: 26: „Voorwaar, ik zeg u, gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning zult betaald hebben.” Christus handelt hier echter over de verhouding der menschen onderling. Op zijn broeder mag men niet ten onrechte toornig zijn, tot hem niet zeggen: „Raka” of „Gij, dwaas.” Met het dienen van God kan het haten van den broeder niet gepaard gaan, wees daarom haastelijk welgezind jegens uwe wederpartij, opdat hij u niet den rechter overlevere en gij in de gevangenis geworpen wordt. Voorwaar, enz. vs. 26. Hier is dus geen sprake van een vagevuur.
Vervolgens beroept Rome zich op Matth. 12:32: „Zoo wie eenig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des menschen, het zal hem vergeven worden; maar zoo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.”
Nu bouwt de R. kerk hierop de volgende redeneering: hetgeen van sommige dingen ontkend wordt, toont aan, dat het van sommige dingen wordt toegestaan. Wordt er ontkend dat de lastering tegen den Heiligen Geest in de toekomende eeuw zal vergeven worden — zoo heeft de Heere met deze woorden tevens willen te kennen geven, dat er zonden zijn, die in de toe komende wereld wel zullen vergeven worden. En daar noch in den hemel, noch in de hel zonden zullen vergeven worden, zoo moet er in de toekomende wereld noodzakelijk een derde plaats zijn waar de vergeving mogelijk is en deze plaats is het vagevuur. Ook deze fraaie maar geheel verkeerde redeneering weerlegt „Marnix” door de opmerking, dat met „deze eeuw” de tegenwoordige bedeeling, n.l. de tijd die voorafgaat aan de voleinding aller dingen, en met de „toekomende eeuw” de eeuwigheid na de wederkomst van Christus bedoeld wordt, en niet, zooals Rome meent, het toekomstige na den dood.
Ook 1 Cor. 3 :12 en 15 wordt door Rome bijgebracht. „Eens iegelijks werk zal openbaar worden, want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt, en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven” en vooral vs. 15: „zoo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzoo als door vuur.” Het N. Test. in 1686 met goedkeuring van de R. K. in het Fransch uitgegeven te Bordeaux luidt daar: „doch alzoo als door het vagevuur” en verblindt daarmede de Roomsche lezers, als zou de Heilige Schrift een vagevuur leeren. Duidelijk blijkt echter uit het verband waarin deze verzen voorkomen, dat hier van hun werk en niet van de personen gesproken wordt, welk werk door het vuur zal gaan en beproefd worden. Het fundament is Christus, en die daarop nu goud, zilver enz. bouwt, diens werk zal blijven, doch bouwt iemand op dat fundament hout, hooi en stoppelen — zijn werk zal verbrand worden en hij zal schade lijden, hij zal zijn werk als verkeerd en vruchteloos vernietigd zien, maar hij zelf zal behouden worden, daar hij het fundament, Christus en Dien gekruist, onaangetast heeft gelaten. Hij zal dus behouden worden, doch alzoo als door vuur, want eens iegelijks werk zal openbaar worden, en hoedanig iegelijks werk is (blijvend als goud of vergankelijk als hout) zal het vuur (de dag des Heeren als een dag des gerichts en der beproeving) beproeven. Ook hier wordt dus niets geleerd van een vuur waarin personen, maar waarin hun werk zal beproefd worden, n.l. de dag des gerichts, die hier als een vuur wordt voorgesteld.
Ten slotte wijzen wij er nog op dat Filippenzen 2 vs. 10 „opdat in den naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn”, ook al moet dienen bij Rome om de leer van het vagevuur te staven. Die onder de aarde zijn, zijn dan de zielen in het vagevuur. Duidelijk wijst echter hier de Apostel er op, hoe alle schepselen, in hemel, op aarde, ja zelfs die in de graven zijn, eenmaal voor Jezus zullen buigen, als in den dag der algemeene opstanding uit de dooden alle tong de Middelaarsheerschappij van den Heere Jezus zal moeten belijden en alle knie zich voor Hem zal moeten buigen.
Geen wonder dan ook dat Rome, waar het de Schrift zóó uit zijn verband rukt en schijnbaar voor Rome’s leer pleitende, teksten de onkundige menigte voorhoudt zonder die teksten te verklaren naar de beteekenis waarin zij voorkomen, geen wonder, zeggen wij, dat Rome uiterst bang is om de Heilige Schrift in handen van het volk te geven. Kennis der Schrift doet de oogen open voor de dwalingen van Rome En nu durft Dr. A. Kuyper Jr. pred. te Makkum in de Friesche Kerkbode nog schrijven dat de tijd van Antipapisme voorbij is, dat Rome nog zoo kwaad niet is en lang zoo gevaarlijk niet als onze vaderen wel meenden. Ja, hij gaat zelfs zoover dat hij beweert dat onder de Roomschen wedergeborenen zijn, die onmiddellijk door Gods Geest zijn wedergeboren, zonder de prediking des Woords, en welke wedergeboren Roomschen nu wel een leer hebben die tegen de Schrift ingaat, maar daarom toch best wedergeboren kunnen zijn, al hebben zij eene verkeerde voorstelling van de leer der genade. En, zegt daarop dr. K. Jr.: „Het bezit der eeuwige zaligheid hangt alleen en uitsluitend af van de vrijmachtige uitverkiezing en van de almachtige wedergeboorte”, m.a.w. zij allen worden zalig die uitverkoren en (onmiddellijk) wedergeboren zijn, al blijven zij ook Roomsch, Jood of heiden, want volgens A. K., al heeft iemand onder de prediking van eene Roomsche dwaalleer al zijn leven geleefd, hij kan toch wel wedergeboren zijn en met zijn valsche voorstelling naar den hemel gaan. Wie zijn meer te beklagen, de Roomschen met hun dwaalleer van het vagevuur, of de Neo-Gereformeerden met hun dwaalleer van eene onmiddellijke wedergeboorte die vóór de roeping door het Evangelie gaat en waarbij nu al Roomschen verondersteld worden wedergeboren te zijn?

D.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1903

De Wekker | 4 Pagina's

Het Vagevuur (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1903

De Wekker | 4 Pagina's